Stijging werkloosheid begonnen
De afgelopen drie maanden waren 314.000 personen werkloos. Dat is 4,1 procent van de beroepsbevolking. De voor seizoen gecorrigeerde werkloosheid kwam uit op 306 duizend personen. Vergeleken met de drie maanden ervoor zijn er drieduizend werklozen bijgekomen maar is het totale aantal ligt nog altijd zevenduizend lager een jaar ervoor. De recessie begint zijn doorwerking wel te krijgen maar langzaam.
De prognoses van het Centraal Plan Bureau, die deze week verschenen, doen vrezen dat de meevallende stijging van de werkloosheid een stilte voor de storm is. Dit jaar zal de economische economie met 3,5 procent krimpen, de grootste achteruitgang sinds 1931, en volgend jaar met een kwart procent. De werkloosheid zal dit jaar nog oplopen tot 5,5 procent en in 2010 tot 8,75 procent, tot 675.000 personen. Het aantal vacatures nam sinds de laatste maanden van 2008 scherp af. Het aantal faillissementen nam toe evenals het aantal ontslagaanvragen. Maar niet in alle sectoren.
Werkloosheid betreft jonge mannen in marktsector
Niet alle sectoren van de Nederlandse economie krijgen het even zwaar te duren. De werkgelegenheid neemt alleen af in de marktsector, in de industrie, de bouw en dienstverlening. In dit jaar met 2,25 procent en volgend jaar met 6 procent. In de zorgsector groeit de werkgelegenheid met 2,5 procent en in 2010 met 1,5 procent vanwege de doorgaande vergrijzing. Bij de overheid is er ook nog groei in de werkgelegenheid maar lager dan in de zorg: 0,20 procent en 0,5 procent.
De Nederlandse arbeidsmarkt kent door de krimp in de marktsector een zekere segregatie naar geslachten. In de industrie, bouw en zakelijke dienstverleningen werken meer mannen dan vrouwen. In de zorg en het onderwijs, die op de topfuncties na grotendeels gefeminiseerd zijn is het omgekeerde het geval. Daarom is onder mannen de werkloosheid in een jaar tijd met 19.000 gestegen, terwijl die van vrouwen met 26.000 gedaald is. Het gaat dan ook nog om mannen tot 45 jaar.
Mobiliteitscentra
Een van de maatregelen om de gevolgen van de recessie te verzachten is het landelijke netwerk van mobiliteitscentra. Donner heeft in december vorig jaar de opdracht gegeven om tot een sluitend geheel te komen om werklozen van werk naar werk te begeleiden. Deze maand (maart 2009) opende staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het 33ste mobiliteitscentrum van het UWV WERKbedrijf in Leeuwarden.
Deze centra zijn op de leest van flexicurity geschoeid, een concept dat de sociale partners, overheid, WRR en experts in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld om de arbeidsmarkt te moderniseren. De baanzekerheid moest vervangen worden door werkzekerheid. Dit zou de arbeidsmarkt flexibiliseren terwijl de sociale zekerheid voor de beroepsbevolking tegelijkertijd gehandhaafd kon blijven. De kredietcrisis heeft de invoering van dit concept versneld. De nieuwe mobiliteitscentra zijn er de noodgedwongen praktische uitwerking van.
Zij treden vooral in werking bij massaontslagen. Hun taak is drieërlei. Zij begeleiden werknemers die met ontslag bedreigd worden naar ander werk, regelen detachering van tijdelijk overtollig personeel bij collega-werkgevers en helpen bij na- en omscholing van werknemers die in een andere sector hun geluk willen en moeten beproeven.
Ook private bemiddelingsbureaus of interne mobiliteitscentra van grote bedrijven hebben een vergelijkbare functie. Zo konden technici van Corus onlangs herplaatst worden bij technische afdelingen van Defensie.
Nuttig?
De nieuwe mobiliteitscentra moeten hun waarde nog bewijzen. Want hoewel zij het steeds drukker krijgen, moet de ontslaghausse nog komen. Uit het verleden is bekend dat wie snel na ontslag een nieuwe baan krijgt, duurzaam aan het werk blijft. 65 Procent van de mensen heeft binnen een jaar een nieuwe baan. De taak van de mobiliteitscentra is derhalve om de periode tussen ontslag en nieuw werk zo kort mogelijk te houden.
Zolang er genoeg banen in de regionale arbeidsmarkten zijn, zullen deze centra hun waarde wel bewijzen. De begeleiders kennen de arbeidsmarkt, de ondernemers, scholingsinstitituten, vakbonden en OR’s doorgaans wel. Maar wat moet je als de vacatures dalen? Wat moet je aan met het zoveelste cohort ontslagen technici? Weer bij Defensie plaatsen? Ook hun opnamecapaciteit is niet oneindig.
En stel dat er dan verhuisd moet worden omdat in andere regio’s nog wel banen zijn, hoe bereidwillig zullen de personen zijn? Nederlandse werknemers staan niet bekend als een reislustig volkje als het om banen gaat. Het 1,5 fte-model van de gezinnen (de man werkt full time, de vrouw part time) komt onder druk te staan. Verhuizen wordt dan opeens een zoektocht naar twee banen in plaats van één.
De grootste uitdaging zal ontstaan als de marktsector op slot gaat en de vacatures nagenoeg vervuld zijn. Dan is de begeleiding naar andere branches de enige uitweg. Maar wat voor een uitweg! De facto houdt deze in dat jonge mannen die in de industrie, bouw en zakelijke dienstverlening hun emplooi vonden omgeschoold moeten worden tot leraar of zorghulp. Want daar zijn de komende jaren de vacatures te vinden. De meeste zie ik dat niet doen en zeker niet ‘con amore’. Niet iedereen heeft het geduld om met kinderen en zieken te tuttelen. Niet iedereen is hiervoor geschikt.
En zelfs al ben je getalenteerd, dan nog is de omscholing niet binnen een vloek en zucht gereed. Om van een vrachtwagenchauffeur of van een lasser een docent te maken zullen maanden, zo niet jaren scholing nodig zijn. We zullen slechts enkele mannen onder de 45 dit traject zien bewandelen. De mobiliteitscentra zullen er hun handen niet aan vuil maken. De kans op mislukking is te groot. Nee, herplaatsing kan succesvol zijn, zeker, maar alleen als deze binnen de branche plaatsvindt.
Managers en ontslag
Goede werknemers zien hun ontslag al aankomen. Zij laten de zaken doorgaans niet op hun beloop. Direct naar ander werk zoeken is geboden. Het blijkt dat wie voordat de anderen op de arbeidsmarkt komen nieuw werk zoekt, de meeste kansen heeft. Managers zullen hierin een proactieve rol moeten spelen: meedenken en contacten leggen. Een leidinggevende van een groot makelaarskantoor die ik onlangs sprak en die 15 van zijn 90 mensen in de komende maanden moet ontslaan, polst nu al bij collega-bedrijven om zijn medewerkers een veilig heenkomen te bieden. Dat is fraai en sociaal management.
Over Joep Schrijvers
Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.