Belastingrecht voor Bachelors en Masters Theorieboek 2024-2025
Gebonden Nederlands 2024 1e druk 9789463174459Samenvatting
Dit studieboek is geschreven door het onderwijs, voor het onderwijs. Een zeer uitgebreid auteursteam, bestaande uit docenten van bijna alle hogescholen in Nederland, heeft deze studiemethode ontwikkeld. Zij kennen per slot van rekening het beste de eisen en wensen die het onderwijs aan een studieboek op dit terrein stelt.
Het boek is gebaseerd op de wetgeving per 1 januari 2024 en volgt de structuur van de fiscale wetgeving, waarbij veel aandacht uitgaat naar de samenhang tussen de diverse onderdelen. Deze opzet en de zeer toegankelijke schrijfstijl maken dit boek geschikt voor de studierichtingen Accountancy, Finance & Control, SPD en Finance, Tax & Advice, maar ook voor opleidingen waar belastingrecht niet centraal staat, zoals HBO Rechten, Bedrijfskunde, Sociaal Juridische Dienstverlening etc.
Bij dit theorieboek behoort een opgavenboek met oefenopgaven, multiple choice-vragen en casusposities. Aan dit opgavenboek is een digitale leeromgeving gekoppeld met o.a. vraagstukken, video’s en begrippentrainers.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Algemene inleiding 1
1.1 Doel van belastingheffing 2
1.2 Plaats van het belastingrecht 3
1.2.1 Publiekrecht – privaatrecht 3
1.2.2 Plaats binnen de wetten 4
1.2.3 Materieel recht – formeel recht 4
1.3 Soorten belastingen 4
1.3.1 Inleiding 4
1.3.2 Wetgeving voor centrale overheid en lagere overheden 5
1.3.3 Directe en indirecte belastingen 5
1.3.4 Tijdstip- en tijdvakbelastingen 5
1.3.5 Aanslag- en aangiftebelastingen 5
1.3.6 Subjectieve en objectieve belastingen 6
1.4 Beginselen in het belastingrecht 7
1.5 Vindplaatsen in het belastingrecht 8
1.5.1 Wetgeving 8
1.5.2 Uitvoeringsregelingen en -besluiten 9
1.5.3 Europese richtlijnen 10
1.5.4 Besluiten 10
1.5.5 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur 10
1.5.6 Rechtspraak (jurisprudentie) 11
1.6 Partijen binnen het belastingrecht 12
1.6.1 Wetgever 12
1.6.2 Belastingdienst 13
1.6.3 Belastingplichtige 15
1.6.4 Belastingadviseur 16
1.6.5 Belastingrechter 16
1.7 Internationalisatie 17
2 Loonbelasting 19
2.1 Inleiding 20
2.2 Dienstbetrekking 21
2.2.1 Inleiding 21
2.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 21
2.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 23
2.2.4 Fictieve dienstbetrekking 24
2.2.5 Oneigenlijke dienstbetrekking 27
2.2.6 Huispersoneel 27
2.2.7 Tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking 28
2.3 Inhoudingsplichtige 28
2.3.1 Inleiding 28
2.3.2 Inhoudingsplicht bij echte dienstbetrekkingen 29
2.3.3 Inhoudingsplicht bij fictieve dienstbetrekkingen 30
2.3.4 Geen inhoudingsplicht 30
2.3.5 Samenhangende groep inhoudingsplichtigen 32
2.4 Loon 32
2.4.1 Inleiding 32
2.4.2 Belastbaar loon 32
2.4.3 Loon 32
2.4.4 Tabelloon 33
2.4.5 Loon in geld 34
2.4.6 Loon in natura 34
2.4.7 Aanspraken 38
2.4.8 Fooien 39
2.4.9 Auto van de zaak 40
