‘Wie denkt dat het ergste deel van de crisis achter de rug is?’, wil de Vlaamse econoom Bernard Lietaer weten van zijn publiek. Hier en daar gaat in het voormalige transformatorhuis op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam een voorzichtige vinger de lucht in. ‘En wie denkt dat het ergste nog moet komen?’ Massaal steken mensen hun hand omhoog. Lietaer is tevreden. ‘Jullie zijn goed geïnformeerd. Meestal is de verhouding andersom.’
De lezing van Lietaer is onderdeel van het programma van PICNIC, een festival over nieuwe media en nieuwe technologie dat dit jaar voor de vierde keer wordt georganiseerd. Honderden deelnemers uit heel de wereld luisteren naar lezingen en doen mee aan workshops. Het sprekersveld is gevarieerd; van gameontwikkelaars en kunstenaars tot entrepreneurs en vertegenwoordigers van multinationals als Nike en Nokia.
Lietaer lijkt een beetje een vreemde eend in de bijt van PICNIC. Bij hem gaat het niet in de eerste plaats om technologie of media, maar om geld. Als topmanager van de Belgische Nationale Bank werkte hij aan de invoering van de ecu, de voorloper van de euro. Daarna zette hij een zeer succesvol hedge fund op. In 1992 riep Business Week hem uit tot ’s werelds beste valutahandelaar. De laatste jaren heeft Lietaer, die les geeft op de op boeddhistische leest geschoeide Naropa University in Colorado, zich ontwikkeld tot criticaster van het monetaire systeem. In 2001 pleitte hij in zijn boek ‘The Future of Money’ al voor alternatieve (of complementaire) betaalmiddelen als tegenwicht tegen de munten en biljetten die centrale banken uitgeven. Het monopolie van geld is levensgevaarlijk, vindt hij. Door de huidige crisis ziet hij zijn gelijk bevestigd. ‘We zitten in het oog van de oorkaan’, hield hij het PICNIC-publiek voor. ‘De banken zijn gered door de nationale overheden. Maar wie redt de overheden als zij failliet gaan?’
Het grote probleem is volgens Lietaer dat één monetair systeem volledig dominant is. Een systeem zonder diversiteit is instabiel, stelt hij. Na afloop van zijn lezing licht de Vlaming zijn stelling toe: ‘Stel dat een dennenboom de meest efficiënte boom van het bos is omdat hij snel groeit en weinig water nodig heeft. Dan kappen we toch niet alle andere bomen om ze te vervangen door dennenbomen? We weten van de natuur dat diversiteit minstens zo belangrijk is als efficiëntie. Toch vinden we de dominantie van geld normaal. Dat komt omdat we zijn gehersenspoeld. Een vis leeft zijn hele leven in water, maar vraag hem wat water is en hij blijft je het antwoord schuldig. Op dezelfde manier weten wij eigenlijk niks van geld. We kunnen ons niet voorstellen dat het ook anders kan. Pas in tijden van crisis gaan we op zoek naar alternatieven. Toen in Rusland in de jaren negentig de waarde van de roebel kelderde, gingen mensen elkaar betalen met koper. Daar hadden ze meer vertrouwen in dan in geld. Zonder vertrouwen is geld niets waard. Geld ís vertrouwen.’
Lietaer roept bedrijven en gemeenschappen op om zich te ontworstelen aan de macht van de grootbanken. Als je geen krediet krijgt van je bank, maak dan gewoon je eigen geld, stelt hij. Het is al in de praktijk gebracht, bijvoorbeeld in Zwitserland waar in de jaren dertig een groep zakenmannen een wederzijds kredietsysteem bedachten, met een eigen valuta die in waarde gelijk is aan de Zwitserse franc, maar niet rentedragend is. Het systeem bestaat nog steeds en floreert vooral in tijden van recessie, als de kredietverlening via de gebruikelijke kanalen stokt. Ook in Japan en Uruguay wordt volgens Lietaer al jaren op grote schaal en met succes geëxperimenteerd met complementaire valuta. ‘Er zijn genoeg bewijzen dat complementaire monetaire systemen werken’, stelt hij. ‘Dankzij moderne technologieën is het nog gemakkelijker geworden om dit soort systemen in te voeren. In sommige Afrikaanse landen worden belminuten gebruikt als betalingmiddel. Echte veranderingen ontstaan daar waar een behoefte en een nieuwe technologie samenkomen.’
Vooralsnog lijkt Lietaer een roepende in de woestijn. Er mag dan wereldwijd op kleine schaal worden geëxperimenteerd met complementaire valuta, centrale bankiers en wereldleiders hoor je er niet over. Lietaer: ‘Ik heb nog nooit een monopolist ontmoet die zijn monopolie wilde afschaffen.’
(Binnenkort verschijnt een nieuw boek van Bernard Lietaer: ‘Of Human Wealth’.)