Commissies die de schandalen bij bijvoorbeeld de DSB en de NzA onderzochten, adviseerden om ‘Tegenspraak te organiseren’. Hoe goed bedoeld ook, een dergelijk advies gaat de onderste la in en komt er niet meer uit. Niet omdat we de commissies wantrouwen maar omdat we geen idee hebben hoe een dergelijk advies vorm te geven. In dat verband is de onderverdeling in drie menstypen die Van Lonkhuyzen schetst in het voorwoord van zijn Tegenspraak verhelderend. Hij onderscheidt de volgende typen: de tegenspraakzoekers, de mensen die inzien dat tegenspraak van belang is en echt hun best doen om het gedaan te krijgen in hun organisatie; de excuustruzen, de mensen die tegenspraak ook belangrijk vinden maar altijd een excuus hebben om er ook deze keer niet aan te beginnen en tot slot de totaalweigeraars, zij die er al op voorhand niets in zien, of ja zeggen en nee doen. Het zal niemand verbazen dat de tegenspraakzoekers in organisaties dun bezaaid zijn en dat om die reden tegenspraak invoeren een zeer lastige opgave is.
Van Lonkhuyzen legt goed uit wat je moet weten over tegenspraak omdat iedereen zo zijn eigen opvatting heeft over dit begrip. Hij schrijft dat er onder wetenschappers geen overeenstemming is over de definitie, maar ik had het zinvol gevonden als ik de definitie van de auteur had vernomen. Die heeft veel onderzoek naar het onderwerp gedaan waarin mensen gevraagd werden om het begrip tegenspraak te beschrijvingen. Een zo’n beschrijving is: ‘het is een manipulatieve methode om iets erdoor te drukken’. Waarschijnlijk niet de opvatting van de gemiddelde lezer.
Het boek biedt veel meerwaarde door de beschrijving van het zogenaamde Crew Resource Management (CRM) systeem, dat gezien kan worden als het grootste tegenspraakprogramma uit de historie. Dit programma werd ingevoerd in de luchtvaart om tegenwicht te bieden tegen de autoritaire leiderschapsstijl van piloten. Ondergeschikten durfden nauwelijks hun mond open te doen en lieten ‘liever’ een ramp gebeuren die ook hun eigen leven kostte, dan hun meerdere repliek te geven. Dit CRM-systeem is inmiddels wereldwijd ingevoerd. Ook bij ziekenhuizen en de politie krijgt het systeem aandacht, maar ze zijn nog in een minder vergevorderd stadium dan de luchtvaart.
Wat betreft de opbrengsten van tegenspraak geeft Van Lonkhuyzen aan dat het een krachtig wapen is tegen tunnelvisie. Een term die associaties oproept met de ernstige organisatieziekte ‘groupthink’, een term destijds op de kaart gezet door Irving Janis. Wanneer verstandige mensen domme dingen doen dan weet je dat het mis is. Tegenspraak zou daar een goed medicijn voor zijn. In de laatste twee hoofdstukken gaat de auteur uitgebreid in op wat hij de lezer in de inleiding beloofde: hoe dit alles te organiseren? De lezer krijgt veel nuttige tips die van commentaar worden voorzien. Daarmee is dit boek van waarde voor veel organisaties:.
En natuurlijk heeft Van Lonkhuyzen niet het laatste woord over tegenspraak gesproken, maar hij heeft wel de aanzet gegeven om na te denken over het organiseren van iets wat we voorheen als vanzelfsprekend ervoeren. En zijn idee om dit onderwerp bij elke MBA op het curriculum te zetten, kan ik van harte ondersteunen.
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij is auteur van de boeken Meegaan of dwarsliggen, Werkvormen voor managers en Leidinggeven kun je zelf!
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.