2.4.10 Fiets van de zaak 44
2.4.11 Aandelenoptierechten 44
2.4.12 Gebruikelijk loon 45
2.5 Vrijstellingen 47
2.5.1 Inleiding 47
2.5.2 Vrijstellingen 47
2.6 Pensioen 48
2.6.1 Inleiding 48
2.6.2 Pensioenregeling 49
2.6.3 Pensioenstelsel 49
2.6.4 Pensioenuitkeringen 49
2.6.5 Pensioenopbouw 51
2.6.6 Pensioenverzekeraar 52
2.6.7 Oneigenlijke handelingen 52
2.7 Verschuldigde loonbelasting 53
2.7.1 Inleiding 53
2.7.2 Tarief 53
2.7.3 Loonheffingskorting 54
2.7.4 Loonbelastingtabellen 56
2.8 Moment van heffing 58
2.8.1 Inleiding 58
2.8.2 Afdracht op aangifte 60
2.9 Administratieve verplichtingen 60
2.9.1 Inleiding 60
2.9.2 Verplichtingen inhoudingsplichtige 60
2.9.3 Verplichtingen werknemer 62
2.9.4 Identificatieplicht 64
2.9.5 Fictieve diensttijd 64
2.10 Inhoudingsplichtige als belastingplichtige 64
2.10.1 Inleiding 64
2.10.2 Eindheffing toepassen 65
2.10.3 Gerichte vrijstellingen 66
2.10.4 Vrije ruimte 72
2.10.5 Pseudo-eindheffingen 73
2.11 Tarief 74
2.12 Naheffing van loonbelasting 75
2.12.1 Inleiding 75
2.12.2 Directe brutering 76
2.12.3 Indirecte brutering 76
2.12.4 Achterwege laten brutering 76
2.13 Uniform heffingsloon en premies werknemersverzekeringen 77
2.14 Loonberekening 77
3 Raamwerk Wet IB 81
3.1 Inleiding 82
3.2 Belastingplicht 82
3.2.1 Inleiding 82
3.2.2 Invloed belastingverdragen 82
3.2.3 Woonplaats 83
3.3 Inkomen en tarieven 84
3.3.1 Inleiding 84
3.3.2 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 85
3.3.3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 87
3.3.4 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 87
3.3.5 Verzamelinkomen 88
3.4 Heffingskortingen 88
3.4.1 Inleiding 88
3.4.2 Elementen van de heffingskorting 89
3.4.3 Overzicht van de heffingskortingen 93
3.5 Toerekeningsregels 94
3.5.1 Inleiding 94
3.5.2 Toerekening inkomen aan boxen 94
3.5.3 Toerekening inkomen minderjarig kind 96
3.5.4 Toerekening inkomen fiscale partners 97
3.5.5 Toerekening Afgezonderd Particulier Vermogen 98
3.6 Fiscaal partnerschap 99
3.7 Wijze van heffing 101
3.7.1 Inleiding 101
3.7.2 Voorheffingen 102
3.7.3 Voorlopige teruggaaf 103
3.7.4 Wel of geen aanslag 103
3.7.5 Codering aanslagen 105
3.7.6 Middeling 105
3.8 Toeslagen 106
4 Box 1: winst uit onderneming 107
4.1 Algemeen 108
Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden 108
4.2 Inleiding 108
4.3 Onderneming 109
4.4 Ondernemers en andere winstgenieters 111
4.4.1 Inleiding 111
4.4.2 Ondernemerschap 112
4.4.3 Urencriterium 115
4.4.4 Medegerechtigden 118
4.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/ onderneming 119
4.4.6 Wel of geen recht op vrijstellingen en faciliteiten 119
4.4.7 Beperkte verliesverrekening voor medegerechtigden en
schuldeisers met een specifieke vordering 120
4.5 Verhouding tussen winst uit onderneming en andere inkomensbronnen 121
Onderdeel B Bepalen van de belastbare winst uit onderneming 124
4.6 Inleiding 124
4.7 Basisprincipes fiscale winstbepaling 127
4.7.1 Inleiding 127
4.7.2 Goed koopmansgebruik 127
