Thijs Homan en Rob Wetzels stellen in hun boek dat we er met het huidige ‘sturingsdenken’ niet uitkomen. Dat denken suggereert dat er slechts één visie op het gebied van klimaatverandering is. Op basis van de theorie van het sociale complexiteitsdenken lichten ze een alternatief voor dit top down, integrale denken uitvoerig toe.
Cultwaarden
Het boek is taai omdat je als lezer door 370 bladzijden theorie heen moet. In die theorie worden termen gebruikt als particulariseren, reactorschap, cultwaarden, passendheidcodes, act en supplementeren. Als je daar niet mee bekend bent vraagt het extra inspanning om de tekst goed te begrijpen. Maar dat is dan ook meteen mijn enige kritiek op dit uitstekende boek: het had wat dunner en begrijpelijker gemogen.
Polariseren
Homan en Wetzels stellen dat de visies over klimaat steeds meer polariseren, waardoor we nauwelijks vooruitgang boeken. Dat zal niemand ontgaan zijn in Nederland. Kijk alleen al naar het stikstofdebat. Hoewel ze voor hun boek klimaat als casus hebben gekozen, merken de auteurs op dat er ook veel samenhang is met andere vraagstukken. Daar ben ik het mee eens. Voor mensen die zich bezighouden met organisatieverandering is dit m.i. ook een zeer geschikt boek.
Klimaatdriewieler
Aan het begin van het boek komen Homan en Wetzels met de metafoor van de driewieler. Een klimaatdriewieler wel te verstaan. Het voorwiel is de koers en de richting die wordt ingezet. Maar door wie wordt die bepaald? Juist ja, door de mensen die op het zadel zitten, de zadelzitters. Hun stuurlogica is dat ‘anderen moeten veranderen’. Het alternatief ‘wij moeten veranderen’ komt niet bij hen op. Het is juist dit perspectief van ‘wij veranderen’ dat volgens de auteurs nodig is om nieuwe bewegingen te creëren.
Emotie
Op basis van de sociale complexiteitstheorie maken ze duidelijk dat grootschalige gedragspatronen niet ontstaan door opgestelde top down visies en missies, maar door gesprekken die mensen voeren. Juist als men onzekerheid en onduidelijkheid ervaart, groeit de behoefte om met elkaar in gesprek te gaan. Emoties zijn dus van belang, maar ze worden juist buitenspel gezet in het klimaatdebat, aldus de auteurs. Het gaat daarin volgens hen vooral over inhoudelijke zaken zoals: percentages, CO2, zeewatertemperaturen en neerslagcijfers.
Onderstroom
Met termen als onderstroom en bovenstroom moeten de auteurs niets hebben. In onze ogen is dit namelijk een typische zadelzitters indeling. Dat vind ik een wat merkwaardige conclusie, want de zadelzitters hebben doorgaans niets met de onderstroom, ontkennen die of negeren die volledig.
Het is de mindset van de zadelzitters die vooral verkeerd lijkt: zij gaan er vanuit dat er slechts één opvatting is over klimaat, namelijk een rationele zienswijze waarbij iedereen zijn steentje wil bijdragen.
Withness
Voor de zadelzitters staat vooral de inhoud centraal (aangeduid als ‘aboutness’) terwijl het volgens de auteurs vooral om de interacties in het hier en nu moet gaan (het withness-perspectief). Het centrale thema van de auteurs is namelijk dat grootschalige gedragsveranderingen niet in het straks ontstaan, maar dat die zich ontwikkelen in datgene wat er nu gebeurt. Dus niet een toekomstgerichte aanpak met veel intenties en mooipraterij, maar handelen in het hier en nu is de boodschap.
Het veranderen mag niet te groot zijn, omdat er veel verschillende opvattingen over klimaat zijn. Het moet vooral niet integraal worden aangepakt, maar juist lokaal. Dit boek breekt een lans om tot een andere interactie-dynamiek te komen, vanuit de overtuiging dat grootschalige gedragspatronen juist ontstaan in gesprekken en tussen gesprekken.
Wat nu!? kent een enorme diepgang en is theoretisch zeer goed gefundeerd, ik ben daarom benieuwd hoe en in welke mate deze inzichten vertaald worden naar de praktijk van alledag.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.