De titel van uw boek luidt voluit Leiderschaps-bullshit. Wat bedoelt u daar precies mee?
Veel theorieën in de managementliteratuur zijn niet gebaseerd op feiten, maar op fabeltjes. Ideeën dat we aardig voor elkaar moeten zijn, dat rechtvaardigheid zal zegevieren, en dat eerlijkheid het langst duurt, zijn wishful thinking. Aardige mensen blijken juist aan het kortste eind te trekken. Met narcisme, bombastisch gedrag, en het vermogen om de waarheid te verdraaien kom je in het bedrijfsleven veel verder. Er gaapt met andere woorden een enorme kloof tussen de normen die we onze kinderen proberen bij te brengen en de kwaliteiten die iemand naar de top helpen. Met als gevolg dat de realiteit vaak totaal anders is dan de wereld die we zouden willen zien.
Wat is de staat van leiderschap dan wel?
Erbarmelijk. Volgens het Centrum voor Creatief Leiderschap is een op de twee leiders een mislukking, en volgens onderzoeksbureau Gallup is wereldwijd slechts dertien procent van de werknemers daadwerkelijk geëngageerd. Dit heeft voor een deel te maken met het transactionele karakter van werk. Arbeid is steeds vaker een kostenpost die moet worden geminimaliseerd. De sociale relaties die mensen en bedrijven met elkaar verbinden zijn daardoor voor een groot deel verdwenen.
De leiderschapsindustrie lijkt er anders over te denken.
Dat komt omdat managementopleidingen het hun studenten vooral naar de zin willen maken. De Belgische business-school Vlerick opent haar website bijvoorbeeld met de vraag: ben je op zoek naar een inspirerende managementcursus? De doorslaggevende factor is kennelijk niet ‘’ ‘wetenschappelijk verantwoord’ of ‘professioneel relevant’, maar inspirerend. Ik denk niet dat een aankomend ingenieur of dokter op basis van die criteria een opleiding zal kiezen. Maar om de een of andere reden geldt dit wel voor de leiderschapsindustrie.
Toch maken veel business schools deel uit van serieuze universiteiten. Aan de academische merites kan het dan niet liggen, zou je denken.
Er is meer dan genoeg wetenschappelijk onderzoek op het gebied van leiderschap, maar er wordt te weinig mee gedaan. Het stellen van een diagnose op zich haalt het probleem niet uit de wereld. Kijk naar de medische wetenschap. Toen onderzoekers eenmaal beseften dat bacteriën ziektes verspreiden, was het niet voldoende om dokters en verplegers te vertellen dat ze hun handen moeten wassen. Wetenschappers moesten ook meten of dit advies überhaupt werd opgevolgd, en welke overwegingen daaraan ten grondslag lagen. Zo werkt het ook met leiderschap. Je moet je afvragen waarom leiderschapsfalen zo hardnekkig is, anders kom je geen stap verder.
Waarom zijn bepaalde situaties zo moeilijk te veranderen?
Een van de redenen is dat misstanden zo makkelijk goedgepraat worden. Een bedrijf als Amazon is weliswaar een shithole om voor te werken, maar vergeet niet dat oprichter Jeff Bezos de wereld van de retail op haar kop heeft gezet. Voormalig Apple-baas Steve Jobs was een tiran, maar kijk naar de innovaties die hij heeft doorgevoerd. Die smoesjes zorgen ervoor dat we dit gedrag accepteren, ook al leiden ze tot giftige werkomgevingen die mensen letterlijk ziek maken. Ze maken het ook makkelijker voor leiders om hun kop in het zand te steken. De New York Times kwam onlangs met een kritisch verhaal over de werkomstandigheden bij Amazon. De reactie van Jeff Bezos was dat hij deze versie van Amazon niet herkende. Dat vertelt mij dat hij niet de moeite heeft genomen om zijn eigen bedrijf onder de loep te nemen. Zoek vijf minuten op internet naar Amazon en de misstanden vliegen je om de oren.
Zouden leiders elkaar moeten aanspreken op hun gedrag?
Het probleem is dat mensen de neiging hebben om zich te associëren met mensen die op hen lijken, niet alleen op een persoonlijk vlak maar ook vanuit een professioneel perspectief. Leiders identificeren zich in dat opzicht met andere leiders, wat zelfregulering inherent problematisch maakt. Bestuurders hebben weinig trek om hun collega's te straffen, waardoor het voor organisaties een stuk makkelijker wordt om hun verantwoordelijkheid te ontlopen. Dat helpt verklaren waarom consumenten en werknemers momenteel zo cynisch zijn. Ze zien dat er een wereld van verschil is tussen wat leiders zeggen en wat ze doen.
Hoe moeten leiders dan wel verantwoordelijk worden gehouden?
Eén manier is om een beroep te doen op outsiders, mensen die weinig gemeen hebben met leiders en daardoor een objectief oordeel kunnen vellen. Het is niet voor niets dat het Amerikaanse rechtssysteem gebruik maakt van een jury van gelijken, en niet een jury van vrienden, of van mensen met wie de verdachte een bepaalde sociale identiteit deelt. Daarnaast zouden managementopleidingen een sterke basis moeten hebben in de wetenschap, net zoals dat in de medische wereld het geval is. Het idee dat leiderschapstraining in het teken zou moeten staan van inspiratie lijkt me belachelijk.
Is er een alternatief voor de leiderschapsindustrie?
Nee, en dat is ook het probleem. De industrie zal zichzelf moeten repareren en dat zie ik voorlopig niet gebeuren. De wereld waarin we leven, is voor veel mensen pijnlijk en deprimerend, en leiderschap is een plek waar sprookjes nog volop verteld kunnen worden. Inspirerend leiderschap is een zelfvervullende profetie. Omdat opleidingen het aanbieden denken veel managers dat het noodzakelijk is, en omdat managers denken dat het belangrijk is blijven business-scholen het aanbieden. Veel mensen willen juist in de waan blijven. Het idee dat uiteindelijk alles goed zal komen geeft een excuus om niets te hoeven doen. En inertie is altijd makkelijker dan de schouders onder iets nieuws te moeten zetten.
Ik kan me voorstellen dat u zich met dit soort uitspraken weinig populair maakt.
Als je de wereld wil veranderen, dan moet je de dingen eerst zien zoals ze zijn. Mensen noemen me soms cynisch, maar ik kijk alleen maar naar de data. Die zeggen dat het vertrouwen van werknemers in hun leiders op een dieptepunt is beland. Dat is niet cynisch, het is de waarheid.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.