Het gaat De Hosson om 'Leven toevoegen aan de dagen, niet dagen aan het leven'. De quote is niet van hem maar maakte veel indruk op hem, net zoals ook zijn boek mij vaak tot tranen toe roerde.
Oog voor de zieke in plaats van de ziekte ontbreekt nog te vaak
In het voorwoord vertelt De Hosson over zijn verbazing dat wanneer iemand ernstig ziek is en niet meer zal genezen, men heel vaak nog vooral met de ziekte bezig is en niet met de zieke. Iemand heeft niet alleen medische zorg nodig om het fysieke lijden zoveel mogelijk tegen te gaan, maar ook zorg om psychosociale en existentiële problemen te verlichten.
Een boek over wat er gebeurt wanneer iemand niet meer beter wordt
Sander de Hosson geeft aan twee belangrijke redenen te hebben om dit boek te schrijven. Om te beginnen wil hij laten zien hoe het voor een zorgverlener is om met ongeneeslijk zieke patiënten te werken. Verder wil hij tonen wat er gebeurt wanneer mensen ongeneeslijk ziek worden en hoe belangrijk het is om in die moeilijke tijd kwaliteit van leven voorop te stellen, waarbij de behoeften en wensen van de zieke een doorslaggevende rol spelen.
Tot tranen geroerd het boek in een middag uit
Wat mij betreft slaagt De Hosson in zijn opzet. De hoofdstukjes zijn kort, meestal niet meer dan vier pagina's lang, waar een beeld van een situatie wordt geschetst waardoor je je snel kan inleven. Soms te goed wanneer je zelf nog niet zo lang geleden definitief afscheid hebt moeten nemen van een naaste. De beelden komen terug op je netvlies en herinnert je aan de spanning en de pijn die je toen zelf ook voelde. De Hosson schrijft met veel invoelingsvermogen over zijn patiënten, de keuzes die ze maken en de impact van het aanstaande sterven op hen en hun naasten, die zullen achterblijven wanneer zij er niet meer zijn. Bijna aan het einde van het boek beschrijft hij ook zijn eigen persoonlijke ervaring bij het sterfbed van zijn moeder, waar hij zijn rol als zoon inneemt en die van de arts even loslaat. Ik was heel vaak tot tranen geroerd en heb het boek snotterend in één middag uitgelezen. De taal is in het algemeen heel toegankelijk hoewel er nog weleens met medische en Latijnse termen wordt gesmeten die helaas voor de medische leek vaak niet worden toegelicht. Dat is jammer, maar doet verder niets af aan de leesbaarheid van de afzonderlijke hoofdstukjes.
Soms ook een aanklacht tegen uit de hand gelopen regeltjesgekte
In het boek worden verder ook dilemma's geschetst, soms worden protocollen of het idee van wat professioneel zou zijn voor een arts opzij geschoven om ruimte te maken voor medemenselijkheid. De Hosson heeft veel oog voor zijn patiënten, maar ook voor zijn collega-zorgverleners en lost een belofte aan een stervende patiënt in die dankbaar is voor de liefdevolle verzorging in zijn laatste dagen. Hij vraagt De Hosson aandacht te vragen voor de bureaucratische rompslomp in de zorg, die ertoe heeft geleid dat hij niet meer thuis kon sterven, zoals hij had gewild. Ook vestigt hij de aandacht op perverse prikkels, waardoor er met letterlijk doodzieke patiënten wordt gesleept, zodat het sterftecijfer van het ziekenhuis niet te hoog wordt. Met KPI's (Key Performance Indicators) kun je als beleidsmaker ook heel veel verkeerd doen, zoveel is duidelijk. Terecht wijst De Hosson erop dat deze mensen nog steeds zullen sterven, maar een paar kilometer verderop, omwille van de cijfergekte in de zorg.
Kwaliteit van leven en sterven in de laatste fase
Ten slotte wijst De Hosson erop dat we, hoewel hij duidelijk ruimte voor verbetering ziet, ook van geluk mogen spreken dat we in een land wonen waar er veel aandacht is voor palliatieve zorg om iemand nog zoveel mogelijk kwaliteit van leven te geven, er behoorlijk open over de dood kan worden gesproken en de mogelijkheid tot euthanasie bespreekbaar is. In Nederland wordt niet tot in het oneindige doorbehandeld. Je mag mensen in eerste instantie geen schade toebrengen. Voor De Hosson is een slechte dood een nederlaag. Uit het boek blijkt dat hij er alles aan doet om zo'n nederlaag te bij zijn patiënten voorkomen.
Een boek over sterfelijkheid voor iedereen
Het mag duidelijk zijn. Ik vind dit geen 'leuk' boek. Het confronteert je met de pijnlijke kanten van het leven. We zijn als mensen heel kwetsbaar en dit boek wijst je daar nog eens op. Natuurlijk is dit een boek dat elke wel of niet afgestudeerde verpleegkundige of arts zou moeten lezen, voor geestelijk verzorgers en zeker ook bestuurders, managers en beleidsmakers in de zorg. Maar dit boek gaat over mensen en hun sterfelijkheid. De meeste mensen zullen voor ze zelf hun laatste dagen ingaan, meerdere sterfgevallen van dichtbij meemaken. En daarom is dit niet alleen een boek voor medische professionals en beleidsmakers, maar voor iedereen. 'Leuk' is het boek niet. Maar wel de moeite van het lezen waard. Ik raad iedereen aan dat te doen.
Sippy van Akker MSc is bestuurskundige en legt zich toe op coaching en consultancy op het gebied van mens, werk en zingeving. Sippy schrijft sinds 2018 over deze onderwerpen op zinvollerleven.nl, het door haar opgerichte platform voor bewust en zinvol leven en werken.
Over Sippy van Akker
Sippy van Akker MSc is bestuurskundige en legt zich toe op coaching en consultancy op het gebied van mens, werk en zingeving. Sippy schrijft over deze onderwerpen op zinvollerleven.nl, platform voor bewust en zinvol leven en werken.