Gedrag (in neuro-termen het equivalent van het reptielenbrein) is inmiddels al aardig verankerd in de wereld van management, zeg maar gerust een containerbegrip dat nog even flink is opgeschud na het magische Darwin jaar, maar op de een of andere manier is dat volstrekt logische gedrag als verklaring voor ons handelen aan economen voorbij gegaan. Misschien komt dat wel omdat economen denken dat economie zelf het allesbepalende systeem is terwijl het in feite een subsysteem is van iets veel alomvattender. Voor een milieueconoom als Herman Daly is dat het ecosysteem, voor een Zwarte Zwaan als Nassim Nicholas Taleb is dat ‘alles’, het feitelijk niet te vatten complexe systeem.
In zijn nieuwste boek Antifragile laat hij overtuigend zien dat complexe (non-lineaire) systemen beter bestand zijn tegen schokken van buitenaf dat geconstrueerde (lineaire) werkelijkheden. Even heel simpel: complexe systemen gaan uit van onvoorspelbaarheid en wapenen zich hiertegen door talloze verdedigingsmuren (weinig efficiënt, heel effectief) op te trekken, enkelvoudige systemen gaan uit van voorspelbaarheid, voor zover bekend of causaal te herleiden, en wapenen zich navenant (Taleb noemt dat ‘robuust’): heel efficiënt maar weinig effectief. Een typisch voorbeeld is Fukushima: deze kernreactor kon elke bekende (!) aardschok met speels gemak weerstaan, maar waar geen rekening mee was gehouden, was met een tsunami. Economie is een ander typisch voorbeeld: een typisch geconstrueerd (lineair) vakgebied dat per definitie oplossingen aandraagt voor de problemen van gisteren omdat het niet weet wat er morgen kan gebeuren. Pregnant voorbeeld: banken doorstaan vandaag elke stresstest van gisteren. Met andere woorden: de banken zijn nu zo ‘gekapitaliseerd’ om de problemen van gisteren te pareren, maar niet die van morgen.
Het meest typische boek is misschien wel dat van Robert Frank met de veelzeggende titel The Darwin Economy. Volgens Frank is niet Adam Smith de vader van de economie maar Charles Darwin. Want net als in de natuur zie je in de economie dat wat goed is voor het individu schadelijk is voor de groep. Smith meende dat competitie ervoor zorgt dat uiteindelijk het belang van iedereen wordt gediend, maar het is weer de natuur die dat argument weerlegt. Frank voert nu de wapiti op die een enorm gewei heeft ontwikkeld om de ‘vrouwtjes’ te verleiden. Maar helaas is dat gewei een loden last om jagers af te weren zodat de hele soort in gevaar is. De homo economicus volgt hetzelfde pad: we concurreren ons suf met elkaar om er als groep aan onderdoor te gaan. We vechten voor het relatieve eigenbelang en laten daarmee het algemeen (ieders) belang liggen zodat we uiteindelijk allemaal slechter af zijn. Ook al niet erg origineel zijn de oplossingen die Frank aandraagt, een beetje als het gewei van de wapiti: meer belasting, meer overheidsinvesteringen, meer regulering. De Keynesiaanse agenda met wat accentverschuivingen. Vrij naar Taleb: de oplossingen van gisteren waarvan het maar de vraag is of die bestand zijn tegen de uitdagingen van morgen.
Bioconomy. Een mooie duiding voor een nieuw vakgebied dat waarschijnlijk te laat geboren is om tot werkelijke wasdom te geraken. Te simpel om te overleven in de ingewikkelde jungle van de werkelijkheid.
Over Pierre Pieterse
Pierre Pieterse was tot februari 2022 hoofdredacteur van Managementboek Magazine.