Stuive heeft ervoor gekozen de essentiële processen en activiteiten van een bedrijf te beschrijven aan de hand van vier thema’s: samenwerken, produceren, diensten verlenen en handeldrijven, activiteiten uitvoeren, en ten slotte doelen verwezenlijken. In het ‘woord vooraf’ benadrukt hij dat zijn boek geen inleiding in de bedrijfskunde wil zijn. Dat is het ook niet geworden, daar is het wat opzet en uitvoering betreft te beperkt voor. Anderzijds komen wel degelijk de meeste onderwerpen uit dat vakgebied aan bod, zoals samenwerkingsvormen, juridische bedrijfsvormen, bedrijfsprocessen, inkoopprocessen, financieringsmogelijkheden, bedrijfsadministratie, waardeketen en financiële en niet-financiële doelstellingen. Daardoor krijgt het boek als vanzelf het karakter van een soort ‘Handboek Bedrijf’.
Veel diepgang hoeft de lezer niet te verwachten. Stuive stelt zich namelijk alleen ten doel studenten vanuit praktijkvoorbeelden in aanraking brengen met de theorie, zonder al te diep in te gaan op het hoe en waarom. Tien functionarissen van even zo vele bedrijven fungeren daarbij als gids: de eigenaar van dienstverlener SeeMe, de CEO van productiebedrijf Moooi, de Brand Building Manager Robijn van Unilever, de operationeel directeur van Netwerk VSP, de CFO van de RET, een zorgmanager van het MCA (Medisch Centrum Alkmaar), het hoofd Marketing en duurzaamheid van ASN Bank, de Manager Public Relations van Tempo Team, de directeur P&O van de HvA (Hogeschool van Amsterdam), en een van de managers Business Development van Ballast Nedam. Dat is een goed doordachte selectie. Alle soorten bedrijven, organisaties en ondernemingen komen hierdoor aan bod: productiebedrijven, handelsondernemingen, private ondernemingen, publieke en ideële organisaties. Stuive stelt ze in het eerste hoofdstuk in korte kaderteksten allemaal voor, daarna geven ze acte de présence wanneer het onderwerp daartoe aanleiding geeft.
Wat is een bedrijf? is in ieder geval een opmerkelijk boek, vooral geschikt om beginnende studenten aan economische en managementopleidingen snel een beeld te geven van de wereld waarin zij door hun studie terechtgekomen zijn. Een goed studieboek is het daarmee nog niet helemaal. De lay out is prima, ieder hoofdstuk wordt samengevat en per thema worden alle kernbegrippen overzichtelijk op een rij gezet, maar aan een studieboek mag je meer eisen stellen. Het moet ook voldoende mogelijkheden voor verwerking bieden en daarin schiet dit boek vooralsnog toch wat tekort. Per hoofdstuk zijn weliswaar enkele vragen opgenomen, maar tot meer dan simpele reproductie nodigen die meestal niet uit.
Hoeft ook niet, beweert de tekst op het achterflap, want er is nog een website: www.watiseenbedrijf.noordhoff.nl Daarop vind je alles wat je verder nodig hebt: luisteroefeningen, cases, videomateriaal en oefentoetsen. Dat videomateriaal is inderdaad beschikbaar maar ik werd er eerlijk gezegd niet erg enthousiast van. De functionarissen die in het eerste hoofdstuk van het boek worden voorgesteld, komen daarin opnieuw aan het woord, maar met een weinig inspirerend verhaal.
Nee, die cases, daar was ik benieuwd naar. Die moeten de student uitnodigen de theorie in verband te brengen met de praktijk van alledag, zoals je die bijvoorbeeld in kranten en tijdschriften tegenkomt. Via opdrachten als: welke waarde voegt dit bedrijf toe voor welke doelgroepen? Onderzoek hoe deze organisatie aan marktsegmentatie doet? Welke financieringsvorm zou jij kiezen wanneer je als zelfstandig ondernemer zou beginnen? En voor welke problemen komt dit bedrijf te staan wanneer het wil doorgroeien (of afslanken)? Maar helaas zijn die cases nog niet voorhanden. Wordt dus vervolgd.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.