Asser 3-VI Zekerheidsrechten

Voorwoord bij de zestiende druk IX
Uitgebreide inhoudsopgave XV
Enige afkortingen XXXI
Lijst van verkort aangehaalde werken XXXV

Hoofdstuk 1 - Inleiding 1
1.1 Introductie 1
1.2 Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers 4
1.3 Doorbreking gelijkheid van schuldeisers; voorrang 9
1.3.I Inleidende opmerkingen 9
1.3.II De rechten van pand en hypotheek 11
1.3.III Voorrechten 14
1.3.IV Andere wettelijke gronden van voorrang 15
1.3.V Feitelijke voorrang 15
1.4 Achterstelling 16
1.5 Opzet van dit deel 17

Hoofdstuk 2 - Regels betreffende pand en hypotheek in het algemeen 21
2.1 Inleiding 21
2.2 Vestiging van het recht van pand en hypotheek 35
2.3 Vestiging van zekerheidsrechten door rechtspersonen 41
2.4 Vestiging van zekerheidsrechten, ten gunste van wie? 52
2.5 Pand en hypotheek voor toekomstige vorderingen 59
2.6 De rechten van pand en hypotheek zijn nevenrechten 74
2.7 Ondeelbaarheid 82
2.8 Substitutie (zaaksvervanging) 86
2.9 Verbod van toe-eigening 92
2.10 Derdenpand en derdenhypotheek 95
2.11 Zekerheidsrechten en beslag 98
2.12 Zekerheidsrechten en faillissement 104
2.12.I Onvoltooide vestiging zekerheidsrecht ten tijde van de faillietverklaring (art. 35 Fw) 105
2.12.II Zekerheidsverstrekking en benadeling van het verhaalsvermogen (actio pauliana) 116
2.12.III Verrekening (art. 53-54 Fw) 124
2.12.IV Uitoefening van het zekerheidsrecht (separatisme) 130
2.12.V Afkoelingsperiode 145

Hoofdstuk 3 - Recht van pand 153
3.1 Pandrecht in het algemeen 153
3.1.I Aard en strekking van het recht 153
3.1.II Object van pandrecht 155
3.1.III Vorderingen tot zekerheid waarvoor pandrecht strekt 158
3.1.IV Vereisten voor vestiging van pandrecht 162
3.1.IV.A Geldige titel 163
3.1.IV.B Beschikkingsonbevoegdheid van de pandgever 164
3.1.IV.C Bekrachtiging 170
3.1.V Voorbehoud van pandrecht 171
3.1.VI Pandrecht op een aandeel in een goed 172
3.1.VII Beschikkingshandelingen door de pandgever 173
3.1.VIII Meervoudige verpanding 176
3.1.IX Herverpanding 183
3.1.X Tenietgaan van pandrecht 191
3.1.XI Overgangsrecht 202
3.2 Vuistpandrecht op roerende zaken en rechten aan toonder of order 205
3.2.I Vestiging van vuistpandrecht op roerende zaken 205
3.2.II Vestiging van pandrecht op rechten aan toonder of order 207
3.2.III Rechten en plichten van de pandhouder 209
3.2.IV Uitwinning 214
3.2.V Verdeling executieopbrengst 225
3.3 Vuistloos pandrecht op roerende zaken en op rechten aan toonder 228
3.3.I Inleiding 228
3.3.II Vestiging van vuistloos pandrecht; eis van registratie onderhandse akte 229
3.3.III Mededeling betreffende de beschikkingsbevoegdheid 234
3.3.IV Gevolgen van beschikkingsonbevoegdheid 236
3.3.V Vuistloos pand wordt vuistpand 239
3.3.VI Vuistloos pandrecht op toekomstige zaken 243
3.3.VII Vuistloos pandrecht op ‘hulpzaken’ 245
3.3.VIII Collisie van vuistloos pandrecht met rechten van derden 247
3.4 Pandrecht op vermogensrechten 256
3.4.I Algemeen 256
3.4.II Wijze van vestiging 259
3.4.III Pandrecht op effecten 260
3.4.IV Pandrecht op lidmaatschap in coöperatieve flatexploitatieverenigingen 267
3.4.V Pandrecht op assurantieportefeuilles 271
3.4.VI Pandrecht op intellectuele eigendomsrechten 273
3.4.VII De financiëlezekerheidsovereenkomst 274
3.5 Openbaar pandrecht op vorderingen op naam 278
3.5.I Wijze van vestiging 278
3.5.II Geen bescherming tegen onbevoegdheid 282
3.5.III Openbare verpanding van toekomstige vorderingen 284
3.5.IV Inning en verhaal door openbaar pandhouder 286
3.5.VI Verrekening door de pandhouder 295
3.6 Stil pandrecht op vorderingen op naam 299
3.6.I Algemeen 299
3.6.II Wijze en tijdstip van vestiging 303
3.6.III Beschikkingsonbevoegdheid van de stil pandgever 313
3.6.IV Vestiging van tweede pandrecht of van vruchtgebruik 314
3.6.V Vestiging bij voorbaat van stil pandrecht op toekomstige vorderingen 316
3.6.VI Stil pandrecht op vorderingen en faillissement pandgever 319
3.6.VII Collisie van stil pandrecht op vorderingen met rechten van derden 332
3.6.VIII Verrekening door de schuldenaar (art. 6:130 lid 2 BW) 338

