Waarom dit boek?
Het kwartje viel tijdens een college over ‘Liefde in Bedrijf’ waarin econoom Lans Bovenberg zei: we moeten elkaar eerst vertrouwen voordat we kunnen samenwerken. En voor vertrouwen moet je elkaar leren kennen. Toen dacht ik opeens: netwerken is voor werkgevers en werkgevers de beste weg naar de sollicitatietafel, want zo bouw je vertrouwen op.
Is er nu meer aandacht voor werkgeluk dan vroeger?
Aan de Erasmus Universiteit is de opleiding in werkgeluk tien jaar geleden begonnen. Het gaat erom dat je het als werkgever mensen laat floreren en dat is ook gewoon het ouderwetse schouderklopje natuurlijk. Mijn expertise is om mee te geven hoe je dat geluk organiseert, nog voordat je collega’s wordt. Op het moment dat je namelijk een stap over de drempel zet bij een bedrijf weet je daardoor al of je je thuis gaat voelen. Daarom hebben alle middelbare scholen, HBO’s en Universiteiten ook een open huis. Dat zouden werkgevers ook vaker moeten doen.
Waarom is werkgeluk zo belangrijk?
Bij vier van de vijf medewerkers valt het werk tegen en dat heeft allerlei gevolgen, zoals verzuim en veel verloop. Dat blijkt uit onderzoek dat ik ook citeer in het boek. Ik help veel mensen bij het formuleren hoe hun droombaan er uitziet, maar op basis van alleen een vacaturetekst is het lastig toetsen of een baan daaraan voldoet. Ideaal gezien heb je - voordat je solliciteert - al mensen gesproken die bij dat bedrijf werken of je bent op een open dag geweest. Zo kun je veel beter bepalen of je daar jouw geluk zult vinden. In de basis is solliciteren natuurlijk hoop op een beter leven.
En die hoop vervliegt vaak als je er eenmaal werkt?
Daarom pleit ik voor een goed onderzoek naar jouw toekomstige baan, want dan kun je vooraf bepalen of je hoop reëel is. Luister podcasts, bekijk video’s, bekijk LinkedIn-profielen en praat ook met mensen die er al werken. De snelstgroeiende bedrijven van Nederland hebben gemiddeld veertien medewerkers, dus je kunt gewoon hun profielen op LinkedIn bekijken. Wat delen zij over hun werk? Je kunt er helemaal induiken, maar je kunt uiteindelijk het beste echt contact leggen. Dat geldt natuurlijk voor alle werkgevers die je op het oog hebt.
Dat zal voor sommige mensen wel een drempel zijn.
Zeker, maar je kunt het oefenen door sowieso veel contact te hebben met vakgenoten. Dat is handig, want door het netwerken kom je beter voorbereid aan de sollicitatietafel. Je moet eigenlijk altijd contacten onderhouden met je vakcollega’s; zij inspireren je en helpen je verder in een loopbaan.
Niet iedereen doet dat genoeg?
Als ik een training geef, zeg ik altijd: ga contact leggen met de mensen uit het vakgebied waarin je wilt werken. Mensen die dat contact opzoeken, zijn gewoon veel sprankelender en bewuster. Als iemand dat nog niet heeft gedaan, dan scheelt dat enorm.
Kun je die angst overwinnen?
Zeker, je moet je realiseren dat mensen heel graag over hun werk praten. Je geeft zo iemand eigenlijk een kadootje, want aandacht is het nieuwe goud. Je kunt het ook gewoon oefenen, iedereen kan het leren. Als jij wilt schrijven voor het FD, dan kun je kijken wie daar al werken. Je vraagt vervolgens aan een journalist of hij of zij eens koffie wil drinken. De ervaring leert dat iedereen het leuk vindt om dat te doen.
Waar haal je werkgeluk uit?
Je moet eerst voor jezelf bepalen waar je gelukkig van wordt qua werk; wat zijn jouw waarden, hoe vaak wil je thuis zijn, wil je het combineren met een opleiding of heb je behoefte aan een lease-auto en veel salaris? Hoe je werkgeluk er uitziet bepaal je zelf.
En een beetje om je heen kijken?
Je hebt toch altijd wel een lijstje van werkgevers die jou wel iets lijken? Ik was vorige week bij een open middag van een zorginstelling op de Veluwe en daar liep iemand rond die een half jaar sabbatical had gehad en terugkeerde in de zorg. Daarnaast was er een dame die verhuisd was naar de Veluwe, en iemand uit de recruitmentsector die de zorg in wilde. Allemaal mensen met hun eigen redenen om een baan in de zorg te overwegen, en met specifieke vragen die daarbij horen. Zij werden allemaal zeer warm ontvangen. Samen liepen ze naar het gebouw waar gehandicapte mensen werden verzorgd en daar konden ze alle vragen stellen die ze wilden. Na afloop zeiden de recruiters: we horen het over een week wel, wat jullie willen. Die mensen hadden ook gewoon tijdens een huwelijksfeest kunnen netwerken, maar ze krijgen op locatie een veel beter beeld van de organisatie. Daarom zeg ik ook altijd: de beste kandidaten zijn de mensen die binnenkomen via de bestaande mensen.
Waarom?
Dat heet referral en het werkt heel goed omdat er al een soort onzichtbare band is tussen zo iemand en de organisatie. Die sollicitanten weten wat de cultuur is bij dat bedrijf en de medewerkers weten of hun kennis past bij de clubs. Dat (zelf)selectieproces werkt heel goed; mensen die op die manier binnenkomen zijn productiever, en het werven is goedkoper.
Jij hebt zelf ook wel eens wat meegemaakt qua werkgeluk toch?
Ik ben drie keer ontslagen in de eerste fase van mijn loopbaan en was even down and out. Pas door zelfonderzoek leerde ik dat ik niet bij zo’n grote corporate pas. Bij een jonge start-up ging dat later veel beter.
Hoe hou je zelf je werkgeluk vast?
Aangesloten blijven bij vakgenoten om de laatste ontwikkelingen te volgen en die weer te delen, daar houd ik van. En dat adviseer ik iedereen, blijf altijd om je heen kijken. Wil je attractief blijven dan is netwerken cruciaal. Mensen daarbij helpen is mijn lust en mijn leven.
Over Bas Hakker
Bas Hakker studeerde marketingcommunicatie en schreef daarna als journalist veel over media en marketing voor Adformatie, MarketingTribune, AD, NRC en Managementboek. Vandaag de dag is hij hoofdredacteur van marketingwebsite Candid.news. Met zijn bedrijf ‘Kleedkamer4’ helpt hij kleine ondernemers met het opbouwen van een klantenbestand.