De lacune die de auteurs opvullen, is opmerkelijk, want schaalvergroting is een probleem waar elk succesvol bedrijf vroeg of laat mee te maken krijgt. Dat het onderwerp tot nog toe over het hoofd werd gezien, heeft misschien te maken met het chaotische karakter van het proces, en het gegeven dat elk bedrijf weer anders is. Maar bij een structurele observatie - in het geval van de auteurs een zevenjarige praktijkstudie bij tientallen organisaties - komt er wel degelijk een aantal universele principes aan de oppervlakte waar het hele bedrijfsleven voordeel mee kan doen.
Zo heeft elke vorm van schaalvergroting meer weg van een grondoorlog dan van een luchtgevecht. Het bombarderen van werknemers met Powerpoint-presentaties, peptalks en bedrijfstrainingen klinkt misschien aantrekkelijk, maar sorteert uiteindelijk weinig effect. Het verspreiden van excellentie beklijft pas als managers bereid zijn om het slagveld te betreden en desnoods met hun knieën door de drek te baggeren. Succesvol groeien is wat dat betreft een uitputtingsslag, want het proces is nooit af. Soms moeten alle zeilen worden bijgezet om het volgende niveau te behalen. Op andere momenten zal een organisatie juist moeten afremmen om alle neuzen dezelfde richting op te krijgen, zodat het opschalingsproces in een latere fase soepeler kan verlopen.
Dat vereist niet alleen geduld en discipline maar ook de bereidheid om politiek correcte stokpaardjes overboord te gooien. Sutton, bekend van de no-nonsense bestsellers Topbaas / rotbaas en De anti-huftermethode is niet te beroerd om de dingen bij naam te noemen. Het klinkt misschien wat beklemmend, maar effectief opschalen is in de eerste plaats een kwestie van hersenspoeling. Het proces staat of valt met mensen die de regels kennen, in het belang van de organisatie handelen, en hun medewerkers aansporen om dit ook te doen. Het is daarbij cruciaal dat de leider duidelijk maakt wat heilig is in de organisatie en wat taboe, en die normen en waarden er bij het personeel zo nodig in te rammen.
Een ander inzicht dat in het tijdperk van platte organisaties niet door iedereen zal worden verwelkomd is dat hiërarchie een noodzakelijk kwaad is. Zodra een team groter wordt dan tien personen ontstaan er communicatie-problemen die alleen met structuren en processen kunnen worden opgelost. Zelfs het notoir anti-autoritaire Google moest op een gegeven moment erkennen dat de weg naar werelddominantie niet mogelijk is zonder een krachtige leider die zijn gezag laat gelden.
Hoewel het aanvankelijk wel de bedoeling was, is Scaling up Excellence geen 'how to' verhandeling geworden. De praktijk bleek daarvoor toch te complex. Voor organisaties die op zoek zijn naar snelle oplossingen is de stortvloed aan informatie wellicht ontmoedigend. Om het hele proces te omvatten, onderscheiden Sutton en Rao maar liefst vier lessen, twee kerngedachtes, zeven mantra's, en vijf opschalingsprincipes. Scaling up excellence is daarmee eerder een naslagwerk van mogelijke scenario's en opties, waarbij het aan de organisatie zelf is om een eigen draaiboek samen te stellen. Doormodderen blijft het devies, maar de pareltjes van wijsheid en beproefde middeltjes tegen allerlei soorten groeipijn maken dat geploeter een stuk efficiënter.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.