Hoofdstuk 4 - Recht van hypotheek 341
4.1 Hypotheekrecht in het algemeen 341
4.1.I Historische ontwikkeling 341
4.1.II Aard en strekking van het hypotheekrecht 349
4.1.III Object van het hypotheekrecht 377
4.1.IV De gesecureerde vordering of vordering tot zekerheid waarvan hypotheekrecht strekt 395
4.1.V De hypotheekgever 399
4.1.VI De hypotheeknemer 412
4.1.VII Tenietgaan van hypotheekrecht. Doorhaling van de inschrijving (‘royement’) 414
4.2 Vestiging van hypotheekrecht 431
4.2.I De hypotheekakte 431
4.2.II De inhoud van de hypotheekakte nader beschouwd 437
4.2.III Inschrijving 445
4.2.IV Rang 449
4.3 Inhoud en bevoegdheden 455
4.3.I Werking tegenover eigenaar en derden 455
4.3.II Huurbeding 462
4.3.III Andere bijzondere bedingen 483
4.4 Verhaal en executie 494
4.4.I Recht van verhaal 494
4.4.II Recht van parate executie 499
4.4.III Executie; hoofdregel openbare verkoop 502
4.4.IV Uitzondering: onderhandse executoriale verkoop 520
4.4.V Vrijwillige onderhandse verkoop 527
4.4.VI Gevolgen executoriale verkoop 528
4.4.VII Derdenhypotheek 536
4.4.VIII Faillissement hypotheekgever 543
4.5 Overgangsrecht 548

Hoofdstuk 5 - Voorrechten 553
5.1 Verhaal, voorrecht en voorrang 553
5.1.I Inleiding 553
5.1.II Verhaal en voorrang 555
5.1.III Verhaal op goederen van derden 559
5.1.IV Vervallen voorrechten uit het oude recht 562
5.1.V Rangorde 563
5.1.VI Executiekosten 565
5.1.VII Substitutie (‘zaaksvervanging’) 566
5.1.VIII Tenietgaan van voorrechten 567
5.1.IX Overgangsrecht 569
5.2 Voorrechten op bepaalde goederen 570
5.2.I Kosten tot behoud 570
5.2.II Bearbeiding 573
5.2.III Vordering gezamenlijke appartementseigenaars of vereniging van eigenaars 576
5.2.IV Voorrecht benadeelde op de vordering van aansprakelijke op aansprakelijkheidsverzekeraar 576
5.3 Bevoorrechte vorderingen op alle goederen (algemene voorrechten) 579
5.3.I Kosten van de faillissementsaanvraag 580
5.3.II Kosten van lijkbezorging 581
5.3.III Overige algemene voorrechten 581
5.3.IV Fiscaal voorrecht 583

Hoofdstuk 6 - Retentierecht 591
6.1 Inleiding 591
6.2 Het samenhangvereiste 593
6.3 De vordering van de retentor 595
6.4 Bijzondere gevallen van retentierecht 596
6.5 De zaak moet in de macht van de retentor zijn; kenbaarheid 600
6.6 Geen volledig afhankelijk recht 603
6.7 Werking tegen andere schuldeisers 605
6.8 Derdenwerking 611
6.9 Verhaalsrecht en voorrang 617
6.10 Tenietgaan van retentierecht 619
6.11 Overeengekomen retentierecht 624

Hoofdstuk 7 - Eigendomsvoorbehoud 627
7.1 Inleiding 627
7.2 Levering en eigendomsverkrijging 631
7.3 Voorbehouden eigendom geen nevenrecht 636
7.4 Beperkt verlengd eigendomsvoorbehoud 638
7.5 Uitoefening van het eigendomsvoorbehoud 647
7.6 Overdracht van de zaak door de leverancier onder eigendomsvoorbehoud 650
7.7 Overdracht of verpanding door de verkrijger onder eigendomsvoorbehoud 654
7.8 Verlies van voorbehouden eigendom door de leverancier 666
7.9 Botsing van voorbehouden eigendom met rechten van derden 673

Zakenregister 679
Wetsartikelenregister 689
Jurisprudentieregister 703