Journalist Johan Faber vertelt in Het werkt! het boeiende verhaal van Philadelphia waarin de organisatie op zoek gaat naar het antwoord op de vraag: voor wie doen we ons werk eigenlijk? Dus terug naar de kern, terug naar de bedoeling en meer doen met minder regels. Philadelphia is een van de grootste zorginstellingen van het land voor mensen met een verstandelijke beperking. Om een idee te geven: Philadelphia heeft 7500 cliënten, 6300 medewerkers en 500 kleinschalige locaties over het hele land verspreid. Met in 2015 een jaaromzet van 360 miljoen euro en een positief resultaat van 5,6 miljoen euro.
In 2008 brak ook bij Philadelphia de fusiegekte los en had men het megalomane plan om te gaan fuseren met Evean en Woonzorg Nederland tot het megaconglomeraat Espria. Al snel bleek dat Philadelphia in serieuze financiële problemen verkeerde. Na een flinke interne crisis verdween de Raad van Bestuur en was de fusie van tafel. In 2009 trad een nieuwe bestuursvoorzitter aan die voortvarend begon met de opbouw van ‘Het nieuwe Philadelphia’.
Naast grote bezuinigingen en reorganisaties moest Philadelphia zich ook weer concentreren op haar kernactiviteit, de zorg voor cliënten met een beperking. Dat was men door alle regeldrukte en fusieperikelen een beetje uit het oog verloren. Tegelijk werd ook gestart met het project ‘regelarme zorg’. De bedoeling daarvan is flink snoeien in het woud van regels en protocollen zodat medewerkers weer hun vak kunnen uitoefenen, cliënten activeren en uitdagen en het sociale netwerk rond de cliënt mobiliseren. Zelf je gezond verstand gebruiken in plaats van blind afvinken van lijstjes en volgen van onnodige protocollen. Dit alles is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan in zo’n enorme, gedecentraliseerde en traditioneel georganiseerde zorginstelling. Op de vingers gekeken door inspecties, zorgkantoren, cliëntenverenigingen, media, etc.
De auteur schrijft in Het Werkt! op boeiende wijze de omslag die Philadelphia vanaf 2009 heeft doorgemaakt. Zonder dat er bij de start een groot masterplan of blauwdruk van het eindplaatje lag. Het was in de praktijk meer evolutie dan revolutie. Dan ging het weer snel, dan lag het weer een tijdje stil. Soms een stap terug om twee stappen vooruit te maken. Met enthousiaste koplopers, maar ook met sceptische kat-uit-de-boom kijkers. De auteur laat zien dat dit soort grote veranderingstrajecten minder maakbaar zijn dan vaak wordt gedacht.
De auteur beschrijft zijn verhaal in chronologische volgorde aan de hand van enkele hoofdrolspelers binnen de organisatie die ‘de beweging’ naar regelarme zorg in gang hebben gezet. Van top (bestuurder) en management (locatiemanagers) tot op de werkvloer (begeleiders). Met een centrale rol voor de ‘inspirator regelarm’. Een goede keuze van de auteur want hierdoor worden de veranderingen, uitdagingen en invoeringsobstakels vanuit verschillende invalshoeken belicht. En passant beschrijft de auteur ook hoe de zorgsector in elkaar steekt, welke stakeholders een rol spelen en waarom de zorg zo complex is als die is. Handig voor lezers die wat minder ingevoerd zijn in de zorg.
De auteur spreekt op zijn ontdekkingstocht allerlei mensen en bezoekt diverse locaties, afdelingen, teams en bijeenkomsten met medewerkers, cliënten met hun familie. Aan het eind van het boek komt ook de individuele cliënt in beeld als de auteur met een zekere Jeroen in gesprek gaat over zijn ervaringen met regelarme zorg binnen zijn woongroep. De auteur maakt in het boek interessante uitstapjes, zoals in het hoofdstuk waarin hij dieper in gaat op de aard van bureaucratie en wat je er tegen kunt doen. Interessant is ook te lezen hoe Philadelphia omgaat met vraagstukken als regelarm versus regelloos, zorgen voor versus zorgen dat, zelf doen versus uitbesteden, centraliseren versus decentraliseren en managen versus zelforganisatie en zelfsturing. Als initiatiefnemer van het Zorgmarketingplatform doet het mij deugd om te zien dat Philadelphia marketingzaken als profilering en product- en marktontwikkeling als ‘satisfier’ ziet waaraan je als zorgorganisatie in deze nieuwe werkelijkheid veel aandacht moet besteden.
De auteur concludeert aan het eind van het boek dat regelarme zorg bij Philadelphia een groot succes is. Minder systeem, minder regels en de wens en mogelijkheden van de cliënt als uitgangspunt. Waarbij de winst volgens de auteur niet zozeer zit in de regels die geschrapt of versimpeld zijn, de digitaliseringsslag of allerlei organisatorische aanpassingen, maar juist in de mentaliteitsverandering en de manier waarop de cliënt weer centraal staat. Hoewel het proces naar verwachting eind 2017 voltooid is, stopt het natuurlijk nooit. Op weg naar Philadelphia 2.0, een open, flexibele en toekomstbestendige zorginstelling.
Het Werkt! is een leerzaam, verrassend en prettig leesbaar boek. Een aanrader voor iedereen die wil weten waarom de zorg zo ingewikkeld is, waarom het zo lastig is om daarin als organisatie te veranderen en hoe je een langdurig veranderingstraject in de zorg kunt aanvliegen. Met tal van inzichten en praktijkvoorbeelden die ook bruikbaar zijn voor onderwijs, politie en andere overheidsdiensten en dienstverlenende sectoren. Hulde voor Philadelphia om op deze manier haar ervaringen te delen met de buitenwereld. Wie volgt?
Over Sjors van Leeuwen
Sjors van Leeuwen (Indora Managementadvies) is adviseur, auteur en spreker op het gebied van klantgericht ondernemen, strategie en marketing. Door zijn ervaring is hij goed thuis in vele strategische vraagstukken en het toenemend belang van de ‘de klant’ als onderscheidende factor. Sjors schreef o.a. Wendbare strategie op één A4, Zorgmarketing in de praktijk en CRM in de praktijk.