4.7.3 Balanscontinuïteit en foutenleer 129
4.8 Vermogensetikettering 131
4.8.1 Inleiding 131
4.8.2 De wijze van etikettering 132
4.8.3 Vermogensetikettering en huwelijksgoederenregime 136
4.8.4 Keuzeherziening 136
4.9 Waardering van vermogensbestanddelen 137
4.9.1 Inleiding 137
4.9.2 Bedrijfsmiddelen 138
4.9.3 Vorderingen 143
4.9.4 Effecten 144
4.9.5 Voorraden 144
4.9.6 Onderhanden werk 147
4.9.7 Schulden 148
4.9.8 Voorzieningen 148
4.9.9 Toekomstige loon- en prijsstijgingen 148
4.10 Kapitaalstortingen en -onttrekkingen 149
4.10.1 Inleiding 149
4.10.2 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning 150
4.10.3 Privégebruik auto van de zaak 151
4.10.4 Privégebruik fiets van de zaak 152
4.11 Niet aftrekbare en beperkt aftrekbare kosten 152
4.11.1 Inleiding 152
4.11.2 Algemene uitsluiting van aftrek 153
4.11.3 Algemene aftrekbeperking 153
4.11.4 Uitgesloten aftrek van kosten t.b.v. de ondernemer 154
4.11.5 In aftrek beperkte kosten t.b.v. de ondernemer 155
4.12 Vrijstellingen 156
4.12.1 Inleiding 156
4.12.2 Bosbouwvrijstelling 157
4.12.3 Landbouwvrijstelling 157
4.12.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling 158
Onderdeel C Ondernemings- en ondernemersfaciliteiten 159
4.13 Inleiding 159
4.14 Willekeurige afschrijving 160
4.15 Investeringsaftrek 162
4.15.1 Inleiding 162
4.15.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 164
4.15.3 Energie-investeringsaftrek 166
4.15.4 Milieu-investeringsaftrek 166
4.16 Desinvesteringsbijtelling 167
4.17 Kostenegalisatiereserve 168
4.18 Herinvesteringsreserve 170
4.19 Oudedagsreserve 173
4.20 Ondernemersaftrek 173
4.20.1 Inleiding 173
4.20.2 Zelfstandigenaftrek 174
4.20.3 Startersaftrek 175
4.20.4 Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 175
4.20.5 Meewerkaftrek 176
4.20.6 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 177
4.21 De mkb-winstvrijstelling 178
Onderdeel D Staking van de onderneming 178
4.22 Inleiding 178
4.23 Stakingswinst en stakingsfaciliteiten 180
4.23.1 Inleiding 180
4.23.2 Begrip stakingswinst 180
4.23.3 Stakingsaftrek 183
4.23.4 Bedingen lijfrente bij bedrijfsbeëindiging 184
4.23.5 Doorschuiving onderneming 185
4.24 Overdracht van de onderneming 186
4.24.1 Inleiding 186
4.24.2 Verhuur van de onderneming 187
4.24.3 Overdracht tegen een winstrecht 188
4.24.4 Overdracht aan medeondernemer(s) of werknemer(s) 189
4.25 Liquidatie 191
4.26 Overlijden van de ondernemer 191
4.26.1 Overlijdenswinst 191
4.26.2 Doorschuiffaciliteit 192
4.27 Ontbinding huwelijksgemeenschap 192
4.27.1 Fictieve overdracht van 50% van de onderneming 192
4.27.2 Verplichte doorschuiving 193
4.28 Staking gevolgd door het starten van een nieuwe onderneming 193
4.29 Overige gevallen van eindafrekeningswinst 194
4.30 Overdracht onderneming aan een eigen bv 195
4.30.1 Inleiding 195
4.30.2 Ruisende inbreng 196
4.30.3 Geruisloze omzetting 199
4.31 Het aangaan van of het uittreden uit een samenwerkingsverband 203
4.31.1 Inleiding 203
4.31.2 Het voorbehoud van de stille reserves 206
4.31.3 Creëren van buitenvennootschappelijk vermogen 206
4.31.4 Inbreng tegen de werkelijke waarde zonder herwaardering op fiscale balans 208
4.31.5 Ingroeiregeling met oplopend winstaandeel 209
4.31.6 Het uittreden uit een samenwerkingsverband 210
5 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning
5.1 Inleiding 214
5.2 Algemene bepalingen binnen box 1 215
5.2.1 Inleiding 215
5.2.2 Waardering van niet in geld genoten inkomen 215
5.2.3 Tijdstip waarop inkomsten worden belast 215
5.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten of uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aftrek mogen worden gebracht 216
5.3 Belastbaar loon 217
5.3.1 Inleiding 217
5.3.2 Loon 217
5.3.3 Fooien 218
5.3.4 Reisaftrek 218
5.4 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 220
5.4.1 Inleiding 220
5.4.2 Terbeschikkingstelling aan de onderneming van een verbonden persoon 222
5.4.3 Terbeschikkingstelling aan de eigen bv of die van een verbonden
persoon 224
5.4.4 Bepalen van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden 225
5.4.5 Opwaarderingsreserve 228
5.4.6 Lucratief belang 229
5.5 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 230
5.5.1 Inleiding 230
5.5.2 Aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen 231
5.5.3 Termijnen van gefacilieerde lijfrenten 232
5.5.4 Aftrekbare kosten 233
5.6 De belastbare inkomsten uit eigen woning 233
5.6.1 Inleiding 233
5.6.2 Begrip eigen woning 234
5.6.3 Eigenwoningforfait 236
5.6.4 Tijdelijke verhuur 238
5.6.5 Kamerverhuurvrijstelling 239
5.6.6 Rente eigenwoningschuld 241
5.6.7 Eigenwoningschuld (oud regime) 257
5.6.8 Voordeel uit KVEW / SEW / BEW 261
5.7 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld 262
5.8 De uitgaven voor inkomensvoorzieningen 264
5.8.1 Inleiding 264
5.8.2 Lijfrentevoorzieningen 265
5.8.3 Toegelaten aanbieders 270
5.8.4 Premies 270
5.8.5 Tijdstip van aftrek 273
5.9 De negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen 273
5.10 Negatieve persoonsgebonden aftrek 275
5.11 Te verrekenen verliezen uit werk en woning 277
6 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 279
6.1 Inleiding 280
6.2 Aanmerkelijk belang 281
6.2.1 Inleiding 281
6.2.2 ‘Gewoon’ aanmerkelijk belang 282
6.2.3 Meesleepregeling 285
6.2.4 Meetrekregeling 285
6.2.5 Fictief aanmerkelijk belang 286
6.2.6 Aanmerkelijk belang en het huwelijksvermogensrecht 287
6.3 Reguliere voordelen 288
6.4 Kosten ter verwerving van reguliere voordelen 292
6.5 Vervreemdingsvoordelen 293
6.5.1 Inleiding 293
6.5.2 Overdrachtsprijs 293
6.5.3 Verkrijgingsprijs 297
6.6 Fictieve vervreemdingen 300
6.7 Doorschuifregelingen 304
6.7.1 Inleiding 304
6.7.2 Doorschuiven bij aangaan of verbreken huwelijksgemeenschap 305
6.7.3 Doorschuiven als belang daalt tot minder dan 5% 308
6.7.4 Doorschuiven en fusies 308
6.7.5 Doorschuiven en geruisloze terugkeer 309
6.8 Aanmerkelijk belang en overlijden 309
6.9 VBI en buitenlandse beleggingslichamen 313
6.9.1 VBI 313
6.9.2 Buitenlandse beleggingslichamen 315
6.10 Genietingsmoment 317
6.11 Verliesverrekening 318
7 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 321
7.1 Inleiding 322
7.2 Forfaitair rendement 322
7.2.1 Inleiding 322
7.2.2 Verleden, heden en toekomst van box 3 322
7.2.3 Berekening inkomen box 3 325
7.2.4 Peildatum 327
7.2.5 Heffingvrij vermogen 328
7.2.6 Persoonsgebonden aftrek 329
7.2.7 Tarief 329
7.2.8 Twee voorbeelden: van vermogen naar te betalen belasting 330
7.2.9 Peildatumarbitrage 332
7.3 Bezittingen 334
7.3.1 Inleiding 334
7.3.2 Onroerende zaken 334
7.3.3 Rechten op onroerende zaken 335
7.3.4 Roerende zaken 335
7.3.5 Rechten op roerende zaken 336
7.3.6 Rechten die niet op zaken betrekking hebben 337
7.3.7 Overige vermogensrechten 337
7.4 Schulden 338
7.4.1 Inleiding 338
7.4.2 Belastingschulden 338
7.4.3 Drempelbedrag 339
7.5 Vrijstellingen 339
7.5.1 Inleiding 339
7.5.2 Verkrijging krachtens erfrecht 340
7.5.3 Bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen 341
7.5.4 Artistieke en wetenschappelijke voorwerpen 341
7.5.5 Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 342
7.5.6 Rechten op overlijdens- en invaliditeitsuitkeringen 342
7.5.7 Contanten en waardebonnen 343
7.5.8 Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 343
7.5.9 Groene beleggingen 344
7.5.10 Nettolijfrenten 344
7.5.11 Nettopensioen 345
7.6 Waardering 345
7.6.1 Inleiding 345
7.6.2 Tweede woning en andere woningen anders dan de eigen woning 346
7.6.3 Effecten 347
7.6.4 Genotsrechten 349
8 Persoonsgebonden aftrek 355
8.1 Inleiding 356
8.2 Tijdstip van aftrek 357
8.3 Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen 357
8.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 360
8.4.1 Opbouw uitgaven specifieke zorgkosten (art. 6.17 Wet IB) 361
8.4.2 Beperking uitgaven voor specifieke zorgkosten (art. 6.18 Wet IB) 362
8.4.3 Verhoging uitgaven voor specifieke zorgkosten (art. 6.19 Wet IB) 363
8.4.4 Drempel uitgaven specifieke zorgkosten (art. 6.20 Wet IB) 363
8.4.5 Tegemoetkomingsregeling specifieke zorgkosten 364
8.5 Weekenduitgaven voor gehandicapten (art. 6.25 en 6.26 Wet IB) 365
8.6 Aftrekbare giften (art. 6.32 – 6.39a Wet IB) 366
9 Vennootschapsbelasting 369
9.1 Inleiding 370
9.2 Subjectieve belastingplicht (wie?) 371
9.2.1 Inleiding 371
9.2.2 Binnenlandse belastingplicht 371
9.2.3 Vrijstellingen 375
9.3 Objectieve belastingplicht (waarover?) 378
9.3.1 Grondslag bepalen 378
9.3.2 Stap 1: saldo fiscale resultatenrekening berekenen 378
9.3.3 Stap 2: fiscale winst bepalen 382
9.3.4 Stap 3: belastbaar bedrag bepalen 384
9.3.5 Schematisch overzicht berekening belastbaar bedrag 385
9.3.6 Kapitaalstortingen 385
9.3.7 Onttrekkingen 392
9.3.8 Aftrekbare bedragen 396
9.3.9 Niet-aftrekbare bedragen 397
9.3.10 Giften 398
9.3.11 Te verrekenen verliezen 399
9.3.12 Eindafrekening 402
9.4 Tarief (hoeveel?) 403
9.4.1 Normaal tarief 403
9.4.2 Bijzonder tarief: fiscale beleggingsinstelling 404
9.4.3 Bijzonder tarief: innovatiebox 404
9.5 Renteaftrekbeperkingen 405
9.5.1 Inleiding 405
9.5.2 Hybride lening (art. 10b Wet Vpb) 406
9.5.3 Kasrondjes en leningen van verbonden lichamen 407
9.5.4 Earningsstrippingsmaatregel 409
9.6 Deelnemingsvrijstelling 411
9.6.1 Inleiding 411
9.6.2 Begrip deelneming 412
9.6.3 Gevolgen deelnemingsvrijstelling 415
9.6.4 Deelnemingskosten 417
9.6.5 Liquidatieverliezen 417
9.7 (Afgewaardeerde) vorderingen 421
9.7.1 Inleiding 421
9.7.2 Vervreemden dan wel overbrengen van afgewaardeerde vordering 421
9.7.3 Omzetten afgewaardeerde vordering 422
9.8 Fiscale eenheid 424
9.8.1 Inleiding 424
9.8.2 Voorwaarden voor aangaan fiscale eenheid 425
9.8.3 Gevolgen van aangaan fiscale eenheid 427
9.8.4 Voorwaarden en gevolgen beëindiging 430
9.9 Fusie & splitsing 432
9.9.1 Inleiding 432
9.9.2 Aandelenfusie 432
9.9.3 Bedrijfsfusie 434
9.9.4 Juridische fusie 437
9.9.5 Juridische splitsing 439
9.10 Geruisloze terugkeer 440
9.10.1 Inleiding 440
9.10.2 Vennootschapsbelasting 441
9.10.3 Inkomstenbelasting: aanmerkelijkbelangheffing (box 2) 444
9.10.4 Inkomstenbelasting: winst uit onderneming (box 1) 444
9.11 Dividendbelasting 446
10 Omzetbelasting 449
10.1 Inleiding 450
10.2 Wat is omzetbelasting? 451
10.2.1 Inleiding 451
10.2.2 Invloed Unie 452
10.3 Wie moet omzetbelasting voldoen? 454
10.3.1 Inleiding 454
10.3.2 Ondernemer 454
10.3.3 Overheid 460
10.3.4 Fiscale eenheid 461
10.4 Belastbaar feit 1: de levering van goederen 464
10.4.1 Inleiding 464
10.4.2 Leveringen van goederen 465
10.4.3 Specifieke situaties 472
10.4.4 Plaats van de levering 476
10.5 Belastbaar feit 2: Intracommunautaire verwerving (ICV) 482
10.5.1 Inleiding 482
10.5.2 Het huidige systeem: ICP 483
10.5.3 Overbrenging van een eigen goed naar een andere lidstaat 484
10.5.4 Gevolgen ICV 485
10.5.5 Uitgesloten ICT 486
10.6 Belastbaar feit 3: ICV van nieuwe vervoermiddelen 487
10.7 Belastbaar feit 4: invoer 487
10.7.1 Inleiding 488
10.7.2 Invoer 488
10.7.3 Uitvoer 488
10.8 Belastbaar feit 5: diensten 489
10.8.1 Inleiding 489
10.8.2 Het begrip dienst 489
10.8.3 Plaats van dienst 491
10.9 Belastbaar feit: gemengde prestaties 504
10.10 Waarover moet omzetbelasting worden berekend? 505
10.10.1 Inleiding 505
10.10.2 De vergoeding 505
10.10.3 Maatstaf van heffing bij interne leveringen 509
10.10.4 Maatstaf van heffing bij fictieve diensten 510
10.10.5 Maatstaf van heffing bij invoer 512
10.11 Hoeveel omzetbelasting moet er worden voldaan? 513
10.11.1 Inleiding 513
10.11.2 Tabel I 514
10.11.3 Tabel II 514
10.12 In hoeverre recht op de aftrek van voorbelasting? 515
10.12.1 Inleiding 515
10.12.2 Voorwaarden aftrek van voorbelasting 515
10.12.3 Aftrek bij belaste en vrijgestelde prestaties 520
10.12.4 Vooraftrek bij invoer 526
10.12.5 Aftrek voorbelasting en personenauto 526
10.12.6 Aftrek buitenlandse omzetbelasting 530
10.12.7 Uitsluiting aftrek voorbelasting 533
10.12.8 Correctie ten onrechte betaalde omzetbelasting of verleende aftrek voorbelasting 534
10.13 Door wie en wanneer moet de omzetbelasting worden voldaan? 537
10.13.1 Inleiding 537
10.13.2 Wie voldoet de omzetbelasting? 537
10.13.3 Verleggingsregelingen 537
10.13.4 Wanneer wordt de omzetbelasting voldaan? 540
10.13.5 Factuurstelsel 540
10.13.6 Kasstelsel 541
10.13.7 Aangifte en betaling 542
10.14 Welke vrijstellingen kent de Wet OB? 543
10.14.1 Inleiding 543
10.14.2 Verhuur onroerende zaken 544
10.14.3 Levering van onroerende zaken 547
10.14.4 Overige vrijstellingen 549
10.14.5 Vrijgesteld beroep uitgeoefend in een bv 550
10.15 Bijzondere regelingen 550
10.15.1 Inleiding 550
10.15.2 De kleineondernemersregeling (KOR) 550
10.15.3 Margeregeling 556
10.15.4 Overdracht van een onderneming 560
10.16 Administratieve verplichtingen 561
10.16.1 Inleiding 561
10.16.2 Boekhoudverplichting 562
10.16.3 Factuurverplichting 562
10.16.4 Administratieve verplichtingen en ICP (listing) 566
10.16.5 Forfaitaire berekeningsmethode 568
10.17 Samenvatting en formulieren omzetbelasting 572
11 Schenk- en erfbelasting 575
11.1 Inleiding 576
11.2 Fiscale woonplaats 576
11.3 De tarieven 577
11.4 Vrijstellingen erfbelasting 580
11.5 Vrijstellingen schenkbelasting 583
11.6 Schenkbelasting 586
11.6.1 Schenkingsplan 587
11.6.2 Schuldigerkenning 589
11.6.3 Geldlening tegen te lage rente 589
11.6.4 Voorwaardelijke schenkingen 590
11.7 Verkrijgingen krachtens erfrecht 591
11.7.1 Wettelijk erfrecht 592
11.7.2 De wettelijke verdeling 594
11.7.3 Testamenten 595
11.7.4 Erfrechtelijke verkrijgingen bij wetsfictie 598
11.7.5 Algemene erfrechtelijke wetsficties 599
11.7.6 Huwelijksgoederenrechtelijke ficties 601
11.7.7 Eigendom omzetten in vruchtgebruik (art. 10 SW) 603
11.7.8 Verkrijging op grond van een overeenkomst bij overlijden (art. 11 SW) 605
11.7.9 Levensverzekeringen (art. 13 SW) en pensioen-bv’s (art. 13a SW) 608
11.7.10 Afgezonderde particuliere vermogens (art. 16 SW) 610
11.8 Waarderingsregels 611
11.9 Verkrijgingen vrij van recht 616
11.10 Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet 617
11.11 Aangifte doen 621
12 Wet Belastingen van Rechtsverkeer 623
12.1 Inleiding 624
12.2 Overdrachtsbelasting 624
12.2.1 Het belastbare feit 624
12.2.2 Fictieve onroerende zaken 626
12.2.3 Uitgezonderde verkrijgingen 628
12.2.4 Maatstaf van heffing 629
12.2.5 Beperkte rechten 630
12.2.6 Verdeling van gezamenlijke eigendom of gezamenlijke rechten 633
12.2.7 Verkrijgingen binnen 6 maanden na de vorige verkrijging 634
12.2.8 Tarief en vrijstellingen 634
12.2.9 Samenloop met erf- of schenkbelasting 643
12.2.10 Wijze van heffing van overdrachtsbelasting 643
12.2.11 Teruggaaf van overdrachtsbelasting 643
12.3 Assurantiebelasting 644
13 Formeel belastingrecht 645
13.1 Inleiding 646
Onderdeel A Algemene wet inzake rijksbelastingen 646
13.2 Inleiding 646
13.3 Begripsbepalingen 647
13.4 Woonplaats of vestigingsplaats 649
13.5 De aangifte 650
13.5.1 Inleiding 650
13.5.2 Uitnodiging tot het doen van aangifte 650
13.5.3 Verplichtingen met betrekking tot de aangifte 651
13.5.4 Termijnen 652
13.5.5 Actieve informatieverplichting 653
13.6 Aanslagbelastingen 653
13.6.1 Inleiding 653
13.6.2 Opleggen aanslag 654
13.6.3 Voorlopige aanslag 655
13.6.4 Te verrekenen bedragen 655
13.6.5 De navorderingsaanslag 655
13.6.6 Chronologisch overzicht 658
13.7 Aangiftebelastingen 658
13.7.1 Inleiding 658
13.7.2 Tijdvak- en tijdstipbelastingen 659
13.7.3 Naheffingsaanslag 659
13.7.4 Chronologisch overzicht 661
13.8 Bezwaar en beroep 661
13.8.1 Inleiding 661
13.8.2 Bezwaarschrift 662
13.8.3 Beroep bij de rechtbank 666
13.8.4 Het hoger beroep bij het gerechtshof 669
13.8.5 Het beroep in cassatie bij de Hoge Raad 670
13.9 Belastingrente 672
13.10 Revisierente 674
13.11 Vertegenwoordiging 674
13.12 Verplichtingen ten dienste van de belastingheffing 676
13.12.1 Inleiding 676
13.12.2 Informatieplicht met betrekking tot de eigen belastingheffing 676
13.12.3 Informatieverplichtingen in internationale verhoudingen 677
13.12.4 Identificatieplicht 677
13.12.5 Toegang tot gebouwen 678
13.12.6 Geheimhouding 678
13.12.7 Administratie 679
13.12.8 De informatiebeschikking 680
13.12.9 Informatieplicht met betrekking tot belastingheffing bij derden 681
13.13 Domicilie 681
13.14 Hardheidsclausule 681
13.15 Ambtshalve vermindering 682
13.16 Bestuurlijke boeten 683
13.16.1 Inleiding 683
13.16.2 Verzuimboete 684
13.16.3 Vergrijpboete 684
13.16.4 Voorschriften inzake het opleggen van bestuurlijke boeten 686
13.16.5 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 686
13.17 Strafrechtelijke bepalingen 687
Onderdeel B Invorderingswet 688
13.18 Inleiding 688
13.19 Invorderingstermijn 689
13.20 Versneld invorderen 690
13.21 Dwanginvordering 691
13.22 Verzet 694
13.23 Verrekening van bedragen 694
13.24 Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring 694
13.25 Invorderingsrente 695
13.26 Aansprakelijkheid 696
13.27 Formaliteiten bij de aansprakelijkstelling 699
13.28 Verplichtingen met betrekking tot de invordering 700
14 Internationaal belastingrecht 703
14.1 Inleiding 704
14.2 Buitenlandse belastingplichtigen op basis van de Wet Inkomstenbelasting 705
14.3 Buitenlandse belastingplichtigen op basis van de Wet op de vennootschapsbelasting 708
14.4 Heffingsbeginselen 709
14.5 Economisch en juridisch dubbele heffing 712
14.6 Woon- of vestigingsplaats 713
14.7 Voorkomen dubbele belasting 716
14.7.1 Verdragen 716
14.7.2 Eenzijdige maatregelen 726
14.8 Dividend, interest en royalty’s 729
14.8.1 Dividend 729
14.8.2 Interest 730
14.8.3 Royalty’s 731
14.8.4 Bronbelasting op interest en royalty’s 732
14.9 Winsttoedeling 733
14.10 Uitzending van werknemer 735
14.11 EU-recht en het belastingrecht in het kort 737
14.12 Internationale maatregelen tegen belastingontwijking 739
14.12.1 Controlled foreign company 740
14.12.2 Hybride mismatches 741
14.12.3 Pillar II: Wet minimumbelasting 2024 742
Index 743
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan