Wegwijs in de Vennootschapsbelasting
Paperback Nederlands 2023 18e druk 9789012408851Samenvatting
Wegwijs in de Vennootschapsbelasting is een uitgave waarin de regelgeving van de vennootschapsbelasting centraal staat. Bij het schrijven van deze uitgave heeft vooropgestaan de lezer in begrijpelijke taal inzicht te verschaffen in deze regelgeving. Hiertoe zijn ook cijfervoorbeelden toegevoegd. De in de uitgave opgenomen jurisprudentie, resoluties en wetswijzigingen zijn bijgewerkt tot en met 1 mei 2023.
In Wegwijs in de Vennootschapsbelasting komen onder meer de volgende onderwerpen aan bod:
- de plaats van de VPB in het Nederlandse en Europese (belasting)recht;
- subjectieve belastingplicht (waaronder de omgekeerde hybride lichamen);
- overheidsondernemingen;
- winstbepaling (waaronder de Wet mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel);
- renteaftrekbeperkingen;
- maatregelen tegen hybride mismatches;
- innovatiebox;
- coöperatieregime;
- bestedingsreserve;
- afrekeningsbepalingen;
- deelnemingsvrijstelling;
- deelnemingsverrekening;
- CFC-lichamen;
- bedrijfsfusie, juridische splitsing en fusie, omzetting en terugkeerregeling;
- fiscale eenheid;
- objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten;
- giftenaftrek;
- verliescompensatie;
- aanslag en aansprakelijkheid (waaronder de beperkte verrekening van voorheffingen);
- beleggingsinstellingen; en
- verzekeringsondernemingen.
Wegwijs in de Vennootschapsbelasting is geschikt voor fiscale opleidingen van universiteiten, hogescholen en daarmee vergelijkbare onderwijsvormen. Bovendien is de uitgave uitermate geschikt voor hen die werkzaam zijn in de (fiscale) praktijk.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen / 23
1 De vennootschapsbelasting in Nederland en Europa / 27
1.1 Inleiding / 27
1.1.1 Lichamen en winst / 27
1.1.2 Het klassieke stelsel / 28
1.1.3 De rechtsgrond van de VPB / 29
1.2 Andere stelsels / 29
1.2.1 Inleiding / 29
1.2.2 IB-verrekeningsstelsels / 30
1.2.3 VPB-verrekeningsstelsels / 30
1.2.4 Overige stelsels / 31
1.3 Europa / 32
1.3.1 Inleiding / 32
1.3.2 Positieve integratie (harmonisatie) / 32
1.3.3 Negatieve integratie (discriminatie en belemmering) / 37
1.4 Belastingontwijking / 40
1.5 Rechtsbronnen van de VPB / 42
1.6 Rulingpraktijk / 43
1.7 De geschiedenis van de Nederlandse VPB / 44
2 De subjectieve belastingplicht / 49
Deel A / Algemene aspecten van de subjectieve belastingplicht / 49
2A.1 Belastingplicht / 49
2A.2 Lichamen / 50
2A.2.1 Het begrip lichaam / 50
2A.2.2 Buitenlandse samenwerkingsverbanden / 51
2A.3 Nederland / 53
2A.3.1 Inleiding / 53
2A.3.2 Nederland in Europa / 54
2A.3.3 De Nederlandse exclusieve economische zone / 55
2A.4 De vestigingsplaats van lichamen / 57
2A.4.1 Inleiding / 57
2A.4.2 Art. 4 AWR / 57
2A.4.3 Art. 2 lid 5, Wet VPB 1969 / 60
2A.4.4 Art. 2 lid 9, Wet VPB 1969 / 63
Deel B / De subjectieve binnenlandse belastingplicht / 64
2B.1 Inleiding / 64
2B.2 Begin en einde van de binnenlandse belastingplicht / 65
2B.2.1 Overzicht / 65
2B.2.2 Voorperiode / 67
2B.3 De belastingplichtige lichamen / 68
2B.3.1 Inleiding / 68
2B.3.2 Art. 2 lid 1 onderdeel a, Wet VPB 1969 / 68
2B.3.3 Art. 2 lid 1 onderdeel b, Wet VPB 1969 / 79
2B.3.4 Art. 2 lid 1 onderdeel c, Wet VPB 1969 / 81
2B.3.5 Art. 2 lid 1 onderdeel d, Wet VPB 1969 / 82
2B.3.6 Art. 2 lid 1 onderdeel e, Wet VPB 1969 / 82
2B.3.7 Art. 2 lid 1 onderdeel f, Wet VPB 1969 / 98
2B.3.8 Art. 2 lid 1 onderdeel g, Wet VPB 1969 / 102
2B.3.9 Art. 2 lid 3, Wet VPB 1969 / 102
2B.3.9.1 Inleiding / 102
2B.3.9.2 De werking van de regeling voor de omgekeerde hybride op hoofdlijnen / 103
2B.3.9.3 De definitie van de omgekeerde hybride / 105
2B.3.9.4 De winstberekening bij een omgekeerde hybride / 107
2B.3.9.5 De positie van de participanten in de omgekeerde hybride voor de
Nederlandse VPB / 110
2B.3.10 Het Europees Economisch Samenwerkingsverband / 112
2B.3.11 Art. 2 lid 6 Wet VPB 1969 / 113
2B.4 Art. 4 Wet VPB 1969 / 115
2B.4.1 Inleiding / 115
2B.4.2 Art. 4 onderdeel a, Wet VPB 1969 / 116
2B.4.3 Art. 4, onderdeel b, Wet VPB 1969 / 119
2B.4.4 Amateursportverenigingen / 120
Deel C / De subjectieve buitenlandse belastingplicht / 122
2C.1 Inleiding / 122
2C.2 Begin en einde van de subjectieve buitenlandse belastingplicht / 122
2C.3 Art. 3 Wet VPB 1969 / 123
2C.3.1 Art. 3 lid 1, onderdeel a, Wet VPB 1969 / 123
2C.3.2 Art. 3 lid 1, onderdeel b, Wet VPB 1969 / 125
2C.3.3 Art. 3 lid 1, onderdeel c, Wet VPB 1969 / 126
2C.3.4 Art. 3 lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 127
2C.3.5 Art. 3 lid 2, Wet VPB 1969 / 127
2C.3.6 Art. 3 lid 3, Wet VPB 1969 / 128
2C.3.7 De begrippen vaste inrichting en vaste vertegenwoordiger / 128
Deel D / Subjectieve vrijstellingen / 132
2D.1 Subjectieve vrijstellingen / 132
2D.2 Art. 5 Wet VPB 1969 / 133
2D.2.1 Landgoederen / 133
2D.2.2 Invaliditeits-, ouderdoms-, weduwen- en wezenpensioenfondsen / 134
2D.2.3 Lichamen werkzaam in de zorgsector / 137
2D.2.4 Art. 5 lid 1 onderdeel d, Wet VPB 1969 / 139
2D.2.5 Ziekenhuisverplegingsfondsen en ziektekostenverzekeraars / 140
2D.2.6 Uitvoerders sociale verzekeringswetten / 140
2D.2.7 Openbare leeszalen en bibliotheken / 140
2D.3 Art. 6 Wet VPB 1969 / 140
2D.4 De vrijgestelde beleggingsinstelling / 143
2D.4.1 Inleiding / 143
2D.4.2 Voorwaarden / 144
2D.4.3 Fiscale positie van de VBI / 153
2D.4.4 Fiscale positie van de aandeelhouder in de VBI / 154
2D.4.5 Aangifteplicht tijdens de VBI-status / 156
2D.4.6 Statusverlies (van de VBI) / 156
Deel E / Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen / 157
2E.1 Inleiding / 157
2E.2 Subjectieve belastingplicht overheidsondernemingen / 158
2E.2.1 Inleiding / 158
2E.2.2 Directe overheidsondernemingen / 158
2E.2.3 Indirecte overheidsondernemingen / 165
2E.2.4 Art. 3 lid 3 Wet VPB 1969 / 165
2E.2.5 Art. 6b Wet VPB 1969 / 166
2E.3 Objectvrijstellingen voor overheidsondernemingen / 170
2E.3.1 Inleiding / 170
2E.3.2 Objectvrijstellingen voor directe overheidsondernemingen / 170
2E.3.3 Objectvrijstellingen voor indirecte overheidsondernemingen / 183
2E.3.4 Objectvrijstellingen voor art. 6b-lichamen / 185
2E.4 Activiteiten waarvoor geen belastingplicht ontstaat / 185
2E.5 Enkele (andere) opmerkingen over de winstberekening van overheidsondernemingen / 187
2E.5.1 Inleiding / 187
2E.5.2 Ontstaan van belastingplicht / het opstellen van een openingsbalans en
vermogensetikettering / 187
2E.5.3 Ontstaan van belastingplicht / waardering op de openingsbalans / 189
2E.5.4 Winstberekening / 192
2E.5.5 Bestuurlijke herindeling en herschikking / 194
3 De algemene regels van de winstbepaling bij binnenlandse belastingplichtigen / 195
3.1 Belastbaar bedrag en boekjaar / 195
3.1.1 Belastbaar bedrag / 195
3.1.2 Boekjaar / 196
3.1.3 Functionele valuta / 197
3.2 Winstberekening voor de VPB / 199
3.2.1 Verwijzing naar de Wet IB 2001 / 199
3.2.2 Jaarwinst / 200
3.3 Kapitaalstortingen / 201
3.3.1 Inleiding / 201
3.3.2 Vormen van kapitaalinbreng / 201
3.3.3 Inbreng van kapitaal bij de oprichting van een bv of nv / 220
3.3.4 Kapitaal versus geldlening / 226
3.4 Onttrekkingen en winstuitdelingen / 234
3.4.1 Onttrekkingen versus kosten / 234
3.4.2 Onttrekkingen / 236
3.4.3 Winstuitdelingen / 239
3.4.4 Voorbeelden van winstuitdelingen / 258
3.4.5 Art. 10, lid 1, onderdeel b, Wet VPB 1969 / 271
3.4.6 Art. 10, lid 1, onderdeel c, Wet VPB 1969 / 272
3.4.7 Art. 10, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 272
3.4.8 Art. 10, lid 1, onderdeel e, Wet VPB 1969 / 273
3.4.9 Art. 10, lid 1, onderdeel f, Wet VPB 1969 / 274
3.4.10 Art. 10, lid 1, onderdeel g, Wet VPB 1969 / 275
3.4.11 Art. 10, lid 1, onderdeel h, Wet VPB 1969 / 275
3.4.12 Art. 10, lid 1, onderdeel i, Wet VPB 1969 / 275
3.4.13 Art. 10, lid 1, onderdeel j, Wet VPB 1969 / 277
3.4.14 Art. 10, lid 1, onderdeel k, Wet VPB 1969 / 282
3.4.15 Terugbetaling van kapitaal / 282
3.4.16 Inkoop van eigen aandelen / 284
3.4.17 Het regime voor de onzakelijke geldlening / 290
3.4.18 De aandeelhouder als onzakelijke borg / 309
3.5 Bijzondere regels / 314
3.5.1 Inleiding / 314
3.5.2 Art. 8 Wet VPB 1969 / 314
3.5.3 Dooruitdelingsfaciliteit (art. 8a Wet VPB 1969) / 319
3.5.4 Intercompany pricing / 320
3.5.5 Mismatches wegens toepassing van het zakelijkheidsbeginsel (art. 8ba tot en met 8bd Wet VPB 1969) / 342
3.5.6 Art. 8c Wet VPB 1969 / 354
3.5.7 Art. 8d Wet VPB 1969 / 356
3.5.8 Art. 12abis Wet VPB 1969 / 357
3.6 Art. 9 Wet VPB 1969 / 357
3.6.1 Inleiding / 357
3.6.2 Art. 9, lid 1, onderdeel a, Wet VPB 1969 / 358
3.6.3 Art. 9, lid 1, onderdeel b, Wet VPB 1969 / 359
3.6.4 Art. 9, lid 1, onderdeel c, Wet VPB 1969 / 361
3.6.5 Art. 9, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 362
3.6.6 Art. 9, lid 1, onderdeel e, Wet VPB 1969 / 364
3.6.7 Art. 9, lid 1, onderdeel h, Wet VPB 1969 / 366
3.6.8 Art. 9a Wet VPB 1969 / 367
3.7 Commissarisbeloning (art. 11 Wet VPB 1969) / 370
3.7.1 Inleiding / 370
3.7.2 De civielrechtelijke positie van de commissaris / 371
3.7.3 Art. 11 Wet VPB 1969 / 371
3.8 Het herinvesteringsreservelichaam / 374
3.8.1 Inleiding / 374
3.8.2 De werking van art. 12a Wet VPB 1969 / 375
3.9 De bestedingsreserve / 381
3.9.1 Inleiding / 381
3.9.2 Art. 12 Wet VPB 1969 / 381
3.9.3 Samenloop art. 12 Wet VPB 1969 en de vrijstelling van art. 6 Wet VPB
1969 / 383
4 Renteaftrekbeperkingen en de regeling tegen hybride mismatches / 387
4.1 Inleiding / 387
4.2 Winstdrainage / 389
4.2.1 Inleiding / 389
4.2.2 Art. 10a, lid 1, 2 en 8, Wet VPB 1969 / 391
4.2.3 De tegenbewijsregeling / 411
4.2.4 Verbonden personen / 436
4.2.5 Art. 10a, lid 1, Wet VPB 1969 en het Europese recht / 443
4.2.6 De crediteur van een art. 10a-lening / 444
4.3 Renteloze of laagrentende concernleningen / 445
4.3.1 Inleiding / 445
4.3.2 Art. 10b, eerste volzin, Wet VPB 1969 / 446
4.3.3 Art. 10b, tweede volzin, Wet VPB 1969 / 451
4.4 Thin capitalisation (onderkapitalisatie) / 452
4.5 Earningsstrippingmaatregel / 453
4.5.1 Inleiding / 453
4.5.2 Art. 15b Wet VPB 1969 / 455
4.5.3 Flankerende bepalingen en overgangsrecht / 469
4.5.4 Minimumkapitaalregel voor banken en verzekeraars / 472
4.6 Maatregelen tegen hybride mismatches / 473
4.6.1 Inleiding / 473
4.6.2 Het begrip ‘hybride mismatch’ / 473
4.6.3 De totstandkoming van de Wet ATAD 2 / 474
4.6.4 De wijze waarop hybride mismatches worden bestreden in afdeling 2.2A van de Wet VPB 1969 / 474
4.6.5 Situaties waarin hybride mismatches worden bestreden / 476
4.6.6 Enkele begrippen / 492
4.6.7 Samenloop met art. 10a Wet VPB 1969 / 498
4.6.8 De documentatieverplichting / 498
4.6.9 Opbrengst van de maatregel / 500
5 De innovatiebox en het coöperatieregime / 503
5.1 Inleiding / 503
5.2 De innovatiebox / 505
5.2.1 Inleiding / 505
5.2.2 Voorwaarden / 506
5.2.3 Drempel / 526
5.2.4 Optioneel forfait voor kwalificerende voordelen / 531
5.2.5 Afgewezen of ingetrokken aanvraag voor een octrooi of
kwekersrecht / 534
5.2.6 Bijkomende regels / 534
5.2.7 Administratieve regels / 535
5.2.8 Overgangsrecht / 536
5.3 Het bijzondere regime voor coöperaties / 536
5.3.1 Inleiding / 536
5.3.2 Winstberekening bij coöperaties / 537
5.3.3 Aftrekbare uitdelingen / 540
5.3.4 Voorbeeld / 549
6 De deelnemingsvrijstelling en deelnemingsverrekening / 557
6.1 Inleiding / 558
6.1.1 De werking van de deelnemingsvrijstelling, de deelnemingsverrekening en de CFC-regeling / 558
6.1.2 Korte historie en rechtsgronden van de deelnemingsvrijstelling en de deelnemingsverrekening / 560
6.2 Het begrip deelneming / 564
6.2.1 Inleiding / 564
6.2.2 Een deelneming in een vennootschap op aandelen / 565
6.2.3 Een deelneming in een fonds voor gemene rekening / 580
6.2.4 Een deelneming in een coöperatie / 580
6.2.5 Een deelneming in een open commanditaire vennootschap / 580
6.2.6 Een deelneming in een omgekeerde hybride / 581
6.2.7 Onder een deelneming begrepen bezittingen / 581
6.2.8 Fictieve deelnemingen / 582
6.2.9 Een belang in een vereniging of onderlinge waarborgmaatschappij / 585
6.2.10 Aflopende deelnemingen / 585
6.2.11 Deelnemingen die als voorraad worden gehouden / 587
6.2.12 Welke lichamen kunnen een deelneming hebben? / 589
6.2.13 Wanneer wordt een deelneming verkregen? / 590
6.3 Voordelen uit deelnemingen waarvoor de deelnemingsvrijstelling geldt / 590
6.3.1 Inleiding / 590
6.3.2 De waardering van een deelneming / 591
6.3.3 Uit hoofde van een deelneming / 595
6.3.4 Dividend / 601
6.3.5 Koersresultaten / 604
6.3.6 Compartimentering / 605
6.3.7 Opties / 628
6.3.8 Earn-outregelingen, prijsaanpassingen en antispeculatiebedingen / 631
6.3.9 Valutaresultaten op rechtshandelingen die verband houden met een deelneming / 636
6.3.10 Voordelen uit het lidmaatschap van een coöperatie / 641
6.3.11 Art. 13, lid 18, Wet VPB 1969 / 641
6.3.12 Art. 13, lid 17, Wet VPB 1969 / 641
6.4 Deelnemingskosten en deelnemingsvrijstelling / 647
6.4.1 Inleiding / 647
6.4.2 Andere kosten dan aan- en verkoopkosten / 647
6.4.3 Aankoopkosten / 648
6.4.4 Verkoopkosten / 653
6.5 Fiscale concernfinancieringsaspecten / 656
6.5.1 Inleiding / 656
6.5.2 Leningen / 656
6.5.3 Kapitaalinbreng / 657
6.5.4 BNB 1988/217* en art. 10, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 657
6.5.5 Art. 13b Wet VPB 1969 / 658
6.5.6 Art. 13ba Wet VPB 1969 / 668
6.6 Omzetting van een vaste inrichting in een deelneming waarvoor de deelnemingsvrijstelling geldt / 696
6.7 Het liquidatieverlies / 697
6.7.1 Inleiding / 697
6.7.2 Ontbinding van een lichaam / 699
6.7.3 De reikwijdte van de liquidatieverliesregeling / 700
6.7.4 De berekening van het liquidatieverlies / 709
6.8 De deelnemingsverrekening / 746
6.8.1 Inleiding / 746
6.8.2 De beleggingsdeelneming / 748
6.8.3 De kwalificerende beleggingsdeelneming / 754
6.8.4 De belastingheffing over de voordelen uit de niet-kwalificerende beleggingsdeelneming / 780
6.8.5 Herwaarderingsverplichting (art. 13a Wet VPB 1969) / 786
6.9 De CFC-maatregel van art. 13ab Wet VPB 1969 / 788
6.9.1 Inleiding / 788
6.9.2 De opzet van art. 13ab Wet VPB 1969 / 789
6.9.3 Het gecontroleerde lichaam / 790
6.9.4 Besmette voordelen en de toerekening van de besmette voordelen / 797
6.9.5 Een negatief saldo aan besmette voordelen uit een gecontroleerd lichaam / 801
6.9.6 Verrekening van winstbelasting die drukt op de besmette voordelen van
het gecontroleerde lichaam / 802
6.9.7 Geen toepassing van de bijtelling van besmette voordelen indien het gecontroleerde lichaam een wezenlijke economische activiteit uitoefent / 804
6.9.8 Bijkomende bepalingen / 806
7 Bedrijfsfusie, juridische splitsing, juridische fusie, omzetting en
terugkeer / 813
Deel A / Inleiding / 813
7A.1 Inleiding / 813
7A.2 Fusies / 814
7A.2.1 Inleiding / 814
7A.2.2 De fusie via aandelenoverdracht / 814
7A.3 Afstoting of verzelfstandiging / 819
7A.4 De Fusierichtlijn / 819
7A.5 Omzetting / 821
7A.6 Terugkeer uit de nv of bv / 821
Deel B / De bedrijfsfusie / 821
7B.1 Inleiding / 822
7B.2 Art. 14 Wet VPB 1969 / 824
7B.2.1 Inleiding / 824
7B.2.2 De geruisloze bedrijfsfusie van art. 14, lid 1, Wet VPB 1969 / 836
7B.2.3 De geruisloze bedrijfsfusie van art. 14, lid 2, Wet VPB 1969 / 853
7B.2.4 Standaardvoorwaarde 7 bij art. 14, lid 2, Wet VPB 1969 / 861
7B.2.5 Het opgeofferde bedrag van de overdrager in de overnemer / 863
7B.3 Bijzondere onderwerpen / 863
7B.3.1 Inleiding / 863
7B.3.2 Overdracht aan een nieuw opgericht in Nederland gevestigd lichaam / 864
7B.3.3 Overdracht van een onderneming door een natuurlijk persoon aan een nvof bv gevolgd door overdracht aan een dochter-nv of -bv / 865
7B.3.4 Overdracht van een buitenlandse vaste inrichting / 866
7B.3.5 Overdracht van een Nederlandse vaste inrichting / 866
7B.3.6 Bedrijfsopvolging op de voet van art. 14 Wet VPB 1969 / 867
7B.3.7 Verliesoverdracht rond de bedrijfsfusie / 869
7B.3.8 Samenloop bedrijfsfusie en fiscale eenheid / 871
7B.4 Voorbeeld van een bedrijfsfusie met toepassing van art. 14 Wet VPB 1969 / 871
Deel C / De juridische splitsing / 874
7C.1 Privaatrechtelijke aspecten van de juridische splitsing / 875
7C.1.1 Inleiding / 875
7C.1.2 De Nederlandse juridische splitsing / 875
7C.2 VPB-gevolgen van de juridische splitsing / 881
7C.2.1 Inleiding / 881
7C.2.2 De juridische splitsing met geruis / 882
7C.2.3 Geruisloze juridische splitsing / 896
7C.3 De juridische splitsing en overnamerente / 946
7C.4 Samenloop juridische splitsing en fiscale eenheid / 946
7C.5 Voorbeeld van een geruisloze juridische splitsing met toepassing van art. 14a Wet VPB 1969 / 946
Deel D / De juridische fusie / 951
7D.1 Privaatrechtelijke aspecten van de juridische fusie / 951
7D.1.1 Inleiding / 951
7D.1.2 De Nederlandse juridische fusie / 951
7D.2 VPB-gevolgen van de juridische fusie / 956
7D.2.1 Inleiding / 956
7D.2.2 De juridische fusie met geruis / 957
7D.2.3 Geruisloze juridische fusie / 961
7D.3 De juridische fusie en overnamerente / 965
7D.4 Samenloop juridische fusie en fiscale eenheid / 965
7D.5 Voorbeeld van een geruisloze juridische fusie met toepassing van art. 14b Wet VPB 1969 / 965
Deel E / Omzetting van rechtspersonen / 969
7E.1 Algemeen / 969
7E.2 Vijf omzettingen / 970
7E.2.1 Inleiding / 970
7E.2.2 Omzetting van een nv of bv in een coöperatie / 970
7E.2.3 Omzetting van een coöperatie in een nv of bv / 971
7E.2.4 Omzetting van een nv of bv in een stichting / 976
7E.2.5 Omzetting van een stichting in een nv of bv / 977
7E.2.6 Omzetting van een coöperatie in een stichting / 978
Deel F / Omzetting van een nv of bv in een IB-onderneming (terugkeerregeling) / 978
7F.1 Inleiding / 978
7F.2 Art. 14c Wet VPB 1969 / 979
7F.2.1 Inleiding / 979
7F.2.2 De vereisten voor toepassing van art. 14c Wet VPB 1969 / 980
7F.2.3 Gevolgen toepassing art. 14c Wet VPB 1969 / 994
7F.2.4 Bijzondere aspecten / 999
7F.3 IB-aspecten (terugkeerreserve) / 1002
7F.3.1 Inleiding / 1002
7F.3.2 De vorming van de terugkeerreserve / 1003
8 De fiscale eenheid / 1011
Deel A / Inleiding / 1011
8A.1 Art. 15 en 15a Wet VPB 1969 / 1011
8A.2 Het karakter van de fiscale eenheid / 1013
8A.2.1 Algemeen / 1013
8A.2.2 De positie van de dochtermaatschappijen of ledenmaatschappijen gedurende de fiscale eenheid / 1015
8A.3 Voor- en nadelen van een fiscale eenheid / 1016
8A.4 Afsluiting / 1018
Deel B / De fiscale eenheid van art. 15 Wet VPB 1969 / 1018
8B.1 Inleiding / 1018
8B.2 De vereisten voor een fiscale eenheid ex art. 15 Wet VPB 1969 / 1020
8B.2.1 Inleiding / 1020
8B.2.2 Vereiste 1. Alleen de in art. 15, lid 4, Wet VPB 1969 genoemde lichamen kunnen een fiscale eenheid vormen / 1021
8B.2.3 Vereiste 2. De in de fiscale eenheid deelnemende maatschappijen dienen in Nederland gevestigd te zijn / 1024
8B.2.4 Vereiste 3. De moedermaatschappij bezit de gehele juridische en economische eigendom van 95% van de aandelen in de dochtermaatschappij / 1029
8B.2.5 Vereiste 4. De tijdvakken waarover de belasting wordt geheven, moeten samenvallen. / 1039
8B.2.6 Vereiste 5. Voor het bepalen van de winst moeten bij alle maatschappijen dezelfde bepalingen van toepassing zijn, tenzij de minister van Financiën anders bepaalt. / 1041
8B.2.7 Vereiste 6. De aandelen in een dochtermaatschappij mogen niet als voorraad worden gehouden. / 1042
8B.2.8 Vereiste 7. Door de moeder- en dochtermaatschappij(en) moet een verzoek worden gedaan voor de totstandkoming van een fiscale eenheid / 1043
8B.2.9 Fiscale eenheid en vaste inrichting / 1045
8B.2.10 Kortdurende fiscale eenheden / 1049
8B.3 Regels rond de voeging van een fiscale eenheid / 1049
8B.3.1 Inleiding / 1049
8B.3.2 Het voegingstijdstip / 1050
8B.3.3 De vermogensopstellingen bij het begin van de fiscale eenheid / 1051
8B.3.4 Waardering van activa en passiva / 1051
8B.3.5 Herwaardering bij de totstandkoming van een fiscale eenheid / 1056
8B.3.6 Nog niet-uitgewerkte aanspraken en voorwaardelijke verplichtingen / 1060
8B.3.7 Toepassing innovatiebox en CFC-maatregel na voeging / 1061
8B.3.8 Aankoopkosten / 1062
8B.3.9 Latente liquidatieverliezen op het voegingstijdstip / 1062
8B.3.10 Voorlopige aanslagen / 1069
8B.3.11 Verliesverrekening rond het voegingstijdstip / 1069
8B.4 Verrekening van verliezen, art. 15b-rente en voorheffingen rond het voegingstijdstip / 1069
8B.4.1 Inleiding / 1069
8B.4.2 Enkele inleidende opmerkingen bij de verliesverrekening / 1069
8B.4.3 De winstsplitsing in het kader van de verliesverrekening / 1070
8B.4.4 Het verloop van de verliesverrekening over het voegingstijdstip heen / 1084
8B.4.5 Vooruitwenteling van art. 15b-rente over het voegingstijdstip (art. 15aha Wet VPB 1969) / 1099
8B.4.6 Verrekening van voorvoegingsvoorheffingen binnen de fiscale eenheid (art. 15ak Wet VPB 1969 en art. 12a Besluit FE 2003) / 1104
8B.5 Regels tijdens het bestaan van de fiscale eenheid / 1106
8B.5.1 Inleiding / 1106
8B.5.2 Art. 15ac Wet VPB 1969 / 1106
8B.5.3 De aftrekbeperking voor overnameholdingrente (art. 15ad Wet VPB 1969 (oud) zoals deze tot 2019 gold / 1121
8B.5.4 Art. 10a, lid 4, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 1122
8B.5.5 Art. 26 Wet VPB 1969 / 1122
8B.5.6 Regels rond de fiscale eenheid in de Invorderingswet 1990 / 1123
8B.5.7 Enkele regels uit het Besluit FE 2003 / 1126
8B.5.8 Het heffingsobject bij een fiscale eenheid met een vaste inrichting / 1127
8B.5.9 Overige aangelegenheden / 1141
8B.6 Het einde van de fiscale eenheid / 1143
8B.6.1 Inleiding / 1143
8B.6.2 Beëindiging van een fiscale eenheid / 1144
8B.6.3 Het ontvoegingstijdstip / 1148
8B.6.4 De vermogensopstellingen / 1149
8B.7 Materiële gevolgen van het einde van een fiscale eenheid voor de VPB / 1150
8B.7.1 Inleiding / 1150
8B.7.2 Art. 15aj Wet VPB 1969 / 1151
8B.7.3 Art. 15ai Wet VPB 1969 / 1166
8B.7.4 Investeringsaftrek en ontvoeging / 1182
8B.7.5 Art. 12a Wet VPB 1969 en ontvoeging / 1183
8B.8 Verrekening van verliezen, art. 15b-rente en voorheffingen na het ontvoegingstijdstip / 1183
8B.8.1 Inleiding / 1183
8B.8.2 Verrekening van verliezen bij een dochtermaatschappij (art. 15af Wet VPB 1969) / 1184
8B.8.3 Verrekening van verliezen bij een moedermaatschappij (art. 15ag Wet VPB 1969) / 1191
8B.8.4 De vooruitwenteling van art. 15b-rente na ontvoeging (art. 15ahb Wet VPB 1969) / 1194
8B.8.5 De verrekening van voorheffingen na ontvoeging (art. 15al Wet VPB 1969) / 1198
8B.9 Samenloop fiscale eenheid, fusie en juridische splitsing / 1199
8B.9.1 Inleiding / 1199
8B.9.2 Art. 14 Besluit FE 2003 / 1200
8B.9.3 Art. 17 Besluit FE 2003 / 1204
8B.9.4 Art. 18 Besluit FE 2003 / 1206
8B.9.5 Doorschuiving art. 15ai-claim en juridische fusie / 1206
8B.10 Overgangsrecht / 1208
8B.11 Zusters-fiscale eenheid en tussenmaatschappij-fiscale eenheid / 1208
8B.11.1 Inleiding / 1208
8B.11.2 De zusters-fiscale eenheid / 1208
8B.11.3 De tussenmaatschappij-fiscale eenheid / 1212
8B.11.4 Het einde van een zusters-fiscale eenheid / 1215
8B.11.5 Het einde van een tussenmaatschappij-fiscale eenheid / 1216
8B.11.6 Flankerende maatregelen / 1216
8B.12 Wet spoedreparatie fiscale eenheid / 1225
8B.12.1 Inleiding / 1225
8B.12.2 Art. 10a Wet VPB 1969 / 1226
8B.12.3 Art. 13, lid 9 tot en met 15, Wet VPB 1969 / 1232
8B.12.4 Art. 13, lid 17, Wet VPB 1969 / 1236
8B.12.5 Art. 13a Wet VPB 1969 / 1237
8B.12.6 Art. 20a Wet VPB 1969 / 1238
8B.12.7 Art. 15ba Wet VPB 1969 / 1244
Deel C / De fiscale eenheid van art. 15a Wet VPB 1969 / 1248
8C.1 Inleiding / 1248
8C.2 De vereisten voor een fiscale eenheid ex art. 15a Wet VPB 1969 / 1248
8C.2.1 Inleiding / 1248
8C.2.2 Juridische en economische verwevenheid / 1249
8C.2.3 Gelijke heffingstijdvakken / 1250
8C.2.4 De nadere voorwaarden moeten zijn vervuld / 1250
8C.2.5 Gelijke winstregimes / 1251
8C.2.6 Geen aftrek van uitgedeelde verlengstukwinst / 1252
8C.2.7 De lichamen van art. 15a Wet VPB 1969 / 1252
8C.2.8 Tegemoetkoming ter voorkoming van dubbele belasting / 1252
8C.2.9 Het verzoek / 1252
9 Emigratie, eindafrekening en objectvrijstelling / 1255
Deel A / Emigratie en eindafrekening / 1255
9A.1 Inleiding / 1255
9A.2 Art. 15c Wet VPB 1969 / 1256
9A.2.1 Inleiding / 1256
9A.2.2 Art. 15c, lid 1, Wet VPB 1969 / 1256
9A.2.3 Art. 15c, lid 2, Wet VPB 1969 / 1264
9A.3 Art. 15d Wet VPB 1969 / 1265
Deel B / De objectvrijstelling / 1265
9B.1 Inleiding / 1265
9B.2 Art. 15e Wet VPB 1969 (de objectvrijstelling) / 1266
9B.2.1 Inleiding / 1266
9B.2.2 Het bereik van de objectvrijstelling / 1267
9B.2.3 De berekening van de vrij te stellen voordelen / 1268
9B.2.4 Laagbelaste buitenlandse beleggingsondernemingen / 1269
9B.2.5 Objectvrijstelling en CFC-vaste inrichtingen / 1269
9B.2.6 Overige bepalingen (art. 15e Wet VPB 1969) / 1271
9B.3 Art. 15g Wet VPB 1969 (laagbelaste buitenlandse beleggingsondernemingen) / 1272
9B.4 Art. 15h Wet VPB 1969 (verrekening buitenlandse winstbelasting) / 1273
9B.4.1 Inleiding / 1273
9B.4.2 Positief saldo / 1274
9B.4.3 Negatief saldo / 1275
9B.5 Art. 15i Wet VPB 1969 (het stakingsverlies) / 1276
9B.5.1 Aftrek van het stakingsverlies / 1276
9B.5.2 Bijtelling van het stakingsverlies / 1277
9B.5.3 Beschikking / 1278
9B.6 Art. 15j Wet VPB 1969 (voortzetting activiteiten door verbonden lichaam) / 1278
9B.6.1 De regeling van art. 15j Wet VPB 1969 / 1278
9B.6.2 Doorschuiving stakingsverlies bij voeging en ontvoeging / 1279
9B.6.3 Stakingsverliezen en de liquidatieverliesregeling van art. 13d en 13e Wet VPB 1969 / 1282
10 De giftenaftrek / 1285
10.1 Inleiding / 1285
10.2 Giften met een zakelijk karakter / 1286
10.3 Giften zonder een zakelijk karakter (art. 16 Wet VPB 1969) / 1287
10.3.1 Het begrip giften / 1287
10.3.2 Het jaar van aftrek / 1288
10.3.3 Schriftelijke bescheiden / 1288
10.3.4 De begunstigde instellingen / 1288
10.3.5 Giften op instigatie van de aandeelhouder / 1289
10.3.6 Relatie tussen art. 16 en art. 9a Wet VPB 1969 / 1290
10.3.7 Cijfervoorbeelden van de giftenaftrek / 1291
10.4 Het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024 / 1292
11 De objectieve buitenlandse belastingplicht / 1295
11.1 Inleiding / 1295
11.2 Belastbare winst uit Nederlandse onderneming / 1296
11.2.1 Inleiding / 1296
11.2.2 Nederlandse onderneming / 1297
11.2.3 Winstbepaling van vaste inrichtingen / 1307
11.3 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang / 1316
11.3.1 Inleiding / 1316
11.3.2 Aanmerkelijk belang / 1318
11.3.3 Een in Nederland gevestigde vennootschap, niet zijnde een vrijgestelde beleggingsinstelling / 1319
11.3.4 De antimisbruikbepaling / 1319
11.3.5 Geen Nederlands ondernemingsvermogen / 1323
11.3.6 Bepaling van het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang / 1323
11.3.7 Anti-ontgaansbepaling / 1324
11.3.8 Omgekeerde hybride lichamen / 1324
11.4 Belastbare winst uit een BES-vaste inrichting / 1324
11.5 Het tarief / 1325
12 De verliescompensatie / 1329
12.1 Inleiding / 1329
12.2 Historie van de verliesverrekening in de Wet VPB 1969 / 1331
12.3 Het begrip verlies, termijnen van verliesverrekening en kwijtscheldingswinst / 1333
12.3.1 Het begrip verlies / 1333
12.3.2 Termijnen van verliesverrekening / 1334
12.3.3 Kwijtscheldingswinst en verliesverrekening / 1336
12.4 Beleggingsinstelling en verliesverrekening / 1337
12.5 De beperking van verliesverrekening bij houdster- en concernfinancieringsmaatschappijen zoals deze gold tot 2019 / 1337
12.6 Formele aspecten / 1338
12.6.1 Vaststelling van het verlies / 1338
12.6.2 Terugwenteling / 1340
12.6.3 Vooruitwenteling / 1343
12.7 Uitsluiting van verliesverrekening (art. 20a Wet VPB 1969) / 1345
12.7.1 Inleiding / 1345
12.7.2 Vooruitwenteling en belangenwijziging / 1346
12.7.3 Terugwenteling en belangenwijziging / 1374
12.7.4 Art. 20a en de fiscale eenheid / 1376
13 Het tarief van de vennootschapsbelasting / 1379
13.1 Het algemene tarief / 1379
13.2 Afwijkende tarieven / 1380
13.2.1 Beleggingsinstellingen ex art. 28 Wet VPB 1969 / 1380
13.2.2 Afkoop enz. van pensioen-, VUT- en loondervingsuitkeringen / 1380
13.2.3 Groene instellingen / 1381
14 Aanslag, voorheffingen en aansprakelijkheid / 1383
14.1 De aanslag / 1383
14.1.1 Inleiding / 1383
14.1.2 Het opleggen van een aanslag / 1384
14.1.3 Andere aspecten van de aanslag / 1384
14.2 De voorheffingen / 1386
14.2.1 Inleiding / 1386
14.2.2 Verrekening van voorheffingen / 1388
14.2.3 Nederlandse dividend- en kansspelbelasting zonder voorheffingskarakter / 1390
14.2.4 Formele aspecten (art. 25b Wet VPB 1969) / 1395
14.3 De invorderingswet / 1396
14.3.1 Termijnen / 1396
14.3.2 Aansprakelijkheid op basis van de Invorderingswet 1990 / 1396
15 De beleggingsinstelling ex art. 28 Wet VPB 1969 (FBI) / 1399
15.1 Hoofdlijnen van de regeling / 1399
15.2 Voorwaarden voor statusverwerving / 1399
15.2.1 Inleiding / 1399
15.2.2 De voorwaarden voor statusverkrijging / 1400
15.2.3 Statusverwerving / 1407
15.3 Winstbepaling / 1408
15.3.1 Herbeleggingsreserve / 1408
15.3.2 Belastbaar bedrag, voor uitdeling beschikbare winst en uitdelingstekort / 1408
15.3.3 Deelnemingsvrijstelling en deelnemingsverrekening / 1411
15.3.4 De afrondingsreserve / 1411
15.3.5 Tegemoetkomingen ter zake van bronbelasting / 1412
15.4 Statusverlies / 1412
16 De verzekeringsondernemingen / 1415
16.1 Inleiding / 1415
16.2 Belastingplicht voor de Wet VPB 1969 / 1415
16.3 Specifieke regels voor levensverzekeraars en naturauitvaartverzekeraars
/ 1416
16.3.1 Inleiding / 1416
16.3.2 Enkele begrippen / 1416
16.3.3 Subjectieve vrijstelling voor natura-uitvaartverzekeraars / 1418
16.3.4 Fiscale winstbepaling van levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars / 1418
16.3.5 De egalisatiereserve voor levensverzekeraars / 1421
16.4 Specifieke regels voor schadeverzekeraars / 1424
16.4.1 Inleiding / 1424
16.4.2 Voorziening Verzekeringsverplichtingen en schadereserve / 1425
16.4.3 De subjectieve vrijstelling voor schadeverzekeraars / 1426
16.4.4 De egalisatiereserve voor schadeverzekeraars / 1426
16.4.5 De calamiteitenreserve / 1428
16.4.6 Bijzondere regeling voor storm-, hagel-, krediet- of molestverzekeraars / 1428
Jurisprudentieregister / 1429
Trefwoordenregister / 1451
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan