Gemeenten en hogescholen pakken samen met retailers innovatie op in zogenaamde living labs. De resultaten van deze labs zijn niet specifiek voor de retailsector en de lessen zijn breder van toepassing. Die lessen delen Anja Overdiek en Heleen Geerts in Innoveren met labs - Hoe doe je dat?.
Het boek heeft drie delen, waaraan meerdere auteurs hebben bijgedragen. Deel A beschrijft de achtergrond, deel B geeft een overzicht van de expeditie en in deel C wordt een aantal labtools beschreven.
De behoefte aan innovatie in retail wordt duidelijk in Deel A. Zowel overheid als onderwijs zijn initiatieven gestart, die samenkwamen in Future-Proof Retail. Future-Proof Retail startte met de living labs, en uiteindelijk waren er zelfs tweeëntwintig retaillabs waarin een heel netwerk aan partijen samen experimenteerde. Want zoveel is duidelijk: een transformatie is alleen mogelijk als een aantal verschillende partijen samenwerkt. Overheid, onderwijs/onderzoek, ondernemers en omgeving (vastgoed, bijvoorbeeld) komen samen; dit heet de ‘quadruple-helixsamenwerking'.
Veel bedrijven experimenteren met innovatielabs, vaak bedoeld om ideeën voor nieuwe producten of diensten te genereren en te testen. De fieldlabs die hier beschreven worden, staan veel dichter bij de doelgroep. Ze kennen een franchisemodel, wat heel herkenbaar is voor retail. De labs hebben eenzelfde look en feel, maar een andere invulling. De ene formule bleek meer succesvol dan de andere, maar dat is deel van het leerproces. Hoe kort de achtergrondinformatie in Deel A ook is, het is jammer dat er veel overlap zit. Dat is het risico van een boekje waaraan verschillende auteurs meewerken, die allemaal hun hoofdstuk netjes willen inleiden met een stukje achtergrond.
We gaan op lab-expeditie in Deel B. Hoe zet je een lab op en wat heb je nodig? Is het probleem dat je beschrijft, en waarmee je het lab op wilt zetten, ook het werkelijke probleem? In zeven stappen leren we hoe je een lab opricht. We beginnen (stap 1) met een thema en doelgroep. Een belangrijke les is dat als een lab niet van de grond komt, dat bijna altijd zo is omdat het idee niet wordt gesteund door de eindgebruikers. In stap 2 betrekken we andere partijen. Hierbij is het eerdergenoemde quadruple-helix model van nut. Vervolgens, in stap 3, gaan we draagvlak creëren onder de deelnemers. Vertrouwen is hierbij belangrijk. Dat de labcoördinator een cruciale rol speelt in de activiteiten van het lab, hoeft bijna geen toelichting meer. In stap 4 staan de kwaliteiten van deze schaap met vijf poten beschreven en lezen we meer over de taken van de coördinator. Over de fysieke locatie van het lab moeten we goed nadenken (stap 5) - liefst zo dicht mogelijk bij de doelgroep. Stap 6 - organiseer co-creatie, oftewel zorgen dat iedereen bij kan dragen en creatief kan zijn - had nog veel meer pagina's mogen beslaan. Tenslotte evalueren we en maken de resultaten beschikbaar voor anderen (stap 7).
Hulp voor stap 6, co-creatie organiseren, is beschreven in Deel C. Hier staat een aantal tools beschreven, die het concept van co-creatie handvatten geven. Sommige zijn bedoeld voor de individuele retailer, zoals een zelftest en een winkelgesprek. Een hackathon vraagt wat meer organisatie. De canvassen bij elke stap, zijn een praktisch en handig hulpmiddel.
Kortom, Innoveren met labs is een beknopt en krachtig boekje. Zeker de zeven stappen die in deel B beschreven staan, zijn nuttig voor een bredere groep dan (enkel) retail.
Over Carla Verwijs
Carla Verwijs is managementconsultant met een specialisatie in kennismanagement.