Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Tegenspraak

Zeg eens eerlijk, word jij wél blij van tegenspraak? Waarschijnlijk niet, net als ik. Toch ontbreekt het in vrijwel geen enkel kritisch evaluatierapport en hoor je het overal om je heen: ‘Organiseer tegenspraak’. Bij dat woord organiseren moet er een lichtje gaan branden. Blijkbaar gaat tegenspraak, zowel het geven als het ontvangen ervan, niet vanzelf. Maar hoe organiseer je dat dan? Gelukkig heeft journalist Peter van Lonkhuyzen er een pakkend boek over geschreven: Tegenspraak.

Martin van Staveren | 23 oktober 2015 | 3-5 minuten leestijd

De volledige titel van het nieuwste boek van Peter van Lonkhuyzen is Tegenspraak: Hoe je beter wordt van dwarsliggers. En zoals de auteur zelf stelt, het onderwerp van dit boek valt in de categorie tandartsbezoek: je weet dat het goed voor je is, maar leuk is anders. Directe associaties die mensen met tegenspraak hebben zijn immers woorden als ‘maar’, ‘discussie’, ‘kritiek’ en ‘weerstand’. Dapper als je er toch mee aan de slag gaat.

In het eerste deel van het boek wordt al snel duidelijk dat tegenspraak niet alleen van dapperheid getuigt. Het is steeds meer harde noodzaak voor bijvoorbeeld bestuurders en managers om in het zadel te blijven. Intussen iconische voorbeelden zijn Vestia en Royal Bank of Schotland, waar elke tegenspraak aan alle kanten heeft gefaald. Topmannen met Bokito-trekken hebben daar zeker een hoofdrol gespeeld, maar waar was de omgeving? Toezichthouders, ondernemingsraad, de managementlaag juist onder de top? Dit maakt duidelijk dat tegenspraak tweerichtingsverkeer is: iemand moet open staan om tegenspraak te ontvangen, die dan wel door iemand anders gegeven moet worden. Tegenspraak organiseren betekent dan ook aandacht aan deze beide kanten geven.

Van Lonkhuyzen is zelf de eerste om aan te geven dat er nog opvallend weinig onderzoek naar het fenomeen tegenspraak is gedaan. En ook dat er zelfs nog geen overeenstemming is over de definitie, laat staan dat de effecten ervan direct aantoonbaar zijn. Van de veronderstelde opbrengst word je trouwens wel degelijk blij: betere besluiten met meer draagvlak en minder fouten, van fouten leren, meer betrokkenheid van medewerkers en minder personeelsverloop, om er enkele te noemen.

Deze vermeende voordelen zijn voor een aantal sectoren en instanties redenen genoeg geweest om er serieus werk van te maken. Het verst is de luchtvaart, met georganiseerde tegenspraak in de vorm van crew resource management (CRM). Dit is begonnen naar aanleiding van vliegtuigongelukken, eind jaren 1970, waarvan gebrekkige communicatie in de cockpit de tragische oorzaak bleek. CRM training is inmiddels al jaren verankerd in de pilotenopleidingen. Het wordt inmiddels ook toegepast binnen kerncentrales, op boorplatforms, binnen onderdelen van politie en justitie. Ook in ziekenhuizen maakt het een opmars, in het Radboud UMC bijvoorbeeld. Na invoering in 2010 blijken daar op de intensive care 20 % minder grote complicaties op te treden.

Met deze mooie resultaten in het achterhoofd is een aantal hoofdstukken van het boek uiterst interessant en relevant leesvoer. Die gaan onder andere over tunnelvisie, de statuskloof tussen leidinggevenden en hun medewerkers, en de noodzaak voor een open organisatiecultuur om tegenspraak mogelijk te maken. Hier gaat Van Lonkhuyzen met een soepele journalistieke stijl in op psychologische en zelfs biologische factoren die het ons vaak zo lastig maken om constructief met tegenspraak om te gaan.

Om nu zelf even dwars te liggen, het hoofdstuk over nieuw organiseren vind ik het minst sterke. Dit is zo’n breed onderwerp dat het in twintig pagina’s oppervlakkig blijft. Hier voelde ik me wat wegdrijven van de essentie van het boek: hoe organiseer je ontvangers en gevers van tegenspraak in je organisatie, met als doel om daar met z’n allen sterker uit te komen?

Dit dipje – mogelijk een gevalletje ego-depletion van mijn kant - wordt ruimschoots gecompenseerd door de spoedcursus tegenspraak organiseren, die het laatste hoofdstuk vormt. Niet zozeer het stappenplan, als wel de zeer praktische werkvormen en tips voor het ontvangen en geven van tegenspraak. Een mooie vind ik de stilte oefening: een vooraf afgesproken periode alleen maar luisteren. Een directeur van een onderzoeksbureau hield dit overigens een dag vol, met verrassende resultaten. Dergelijke tips zijn al voldoende reden om Tegenspraak aan te schaffen.

Samenvattend, tegenspraak geven en ontvangen is eigenlijk een geweldige risicobeheersmaatregel. Je maakt gericht gebruik van de diversiteit aan kennis en ervaring binnen en buiten de organisatie. Hierdoor kan je in elk geval bewuster, en waarschijnlijk ook effectiever besluiten nemen in situaties met onzekerheid en onvolledige informatie. En zitten we niet vrijwel dagelijks in dergelijke situaties? Ik ben vanaf nu al een stuk blijer met tegenspraak.

Dr. ir. Martin van Staveren MBA is gepromoveerd op het implementeren van risicomanagement in organisaties. Vanuit zijn adviesbureau VSRM adviseert hij publieke, private en projectorganisaties over effectiever omgaan met onzekerheid. In 2015 verscheen Van Staverens eerste managementboek over de omgang met risico's: Risicogestuurd werken in de praktijk.

Over Martin van Staveren

Martin van Staveren is adviseur, auteur, docent en spreker. Hij ontwikkelde het gedachtegoed voor risicoleiderschap. Met zijn bureau VSRM helpt hij organisaties doelgericht om te gaan met risico’s én kansen in complexe situaties. Eerder schreef hij onder andere Risicogestuurd werken (2015), Risicoleiderschap (2018) en Iedereen Risicoleider (2020).

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden