Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Hoe economie de wereld kan redden - ‘Prettig leesbaar en vol feiten’

Abhijit Banerjee en Esther Duflo, de auteurs van ‘Hoe economie de wereld kan redden’ wonnen in 2019 de Nobelprijs voor Economie. Drie dagen erna publiceerden ze dit boek, over de meest urgente problemen, waaronder migratie en ongelijkheid. Het boek komt niet met een ‘silver bullet’, wel met heel veel informatie over onderzoeken die aantonen wat niet werkt, en met suggesties voor beleid dat wél zou kunnen werken.

Elly Stroo Cloeck | 2 januari 2023 | 5-7 minuten leestijd

Abhijit Banerjee en Esther Duflo zijn in hun boek veel minder stellig dan de Nederlandse titel impliceert. Al in de inleiding geven de auteurs aan dat economen niet altijd gelijk hebben. Economen gaan uit van modellen en ‘zijn soms zo gefocust op hun modellen dat ze vergeten waar wetenschap eindigt en ideologie begint’.

Wat de auteurs wel zorgen baart, is dat veel kennis van economen wél gebaseerd is op wetenschap, onderzoeken en de realiteit, maar dat het brede publiek de expertise van economen niet op waarde schat. In het VK bijvoorbeeld, gelooft maar 25% van het publiek in de mening van economen. Dat is minder dan in de mening van weersvoorspellers (50%), en gelukkig wel meer dan in die van politici, met 5%. Met dit boek proberen de auteurs ‘het gat’ te dichten door gedetailleerd aan te geven op welke onderzoeken de meningen van economen gebaseerd zijn, en hoe betrouwbaar die mening (dus) is, en dan met name over de meest cruciale onderwerpen.

Economen zijn niet te vertrouwen

Interessant is hun analyse hoe het komt dat men economen niet vertrouwt.

-Ten eerste door het optreden van ‘zelfverklaarde’ economen, pratende hoofden op tv, in dienst van een bank of ander bedrijf. Ze hebben een mening die hun bedrijf het beste uitkomt, en kramen makkelijk allerlei (niet onderbouwde) voorspellingen uit. Voor het brede publiek zijn ze niet te onderscheiden van de academische, onafhankelijke economen.

Ten tweede omdat academische economen nauwelijks de moeite nemen, of de gelegenheid krijgen, om de complexe redenatie achter hun conclusies uit te leggen.

En ten derde omdat economie nu eenmaal geen exacte wetenschap is. De conclusies zijn ook wel eens verkeerd.

RCT’s: gouden standaard voor onderzoek

Er zijn een paar onderwerpen waar veel onderzoek naar is gedaan, gerandomiseerd, met uitgebreide populaties en controlegroepen (RCT), zodat er redelijk betrouwbare conclusies kunnen worden getrokken. Migratie is het eerste onderwerp dat in het boek wordt behandeld. Een opvallende conclusie is dat mensen niet migreren uit armoede, maar door grote veranderingen in de omgeving (politieke vervolging of natuurramp) of simpelweg ambitie. Een andere conclusie is dat het loon van de ‘oude’ (autochtone) bevolking in het nieuwe land niet daalt door al die (laagopgeleide) nieuwkomers, mits deze laatsten in de nieuwe omgeving hun geld uitgeven.

Het tweede onderwerp is de vrije wereldhandel en het effect op ongelijkheid en lonen in arme en rijke landen. Hierover zijn diverse theorieën die allemaal deels gelijk en deels ongelijk hebben. Voor migratie en wereldhandel zijn veel statistieken voorhanden, en het is daarom duidelijk welk beleid wél en niet werkt.

Groei, ongelijkheid en klimaatverandering

Waar veel minder statistieken van zijn, en waar de economen dus meer gokken, is op de gebieden van economische groei, ongelijkheid, automatisering, klimaatverandering, etc. De auteurs stellen dat (economische) groei dermate complex is om te analyseren, dat beïnvloeding vrijwel niet mogelijk is. Daarom is het beter, stellen zij, om te kijken naar de kwaliteit van leven, en dan met name dat van de armen. Ze halen wel een aantal onderzoeken aan waaruit blijkt wat aantoonbaar níét werkt: zoals belastingverlaging voor de rijken niet leidt tot groei (trickle down). Interessant is ook dat na een (tijdelijke) algehele belastingverlaging we zeker niet minder uren gaan werken, wat weleens wordt beweerd.

De rol van de overheid

Opvallend in datzelfde hoofdstuk is de rol van de overheid. Die kan beleid voeren en subsidies verstrekken om ongelijkheid te verminderen, economische groei te stimuleren, enzovoorts. Het probleem is dat de overheid niet genoeg vertrouwd wordt om de hogere belastingen te kunnen heffen die hiervoor nodig zijn. Het idee dat overheid en corruptie samengaan is wijd verbreid. En vaak terecht. Hierdoor kan de overheid geen toptalenten aantrekken, die willen er absoluut niet werken.

Tenminste, in de VS. In India (maar ook in het Midden-Oosten en andere gebieden) is het andersom, daar blijven jongeren bewust werkeloos totdat ze een baantje bij de overheid hebben bemachtigd. Ze hebben bij hun ouders gezien dat een goede vooropleiding zo’n overheidsbaan garandeert, met bijkomende voordelen als ontslagbescherming, weinig inspanning en hoog loon (alles relatief). Maar dat is niet meer zo, er zijn nu veel meer goed opgeleide jongeren en minder overheidsbaantjes. Het resultaat is hoge (vrijwillige!) werkloosheid, terwijl ondernemingen zitten te springen om goede mensen. Nog interessanter is dat uit onderzoek blijkt dat jongeren die bij de overheid willen werken, in India oneerlijker zijn dan het landelijk gemiddelde, en in bijvoorbeeld Denemarken juist eerlijker.

Silver bullet

In de conclusies worden alle problemen nog eens op een rijtje gezet. De economie is ‘sticky’ stellen de auteurs. Het leidt tot grotere ongelijkheid en politici à la Trump en Bolsonaro. Geven de auteurs een setje ‘goede economische maatregelen’? Nee. Of beleid goed of slecht is moet beoordeeld worden aan de hand van bewijs, en met eerlijkheid over wat we wel en niet (zeker) weten. En dat geldt voor ons allemaal, niet alleen voor economen.

Economie is geen wetenschap

Dit boek slaagt erin om kwalitatief goed uitgevoerde onderzoeken te beschrijven en zo onze vooroordelen over bijvoorbeeld immigratie weg te nemen. Ik wist niet dat er al zoveel statistieken beschikbaar zijn!

Interessant is de vergelijking tussen rijke en arme landen, vaak met de voorbeelden van de VS (maar ook Europa) en India. Ook worden voor- en tegenstanders van bepaalde politieke beleidsinstrumenten aan het woord gelaten, en is op beide posities altijd wel commentaar. Dit onderschrijft het uitgangspunt van de auteurs dat economie geen wetenschap is, en economen het best verkeerd kunnen hebben. De kunst is dan om de feiten te analyseren en nieuwe conclusies te trekken, en niet te blijven hangen in verouderde dogma’s.

Linkse standpunten

De auteurs, en specifiek dit boek, krijgen wel het verwijt dat ze een linkse agenda hebben. Hun denkbeelden zijn inderdaad aan de ‘linksige’ kant, maar wel goed onderbouwd. Interessant vind ik dat ze in dit boek eerst het onderwerp groei behandelen, en alle onmogelijkheden om dat te beïnvloeden, en daarna klimaatverandering, waarbij de tegenstanders van maatregelen maar steeds op de noodzaak van groei wijzen. Dat kan geen toeval zijn! Ze zijn ook duidelijk geen fan van de financiële wereld, vinden dat het toptalent wat zich met derivaten en dergelijke bezighoudt ‘socially useless’ is. Veel van de onderzoeken die deze linkse standpunten onderschrijven zijn bijna grappig beschreven.

Voor mij was de ‘sticky’ economie, en de gevolgen ervan, nieuw. Ik begrijp nu beter waarom sommige subsidies of programma’s niet werken. Ook heb ik (denk ik) minder vooroordelen over migratie en andere onderwerpen.

Heel leerzaam dus, dit prettig leesbare boek vol feiten!

Over Elly Stroo Cloeck

Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden