Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Onderwijs- bestuurders maken er een potje van

In zijn boek Onderwijsinnovatie: geen verzegelde lippen meer neemt Dolf van den Berg iedereen die beleidsmatig iets met onderwijs te maken heeft, de maat; politici, bestuurders en leidinggevenden. Zijn oordeel is even genadeloos als herkenbaar: gebrek aan visie, gebrek aan leiderschap en een toenemend aantal leraren dat het allemaal wel gelooft.

Bert Peene | 31 mei 2010 | 3-4 minuten leestijd

Aan bezuinigingen op het onderwijs zal een nieuw kabinet niet ontkomen, welke samenstelling het straks ook heeft. En dat zou best eens ten koste van de basisbeurs kunnen gaan. Maar daar moet dan ook iets tegenover staan: beter onderwijs vooral, door betere docenten. Op termijn zou dat immers meer perspectief op betere banen kunnen bieden. Vreemd genoeg gaat het in al die discussies nooit over de kwaliteit van het onderwijsmanagement en dat zou nu toch echt eens een keer moeten gebeuren, aldus onderwijsprofessor Dolf van Berg in zijn boek Onderwijsinnovatie: geen verzegelde lippen meer.

Beweren dat vernieuwingen in het onderwijs aan de orde van de dag zijn, is misschien wat overdreven, maar er zijn in de loop der jaren al heel wat innovaties op stapel gezet. De Basisvorming, het Studiehuis, Probleem Gestuurd Onderwijs, Competentie Gericht Onderwijs, Weer Samen naar School, Passend Onderwijs; teveel om op te noemen. Niemand die eraan ontkomt, of je nu in het HBO werkt, het MBO, het voortgezet onderwijs of het basisonderwijs. En overal is het hetzelfde liedje: onderwijsvernieuwing kost veel geld, zet de hele schoolorganisatie op z’n kop en, misschien wel het belangrijkste, de beoogde resultaten worden zelden of nooit gehaald.

Helaas is er volgens Van den Berg wat dat laatste betreft weinig nieuws onder de zon. Al in 1981 luidde hij voor het eerst de noodklok. Het gaat niet goed met de implementatie van onze landelijke onderwijsvernieuwingen, zo waarschuwde hij in ‘Onderwijsinnovatie in verschuivend perspectief’ dat hij samen met Roland VandenBerghe schreef, en dat komt vooral doordat te weinig rekening gehouden wordt met de behoeften van de afzonderlijke scholen en individuele leerkrachten. Arrogante afwijzing was echter hun deel en het is dan ook geen wonder dat hij zich opnieuw genoodzaakt ziet aandacht te vragen voor wat hij een nieuw perspectief op onderwijs en innovatie noemt: ‘innovatie naar menselijke maat’. De leraar is de motor van onderwijsvernieuwing, stelt Van den Berg, handel daar dan ook naar en geef hem de ontwikkel- en regiefunctie terug.

In die zin vertoont ‘Onderwijsinnovatie: geen verzegelde lippen meer’ sterke overeenkomsten met Weggemans Leidinggeven aan professionals? Niet doen! waarmee het voor sommigen dus weinig nieuws in petto heeft. Dat neemt niet weg dat alle commotie over het gebrek aan kwaliteit - in de breedste zin van woord - in vooral het middelbaar beroepsonderwijs Van den Bergs scherpe analyse en de adviezen die hij geeft, het boek desondanks een waarde geeft die boven het gemiddelde doet uitstijgen.

‘Onderwijsinnovatie: geen verzegelde lippen meer’ is een bundel essays die negen bijdragen telt. Sommige zijn vooral wetenschappelijk van aard, andere juist weer heel praktisch. Het meest opvallend, want nieuw, zijn de zogenaamde existentiële portretten en loopbaancurven, waarmee het tweede deel van de bundel gevuld wordt. Ze zijn het resultaat van verdiepende gesprekken die de bekende POP-gesprekken moeten vervangen. Tijdens deze gesprekken staat het individu centraal, en niet het verplichte nummer dat het persoonlijk ontwikkelingsplan geworden is, waardoor ze veel beter zicht geven op de (werkelijke) betrokkenheid van leerkrachten en op hun belevingen, bijvoorbeeld bij vernieuwingen in hun school.

De resultaten van dergelijke gesprekken zijn hoopgevend, schrijft Van den Berg. Als je docenten uitnodigt om in een open dialoog te reflecteren op hun pedagogische en onderwijskundige opdracht, blijken ze een bijzondere kijk op hun eigen mogelijkheden in het onderwijs te hebben. Naast inzichten spelen ook attitudes, gevoelens en dromen een grote rol. Leidinggevenden moeten hieruit lering trekken en ervoor zorgen dat de innerlijke rijkdom van docenten weer ter sprake kan komen. Dat maakt een vernieuwingsproces weliswaar niet beter beheersbaar maar de kans op succes wordt in ieder geval groter dan nu het geval is.

Over Bert Peene

Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden