Industriële eigendom: Deel 1

HOOFDSTUK 1
Inleiding
Sectie 1 Algemeen
1. 1.1 Krachtenveld / 35
1. 1.2 Ontwikkeling van het rechtsgebied / 36
1. 1.3 Octrooirecht / 36
1. 1.3.1 Gebruiksmodellen / 36
1. 1.4 Aanvullende beschermingscertificaten / 37
1. 1.5 Bedrijfsgeheimen, knowhow / 37
1. 1.6 Kwekersrecht / 38
1. 1.7 Chipsbescherming; software / 38
1. 1.8 Onrechtmatige daad / 39
1. 1.9 Aard van de bescherming; uitsluitende rechten / 39
1. 1.10 Territoriale werking / 40
1. 1.11 Verdragen / 41
Sectie 2 Wettelijke grondslagen
1. 2.1 Voor Nederland geldende regelingen; octrooirecht / 42
1. 2.2 ROW 1995 en ROW 1910 / 42
* De nummering van de alinea's in dit boek is als volgt: het eerste cijfer geeft het hoofdstuk aan, en het tweede cijfer de sectie binnen het hoofdstuk. In de hoofdstukken 1 en 2 (behalve sectie 4) en de hoofdstukken 5-10 geeft het derde cijfer het eigen nummer van de betreffende alinea aan. In hoofdstuk 3 is dat anders; vanaf sectie 3 geeft het derde cijfer de (sub)paragraaf binnen de sectie aan, en pas het vierde cijfer het eigen nummer van de betreffende alinea. Het is even wennen; maar dit nummersysteem vergemakkelijkt het terugvinden.
1. 2.3 Verdragen; EOV / 42
1. 2.4 Overige verdragen op het gebied van het octrooirecht / 42
1. 2.5 Knowhow / 43
1. 2.6 Kwekersrecht / 43
1. 2.7 Chips en software / 43
Sectie 3 Wetgevende en uitvoerende instanties; andere organisaties op het gebied van de bescherming van technologie
1. 3.1 Organisaties / 44
1. 3.2 De World Intellectual Property Organization (WIPO, Franse afkorting: OMPI) / 44
1. 3.3 De World Trade Organization (WTO) / 44
1. 3.4 De Europese Octrooi Organisatie / 45
1. 3.5 Het Europees Octrooibureau / 45
1. 3.6 Unified Patent Court / 45
1. 3.7 Het Octrooicentrum Nederland / 46
1. 3.8 Het Communautair Bureau voor Plantenrassen / 46
1. 3.9 De Raad voor plantenrassen / 47
1. 3.10 De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland / 47
1. 3.11 De Orde van Octrooigemachtigden; het EPI / 47

HOOFDSTUK 2
Verdragen
Sectie 1 Algemeen
2. 1.1 Inleiding / 49
2. 1.2 Indeling der verdragen / 49
2. 1.3 Plan van behandeling / 50
Sectie 2 Het Unieverdrag
2. 2.1 Totstandkoming en wijzigingen / 50
2. 2.2 Verschillende aard der voorschriften / 50
2. 2.3 De Unie en haar organen / 51
2. 2.4 Assimilatiebeginsel / 51
2. 2.5 Voorrangsrecht / 52
2. 2.6 Bijzonderheden / 52
2. 2.7 Onafhankelijkheid van de rechten voor eenzelfde onderwerp / 53
2. 2.8 Tentoonstellingsprioriteit / 53
2. 2.9 Nationale dienst voor de industriële eigendom / 54
2. 2.10 Bijzondere overeenkomsten / 54
Sectie 3 Het UPOV-verdrag
2. 3.1 Totstandkoming, wijzigingen en ratificaties / 54
2. 3.2 Verhouding tot het Unieverdrag / 55
2. 3.3 UPOV en haar organen / 55
2. 3.4 Assimilatiebeginsel / 55
2. 3.5 Voorrangsrecht / 55
2. 3.6 Afzonderlijke dienst voor de bescherming van kweekproducten / 56
Sectie 4 Het WIPO-verdrag en andere verdragen verband houdende met het Unieverdrag
§1 Het WIPO-verdrag / 56
2. 4.1.1 Totstandkoming / 56
2. 4.1.2 Lidmaatschap / 57
2. 4.1.3 Organen / 57
2. 4.1.4 Internationaal Bureau / 57
§2 Andere verdragen / 57
2. 4.2.1 Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT) / 57
2. 4.2.2 Overeenkomst van Straatsburg betreffende de internationale classificatie van octrooien / 58
2. 4.2.3 Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening / 58
Sectie 5 Het TRIPs-verdrag
2. 5.1 Totstandkoming en ratificatie / 59
2. 5.2 Verhouding tot andere verdragen / 59
2. 5.3 Geschillenregeling / 59
2. 5.4 Aard en inhoud van het verdrag / 60
2. 5.5 Assimilatie- en meestbegunstigingsbeginsel / 60
Sectie 6 Raad van Europa
2. 6.1 Inleiding / 61
2. 6.2 Europees Verdrag over de eenmaking van bepaalde onderdelen van het octrooirecht / 61
Sectie 7 Europese Gemeenschap
2. 7.1 Inleiding / 62
2. 7.2 Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien / 62
2. 7.3 Van het Gemeenschapsoctrooiverdrag naar het Unified Patent Court / 62
2. 7.4 Verordening betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen / 63
2. 7.5 Verordening betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen / 64
2. 7.6 Verordening inzake het communautair kwekersrecht / 64
2. 7.7 Richtlijn betreffende de rechtsbescherming van topografieën van halfgeleiderproducten / 65

HOOFDSTUK 3
Octrooirecht
Sectie 1 Algemeen
3. 1.1 Strekking van het octrooirecht / 67
3. 1.2 Aanvraag en verlening / 67
3. 1.3 Documentatie octrooien en octrooiaanvragen / 68
3. 1.4 Geschiedenis / 68
3. 1.5 Eerste wettelijke regelingen / 69
3. 1.6 Rechtsgrond / 70
3. 1.7 Te maken afweging / 70
Sectie 2 Wettelijke basis: EOV en ROW 1995
3. 2.1 Het EOV en de ROW 1995 / 71
3. 2.2 Territoriale werking / 72
3. 2.3 Het Gemeenschapsoctrooi / 72
3. 2.4 De Gemeenschapsoctrooiverordening / 72
3. 2.5 Het unitaire octrooi en de geüniformeerde octrooiprocedure / 73
3. 2.6 Het Unified Patent Court / 75
3. 2.7 Bevoegdheid van het UPC; gang van zaken / 76
Sectie 3 Materiële vereisten voor octrooiverlening
§1 Octrooieerbare uitvindingen / 77
3. 3.1.1 Het begrip uitvinding / 77
3. 3.1.2 Positieve en negatieve vereisten / 78
3. 3.1.3 Beperkt geldingsgebied van het octrooirecht; kritiek daarop / 78
§2 Voortbrengsel en werkwijze / 79
3. 3.2.1 Begripsbepaling / 79
3. 3.2.2 Het verbod van stofbescherming / 79
3. 3.2.3 Preparaatconclusies / 80
3. 3.2.4 Product-by-process-claims / 80
§3 Nieuwheid / 81
3. 3.3.1 Het nieuwheidsbegrip / 81
3. 3.3.2 Nieuwheid en inventiviteit / 81
3. 3.3.3 Absoluut nieuwheidsbegrip / 82
3. 3.3.4 Anticiperende feiten / 82
3. 3.3.5 Gehele uitvinding / 83
3. 3.3.6 Openbare toepassing / 84
3. 3.3.7 Omvang van de openbaarmaking / 85
3. 3.3.8 Het bereik van een voorpublicatie en van een aanvrage; de doorsnee vakman / 87
3. 3.3.9 Het voor beoordeling bepalende tijdstip / 87
3. 3.3.10 Dag van de indiening / 88
3. 3.3.11 Bewijs / 89
3. 3.3.12 Fictieve niet-nieuwheid / 89
3. 3.3.13 Strekking van de fictieve niet-nieuwheid / 90
3. 3.3.14 Beperkt effect van fictieve niet-nieuwheid / 90
3. 3.3.15 Aangewezen landen / 91
3. 3.3.16 Verschillen tussen de ROW 1995, het EOV en het PCT / 91
3. 3.3.17 Misbruik; internationale tentoonstellingen / 92
3. 3.3.18 Kennelijk misbruik / 92
3. 3.3.19 Internationale tentoonstellingen / 93
3. 3.3.20 Eerste medische indicatie / 93
3. 3.3.21 Toepassing in de praktijk; tweede medische indicatie / 94
3. 3.3.22 Octrooieerbaarheid van de tweede medische indicatie / 95
3. 3.3.23 Niet-medische indicaties / 95
§4 Inventiviteit / 96
3. 3.4.1 Inventiviteit; plaatsbepaling / 96
3. 3.4.2 Terminologie / 96
3. 3.4.3 Wettelijke basis; verhouding tot nieuwheid / 96
3. 3.4.4 Fictieve nieuwheid en inventiviteit / 98
3. 3.4.5 Terughoudende benadering / 98
3. 3.4.6 Vergelijkingsmaatstaf; probleem en oplossing / 98
3. 3.4.7 Toepassing van dit hulpmiddel / 99
3. 3.4.8 Niet voor de hand liggende oplossing. ‘Probleemuitvinding’ / 100
3. 3.4.9 Opstellen van de octrooiaanvrage / 101
3. 3.4.10 Combinatie en selectie / 101
3. 3.4.11 Voor-de-hand-liggendheid / 102
3. 3.4.12 Indicia / 103
3. 3.4.13 Beoordeling in Nederland / 104
3. 3.4.14 Casuïstiek / 105
§5 Prioriteit / 107
3. 3.5.1 Beginsel / 107
3. 3.5.2 Unieverdrag (UvP), TRIPs-verdrag / 108
3. 3.5.3 De gevolgen van prioriteit / 108
3. 3.5.4 Rechtsgevolgen die niet door prioriteit worden beïnvloed / 108
3. 3.5.5 Prioriteitsdatum / 109
3. 3.5.6 Prioriteit op grond van het UvP / 109
3. 3.5.7 Prioriteitstermijn / 110
3. 3.5.8 Inroepen van het voorrangsrecht / 110
3. 3.5.9 Interne prioriteit / 111
3. 3.5.10 Afsplitsingsprioriteit / 111
3. 3.5.11 Prioriteit in geval van beter recht / 111
3. 3.5.12 Tentoonstellingsprioriteit; kennelijk misbruik / 112
§6 Industriële toepasbaarheid / 112
3. 3.6.1 Basis in EOV en ROW 1995 / 112
3. 3.6.2 Vervaardigd of toegepast / 113
3. 3.6.3 Nijverheid / 113
§7 Planten- en dierenrassen; medische behandelwijzen; computersoftware; werkwijzen van wezenlijk biologische aard, en andere uitzonderingen / 114
3. 3.7.1 Het algemene kader / 114
3. 3.7.2 De uitzonderingen / 115
3. 3.7.3 Beperkte reikwijdte van de uitzonderingen / 115
3. 3.7.3.1 Het menselijk lichaam in de verschillende stadia van zijn vorming en ontwikkeling / 116
3. 3.7.4 Planten- en dierenrassen; Verdrag van Straatsburg en TRIPs-verdrag / 116
3. 3.7.5 Ratio voor de uitzondering ten aanzien van planten- en dierenrassen / 116
3. 3.7.6 Praktisch belang / 117
3. 3.7.7 Opvatting EOB / 117
3. 3.7.8 De Biotechnologierichtlijn / 118
3. 3.7.9 Verdere bepalingen van de Biotechnologierichtlijn / 118
3. 3.7.10 Uitbreiding en beperking van de beschermingsomvang / 119
3. 3.7.11 Dwanglicenties / 119
3. 3.7.12 Implementatie van de Biotechnologierichtlijn in EOV en ROW 1995 / 120
3. 3.7.13 Werkwijzen van wezenlijk biologische aard voor de voortbrenging van planten of dieren, alsmede hierdoor verkregen voortbrengselen; aard en ratio van deze uitzondering / 121
3. 3.7.14 Restrictieve interpretatie / 121
3. 3.7.15 De Biotechnologierichtlijn (2) / 122
3. 3.7.16 Praktisch belang toegenomen / 122
3. 3.7.17 Uitvindingen waardoor inbreuk wordt gemaakt op bepalingen van het Biodiversiteitsverdrag / 123
3. 3.7.18 Medische behandelingen voor mens en dier; aard en ratio van deze regels / 123
3. 3.7.19 Onvaste praktijk / 123
3. 3.7.20 Wél octrooieerbare middelen / 125
3. 3.7.21 Eerste medische indicatie (2) / 125
3. 3.7.22 Tweede medische indicatie (2) / 126
3. 3.7.23 Praktisch belang / 126
3. 3.7.24 Computerprogramma’s; aard en strekking van deze uitzondering / 127
3. 3.7.25 De uitzondering op de uitzondering / 128
3. 3.7.26 Systemen voor geestelijke arbeid, bedrijfsvoering of spelen; aard en strekking van deze uitzondering / 129
3. 3.7.27 Ratio van de uitzondering / 129
3. 3.7.28 Industriële toepassing / 130
3. 3.7.29 Ontdekkingen, wetenschappelijke theorieën en wiskundige methoden; aard en strekking van deze uitzondering / 130
3. 3.7.30 Het probleem van erkenning van ontdekkingen e.d. / 131
3. 3.7.31 Esthetische vormgevingen; strekking en omvang van deze uitzondering / 131
3. 3.7.32 Presentatie van gegevens; aard en strekking van deze uitzondering / 132
§8 Strijd met de openbare orde of goede zeden / 132
3. 3.8.1 Betekenis van deze uitzondering / 132
3. 3.8.2 Toegenomen belangstelling / 134
3. 3.8.3 Onwenselijk standpunt / 135
3. 3.8.4 Toetsing door het EOB / 136
3. 3.8.5 Voorzichtige benadering; wenselijkheid / 137
3. 3.8.6 Bijkomende beperkingen / 137
3. 3.8.7 Toetsing ingevolge de ROW 1995 / 137
§9 Overige vereisten: beschrijving, nawerkbaarheid, omvang van de conclusies / 138
3. 3.9.1 Nawerkbare beschrijving; tweeledig vereiste / 138
3. 3.9.2 Vereiste omvang van de openbaarmaking / 139
3. 3.9.3 Binnen bereik brengen / 140
3. 3.9.4 Uitvoeringsvoorbeelden / 141
3. 3.9.5 Bewijslast / 142
3. 3.9.6 Het UR EOV en het UB ROW 1995 / 142
3. 3.9.7 Steun in de beschrijving voor de conclusies; aard van dit vereiste / 143
3. 3.9.8 Toepassing door het EOB / 144
3. 3.9.9 Maatstaf voor de beoordeling / 144
3. 3.9.10 Het vereiste van duidelijkheid / 145
Sectie 4 De verleningsprocedure uit het EOV en de ROW 1995
§1 Algemeen / 146
3. 4.1.1 De procedure in hoofdlijnen; EOV / 146
3. 4.1.2 De procedure in hoofdlijnen; ROW 1995 / 146
3. 4.1.3 De aanvraagprocedure van de ROW 1995 / 147
3. 4.1.4 Overeenkomsten en verschillen tussen EOV en ROW 1995 / 148
3. 4.1.5 De ROW 1995 en het Caribisch deel van het Koninkrijk / 148
§2 De octrooiaanvrage / 148
3. 4.2.1 Europese octrooiaanvragen / 148
3. 4.2.2 Nationale octrooiaanvragen / 149
3. 4.2.3 Vormvereisten voor octrooiaanvragen / 149
3. 4.2.4 Talen / 150
3. 4.2.5 Fees en taxen; sanctie / 150
3. 4.2.6 Indieningsdatum / 151
3. 4.2.7 Herstel van verzuimen / 152
3. 4.2.8 Gevolgen van het niet-herstellen van verzuimen; EOV / 152
3. 4.2.9 Gevolgen van niet-herstellen van verzuimen; ROW 1995 / 152
3. 4.2.10 Inhoud van de octrooiaanvrage / 153
3. 4.2.11 Beschrijving; EOV / 153
3. 4.2.12 Regeling onder de ROW 1995 / 153
3. 4.2.13 Micro-organismen / 154
3. 4.2.14 Depot van cultures / 154
3. 4.2.15 Conclusies; EOV / 155
3. 4.2.16 Vorm en omvang van de conclusies / 155
3. 4.2.17 Conclusies; ROW 1995 / 156
3. 4.2.18 Zorgvuldige redactie / 156
3. 4.2.19 Gebruikelijke vorm van een octrooiaanvrage/octrooischrift / 157
3. 4.2.20 Partiële nietigheid / 158
3. 4.2.21 Tekeningen; overige vereisten / 158
§3 Vertegenwoordiging door gemachtigden / 159
3. 4.3.1 De (Europese) octrooigemachtigde / 159
3. 4.3.2 Vereisten voor Europese octrooigemachtigden / 159
3. 4.3.3 Vereisten voor Nederlandse octrooigemachtigden / 159
3. 4.3.4 Organisatie en toezicht / 160
3. 4.3.5 Organisatie van Europese octrooigemachtigden (EPI) / 160
§4 Eenheid van uitvinding; Aanvraag Afdeling / 161
3. 4.4.1 Strekking van dit vereiste / 161
3. 4.4.2 Sancties bij het nieuwheidsonderzoek / 161
3. 4.4.3 Verdere sancties; nader onderzoek; afsplitsing / 162
3. 4.4.4 Niet-eenheid onder de ROW 1995 / 162
3. 4.4.5 Risico van niet-eenheid onder de ROW 1995 / 163
3. 4.4.6 Afsplitsing zonder niet-eenheidsbezwaar / 163
3. 4.4.7 Indieningsdatum en termijnen bij afsplitsing / 164
3. 4.4.8 Aanvraag Afdeling / 164
§5 Nieuwheidsonderzoek / 165
3. 4.5.1 Verplicht en quasi-verplicht nieuwheidsonderzoek / 165
3. 4.5.2 Het nieuwheidsonderzoek ingevolge het EOV / 166
3. 4.5.3 Inhoud van het nieuwheidsrapport / 166
3. 4.5.4 Het nieuwheidsrapport ingevolge de ROW 1995 / 167
3. 4.5.5 Weigering of beperking van het nieuwheidsonderzoek / 167
3. 4.5.6 Nieuwheidsonderzoek van het internationale type / 168
3. 4.5.7 Uittreksel / 168
§6 Publicatie – inschrijving / 168
3. 4.6.1 Strekking van deze stappen / 168
3. 4.6.2 Andere systemen / 169
3. 4.6.3 Publicatie na achttien maanden of eerder / 169
3. 4.6.4 Publicatie van het nieuwheidsrapport / 170
3. 4.6.5 Verband met de verdere verleningsprocedure onder het EOV / 170
3. 4.6.6 Inschrijving ingevolge de ROW 1995; wijziging van de octrooiaanvrage / 170
§7 De verlening ingevolge de ROW 1995 / 171
3. 4.7.1 De verleningshandeling; publicatie daarvan; weigering / 171
3. 4.7.2 Aanvankelijk twee types octrooien onder de ROW1995, ‘korte’ en ‘lange’ octrooien / 171
§8 De verlening ingevolge het EOV / 172
3. 4.8.1 Inhoudelijke toetsing / 172
3. 4.8.2 Behandeling van het verzoek; beoordeling van de aanvrage / 173
3. 4.8.3 Informatie van derden; EOV en ROW 1995 / 175
3. 4.8.4 Beslissing / 175
3. 4.8.5 Verlening / 176
3. 4.8.6 Publicatie van de verlening / 176
3. 4.8.7 Vertaling van het Europese octrooi; art. 52 ROW 1995 / 177
§9 Intrekking / 178
3. 4.9.1 Regeling onder het EOV en de ROW 1995 / 178
§10 Verleningstijdstip; octrooibewijs; verleningsdossier en registers / 178
3. 4.10.1 Verleningstijdstip / 178
3. 4.10.2 Octrooibewijs / 179
3. 4.10.3 Registergegevens en verleningsdossier; EOV / 179
3. 4.10.4 Registers en verleningsdossier; ROW 1995 / 180
3. 4.10.5 Functie van verleningsdossiers / 180
3. 4.10.6 Functie van de registers / 181
3. 4.10.7 Geschillen / 181
§11 Oppositie en beroep / 182
3. 4.11.1 Laatste fase van de verleningsprocedure / 182
3. 4.11.2 Oppositie onder het EOV / 182
3. 4.11.3 Omvang van opposities / 183
3. 4.11.4 Gronden voor oppositie / 183
3. 4.11.5 Limitatieve oppositiegronden / 184
3. 4.11.6 Partijen in de oppositieprocedure; tussenkomende partijen / 184
3. 4.11.7 Verloop van de oppositieprocedure; ontvankelijkheid / 185
3. 4.11.8 Verdere procesgang in de oppositie / 185
3. 4.11.9 Ambtshalve beoordeling van opposities / 186
3. 4.11.10 Rechtstoestand van een Europees octrooi gedurende oppositie / 187
3. 4.11.11 Proceskosten / 188
3. 4.11.12 Oppositie ingevolge de ROW 1995 / 188
3. 4.11.13 Beroep; verschillende fasen / 188
3. 4.11.14 Mogelijkheden van beroep / 188
3. 4.11.15 Vorm van het beroep; termijn / 189
3. 4.11.16 Schorsende werking / 190
3. 4.11.17 De gang van zaken in de beroepsprocedure / 190
3. 4.11.18 Beslissingen in beroep / 191
3. 4.11.19 Grote Kamer van Beroep / 191
§12 Algemene procedureregels / 192
3. 4.12.1 Algemene regels: EOV / 192
3. 4.12.2 Bewijslevering / 192
3. 4.12.3 Voorlopige bewijsmaatregelen / 193
3. 4.12.4 Bewijscriterium / 193
3. 4.12.5 Aanvragen elders / 194
3. 4.12.6 Procedureregels krachtens de ROW 1995 / 194
3. 4.12.7 Art. 6 EVRM / 195
§13 Termijnen; herstelmogelijkheid / 196
3. 4.13.1 Termijnen en herstelmogelijkheden onder het EOV / 196
§14 Herstel in vorige toestand; herziening / 196
3. 4.14.1 Herstel in vorige toestand krachtens het EOV / 196
3. 4.14.2 Gronden voor herstel in vorige toestand / 196
3. 4.14.3 Gevallen waarin herstel mogelijk is; uitzonderingen / 197
3. 4.14.4 Het verzoek om herstel / 197
3. 4.14.5 Recht van tussengebruik / 197
3. 4.14.6 Herstel in vorige toestand ingevolge de ROW 1995 / 198
3. 4.14.7 Herziening / 198
§15 Geheimhouding van octrooiaanvragen / 198
3. 4.15.1 Ratio van geheimhouding / 198
3. 4.15.2 Besluit tot geheimhouding / 199
3. 4.15.3 Schadeloosstelling / 200
3. 4.15.4 Geheimhouding op verzoek van anderen of van de Staat zelf / 200
3. 4.15.5 Samenhang met het EOV / 200
3. 4.15.6 Besluit tot geheimhouding / 200
3. 4.15.7 Gebruiksrecht Staat / 201
3. 4.15.8 Verplichting tot geheimhouding / 201
§16 Omzetting van Europese octrooiaanvragen in nationale octrooiaanvragen / 201
3. 4.16.1 Beginsel / 201
3. 4.16.2 Uitwerking / 202
§17 Aanvragen volgens het PCT / 202
3. 4.17.1 Algemeen; bedoeling van het PCT / 202
3. 4.17.2 Globale inhoud van het PCT / 203
3. 4.17.3 Vereisten voor octrooieerbaarheid; TRIPs-verdrag / 203
3. 4.17.4 Internationale aanvragen; indiening, vereisten voor octrooiaanvrage / 203
3. 4.17.5 Verdere behandeling / 204
3. 4.17.6 Publicatie; doorgeleiding naar nationale bureaus / 205
3. 4.17.7 Waarborgen ten opzichte van de aanvrager / 205
3. 4.17.8 Het internationale voorlopig onderzoek / 206
3. 4.17.9 Verlengde termijn / 207
3. 4.17.10 Aan octrooien verwante rechten; regionale verleningssystemen / 207
3. 4.17.11 Regeling in de ROW 1995 en in het EOV / 207
Sectie 5 Uitlegging van het octrooi; inhoud van het uitsluitende recht; handhaving; strafbepalingen
§1 Inleiding / 208
3. 5.1.1 Het probleem van de uitleg van octrooien / 208
3. 5.1.2 Belangentegenstelling / 208
3. 5.1.3 Uitgangspunt: het octrooischrift / 209
3. 5.1.4 Strekking van een ‘vooronderzocht’ octrooi / 209
3. 5.1.5 Voldoende openbaarmaking / 209
3. 5.1.6 Precisering van de verlangde bescherming in de conclusie(s); belangentegenstelling / 210
3. 5.1.7 Bindende kracht van de verleningsbeschikking bij ‘vooronderzochte’ octrooien / 211
3. 5.1.8 Uitleg en de in aanmerking te nemen stand van de techniek / 212
3. 5.1.9 Het verleende octrooi en nog onbekende materie / 212
3. 5.1.10 Standpunt van het Europees Octrooibureau / 213
3. 5.1.11 Niet vooronderzochte octrooien / 213
3. 5.1.12 Afbakening ten opzichte van het onbekende / 214
§2 De Nederlandse rechtsleer over uitleg van octrooien en beschermingsomvang / 214
3. 5.2.1 Het wezen van de geoctrooieerde uitvinding / 214
3. 5.2.2 Art. 69 EOV; Protocol / 215
3. 5.2.3 Kritiek op de rechtspraak van de Hoge Raad; buitenlandse rechtspraak / 216
3. 5.2.4 Recentere rechtspraak van de Hoge Raad / 217
3. 5.2.5 De plaats van het leerstuk van het wezen van de geoctrooieerde uitvinding / 218
3. 5.2.6 Gevallen waarin betekenis toekomt aan een niet door de conclusies ondersteunde uitvindingsgedachte / 219
3. 5.2.7 De uitvindingsgedachte is ruimer dan in de conclusies tot uitdrukking komt / 220
3. 5.2.8 Equivalentie / 222
3. 5.2.9 Gebruik van het verleningsdossier / 223
3. 5.2.10 Toetsing door de Hoge Raad; feitelijk oordeel / 225
3. 5.2.11 Uittreksel / 225
§3 Rechtspraak in de feitelijke instanties / 225
3. 5.3.1 Plaats van de rechtspraak in feitelijke aanleg / 225
3. 5.3.2 Uitlegcriteria / 226
§4 Inhoud van het uitsluitende recht / 233
3. 5.4.1 Wettelijke afbakening van de rechten van de octrooihouder / 233
3. 5.4.2 Nationaal recht / 233
3. 5.4.3 Territoriale begrenzing / 233
3. 5.4.4 Uitbreiding tot het continentaal plat / 236
3. 5.4.5 Positieve rechten octrooihouder / 236
§5 De handelingen die aan de octrooihouder zijn voorbehouden; (verdere)
inhoud van diens recht / 237
3. 5.5.1 In of voor zijn bedrijf / 237
3. 5.5.2 Wetenschappelijk onderzoek / 237
3. 5.5.3 Studies, tests en proeven / 238
3. 5.5.4 Beperkte veredelingsvrijstelling / 239
3. 5.5.5 Voertuigen / 239
3. 5.5.6 Magistrale bereiding / 240
3. 5.5.7 De voorbehouden handelingen; aanbieden / 240
Inhoudsopgave
18
3. 5.5.8 Regeling voor werkwijzen / 241
3. 5.5.9 De Biotechnologierichtlijn (3) / 242
3. 5.5.10 Beperkingen van de verruimde bescherming voor biotechnologische
uitvindingen; Farmer’s privilege / 243
3. 5.5.11 In het verkeer brengen / 244
3. 5.5.12 Indirecte octrooi-inbreuk / 244
3. 5.5.13 Oud recht / 245
3. 5.5.14 De regeling van art. 73 ROW 1995 / 245
3. 5.5.15 Middelen betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding / 246
3. 5.5.16 Beperkte territoriale werking / 247
3. 5.5.17 Uitbreiding buiten de bedrijfsmatige sfeer / 247
3. 5.5.18 De vereiste mate van wetenschap; schuld / 247
3. 5.5.19 De afzonderlijke regeling van art. 73 lid 2 ROW 1995 / 248
3. 5.5.20 Aanvullende werking van het gemene recht / 248
3. 5.5.21 Deelnemingshandelingen / 248
3. 5.5.22 Vervaardigen; leveren van onderdelen en reparatie / 249
3. 5.5.23 Rechtmatig in het verkeer gebrachte voortbrengselen; ‘uitputtingsleer’ / 250
3. 5.5.24 Overigens rechtmatig in het verkeer gebracht / 251
§6 De rechtstoestand vóór verlening van een octrooi: voorgebruik, aanspraken uit hoofde van een octrooiaanvrage / 253
3. 5.6.1 Voorgebruik / 253
3. 5.6.2 Belangenafweging / 253
3. 5.6.3 Bezit van de uitvinding is niet genoeg / 253
3. 5.6.4 Aard van de vereiste handelingen / 254
3. 5.6.5 Tijdstip van ontstaan van het recht; niet-ontlening / 255
3. 5.6.6 Aard en omvang van het recht / 255
3. 5.6.7 Beperkt karakter van het recht; overdracht en overgang / 256
3. 5.6.8 Voortbrengselen die hangende de behandeling van een octrooiaanvrage zijn vervaardigd of in het verkeer gebracht / 256
3. 5.6.9 De wettelijke regeling / 257
3. 5.6.10 Redelijke vergoeding; aanzegging per exploit / 258
3. 5.6.11 In eigen bedrijf vervaardigde voortbrengselen / 259
3. 5.6.12 Conservatoire maatregelen / 259
§7 Handhaving van het Octrooirecht; strafbepalingen / 260
3. 5.7.1 Procesrecht / 260
3. 5.7.2 Bevoegde rechter; art. 80 ROW 1995 / 260
3. 5.7.3 Bevoegde rechter; art. 83 ROW 1995 / 261
3. 5.7.4 Positie octrooigemachtigde in procedures / 262
3. 5.7.5 Verkorte procedure en kort geding / 262
3. 5.7.6 Bestuursprocesrecht / 263
3. 5.7.7 Bijzondere schorsingsmogelijkheid; art. 83 ROW 1995 / 264
3. 5.7.8 Stelplicht en bewijslast / 264
3. 5.7.9 Deskundigenbericht / 265
3. 5.7.10 Bijzondere bewijsregel voor nieuwe producten verkregen met een geoctrooieerde werkwijze / 266
3. 5.7.11 Ontvankelijkheidsvoorwaarde: nieuwheidsrapport / 266
3. 5.7.12 Vorderingen tot handhaving van het octrooi / 267
3. 5.7.13 Het rechterlijk verbod / 267
3. 5.7.14 Bijkomende bevelen / 267
3. 5.7.15 Verklaring voor recht / 268
3. 5.7.16 Schadevergoeding / 268
3. 5.7.17 Schadevergoeding in andere vorm dan geld / 270
3. 5.7.18 Winstafdracht / 271
3. 5.7.19 Schadevergoeding en/of winstafdracht voor licentienemers en pandhouders / 272
3. 5.7.20 Beslag / 273
3. 5.7.21 Strafbaarheid van octrooi-inbreuk / 273
Sectie 6 Einde van het octrooi
§1 Algemeen / 274
3. 6.1.1 De verschillende wijzen waarop rechten uit een octrooi kunnen eindigen / 274
3. 6.1.2 Verstrijken van de geldigheidsduur / 274
3. 6.1.3 Verval / 275
3. 6.1.4 Afstand / 275
§2 Vernietiging en herroeping / 276
3. 6.2.1 Materiële en formele regels / 276
3. 6.2.2 De materiële gronden voor vernietiging / 276
3. 6.2.3 Uitbreiding van de stand van de techniek ten opzichte van Europese octrooien / 278
3. 6.2.4 Wie kan de nietigheidsactie instellen? / 279
3. 6.2.5 Terugwerkende kracht / 279
3. 6.2.6 Uitzonderingen op de terugwerkende kracht / 280
3. 6.2.7 Nadere uitwerking van deze uitzonderingen / 280
3. 6.2.8 Gedeeltelijke vernietiging / 281
3. 6.2.9 Ruimte voor wijziging van gedeeltelijk nietige octrooien / 281
3. 6.2.10 Beperking / 282
3. 6.2.11 Quasi-voorgebruiksrecht / 283
3. 6.2.12 Herroeping van een Europees octrooi; terugwerkende kracht / 283
3. 6.2.13 Procesrecht / 284
3. 6.2.14 Advies over nietigheid van het OCN; nader nieuwheidsonderzoek / 285
§3 Verlies van rechtsgevolg wegens samenloop of collisie / 286
3. 6.3.1 Samenloop van Europese en nationale octrooien / 286
3. 6.3.2 Verlies van rechtsgevolg / 287
3. 6.3.3 Geen herleven van het nationale octrooi / 287
3. 6.3.4 Intreden van verlies van rechtsgevolg; procedure / 288
3. 6.3.5 Verlies van rechtsgevolg bij collisie / 288
3. 6.3.6 Niet-eenheid van uitvinding / 289
Sectie 7 De gerechtigde tot het octrooi; opeising; vermogensrechtelijke positie van octrooien; licentie en dwanglicentie
§1 De aanspraak op octrooi / 290
3. 7.1.1 Uitgangspunt / 290
3. 7.1.2 Eerste aanvrage en rechten van anderen / 290
3. 7.1.3 Uitzonderingen op het uitgangspunt / 291
3. 7.1.4 De regeling van het EOV; protocol inzake bevoegdheid / 291
3. 7.1.5 Gevolgen van een beslissing ingevolge het Protocol / 292
3. 7.1.6 Wie heeft recht op het octrooi? / 293
§2 De regeling in de ROW 1995 van de aanspraak op octrooi / 294
3. 7.2.1 Ontlening / 294
3. 7.2.2 Toestemming van de uitvinder; opdracht / 295
3. 7.2.3 De werknemersuitvinding / 296
3. 7.2.4 Werknemers, stagiaires; universitair personeel / 296
3. 7.2.5 Stagiaires / 297
3. 7.2.6 Werknemers / 297
3. 7.2.7 Medewerkers van universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen / 298
3. 7.2.8 Onderzoeksinstelling / 299
3. 7.2.9 Freelancers, uitzendmedewerkers / 300
3. 7.2.10 Rechten van de werknemer, de stagiaire of de universitaire medewerker; billijk bedrag / 300
3. 7.2.11 Omvang van het billijke bedrag / 301
3. 7.2.12 Procesrechtelijke aspecten; verval / 302
3. 7.2.13 Dwingend recht / 303
3. 7.2.14 Gezamenlijke uitvinders / 303
3. 7.2.15 Krachtens het PCT ingediende aanvragen / 304
§3 Rechtsmiddelen in geval van aanvrage van een octrooi door een nietgerechtigde / 305
3. 7.3.1 Rechtsmiddelen ingevolge de ROW 1995; niet-limitatieve regeling / 305
3. 7.3.2 De vordering tot vernietiging / 305
3. 7.3.3 Opeising / 306
3. 7.3.4 Derdenwerking / 306
3. 7.3.5 Europese octrooien / 306
3. 7.3.6 Gedeeltelijke opeising / 307
3. 7.3.7 Octrooiaanvrage / 308
3. 7.3.8 Procesrecht; verjaring / 309
3. 7.3.9 Rechten van bonafide derden / 309
3. 7.3.10 Uitzonderingen op de derdenbescherming / 310
3. 7.3.11 Niet-uitputtende regeling / 311
§4 Vermogensrechtelijke positie van octrooien / 311
3. 7.4.1 Uitgangspunten / 311
3. 7.4.2 Wettelijke regeling / 312
3. 7.4.3 Overgang en levering / 312
3. 7.4.4 Levering / 312
3. 7.4.5 Octrooi en gemeenschap / 314
3. 7.4.6 Zekerheidsrechten / 315
3. 7.4.7 Pandrecht en licenties / 316
3. 7.4.8 Beslag en executie / 316
3. 7.4.9 Octrooiaanvrage en aanspraak op octrooi / 317
3. 7.4.10 Europese octrooien en octrooiaanvragen / 317
3. 7.4.11 Aanspraak op een Europees octrooi; PCT / 318
3. 7.4.12 Uit een octrooi of een octrooiaanvrage voortvloeiende rechten / 319
§5 Licentie en dwanglicentie / 319
3. 7.5.1 Algemeen / 319
3. 7.5.2 De aard van een licentie / 320
3. 7.5.3 Vrijwillige licenties / 320
3. 7.5.4 Licentie en octrooiaanvrage / 320
3. 7.5.5 Licentietypen / 321
3. 7.5.6 Derdenwerking / 321
3. 7.5.7 Algemene licentiëring / 322
3. 7.5.8 Licentie en faillissement / 323
3. 7.5.9 Gedwongen licenties / 323
3. 7.5.10 Gevallen van gedwongen licentiëring / 324
3. 7.5.11 Licentie in het algemeen belang / 324
3. 7.5.12 Licentie wegens niet-toepassing / 325
3. 7.5.13 Gevallen waarin deze regeling kan worden toegepast / 325
3. 7.5.14 Afhankelijkheid / 326
3. 7.5.15 Afhankelijkheid van kwekersrecht / 326
3. 7.5.16 Beperkt geldingsgebied / 326
3. 7.5.17 Overige aspecten van de regeling / 327
3. 7.5.18 ‘Nodig voor de toepassing’ / 327
3. 7.5.19 Halfgeleidertechnologie / 328
3. 7.5.20 Overige gevallen / 328
3. 7.5.21 Verkrijging van een dwanglicentie / 328
3. 7.5.22 Verdere voorschriften / 328
3. 7.5.23 Royalties / 329
3. 7.5.24 Dwanglicentie en gewijzigde omstandigheden / 330
3. 7.5.25 Rechtsgevolgen van dwanglicenties / 331

HOOFDSTUK 4
Aanvullende beschermingscertificaten
4. 1 Algemeen / 333
4. 1.1 Doelstelling / 333
4. 1.2 Aard van het recht / 334
4. 1.3 Plan van behandeling / 335
4. 2 Het ABC voor geneesmiddelen / 335
4. 2.1 Regeling / 335
4. 2.2 Geneesmiddel / 336
4. 2.3 Product / 336
4. 2.4 Basisoctrooi / 337
4. 2.5 De eerste vergunning / 340
4. 2.6 Werkingssfeer / 341
4. 2.7 Verlenging van de duur van het ABC / 341
4. 3 Het ABC voor gewasbeschermingsmiddelen / 341
4. 3.1 Regeling / 341
4. 3.2 Gewasbeschermingsmiddel / 341
4. 3.3 Product / 342
4. 3.4 Basisoctrooi / 342
4. 3.5 De eerste vergunning / 343
4. 3.6 Werkingssfeer / 343
4. 4 Overige bepalingen / 343
4. 4.1 Materiële vereisten / 343
4. 4.2 Formele vereisten / 344
4. 4.3 Procedure / 344
4. 4.4 De rechthebbende / 344
4. 4.5 De inhoud van het recht / 344
4. 4.6 Duur van het recht / 345
4. 4.7 Instandhoudingstaks / 346
4. 4.8 Verval van het recht / 346
4. 4.9 Nietigheid van het certificaat / 346
4. 4.10 Overgangsbepalingen / 347
4. 4.11 Vermogensrechtelijke behandeling en handhaving / 347

HOOFDSTUK 5
Knowhow
Sectie 1 Begripsbepaling
5. 1.1 Algemeen / 349
5. 1.2 Vindplaatsen / 350
5. 1.3 Poging tot omschrijving / 350
5. 1.4 Moeilijk toegankelijk maar beschikbaar / 351
5. 1.5 Overdraagbaarheid / 352
5. 1.6 Knowhow en octrooi / 353
5. 1.7 Richtlijn bescherming bedrijfsgeheimen / 353
5. 1.7.1 In de richtlijn geregelde onderwerpen / 354
5. 1.7.1.1 Definitie bedrijfsgeheim / 355
5. 1.7.1.2 Rechthebbende / 356
5. 1.7.1.3 Onrechtmatige verkrijging, gebruik en openbaarmaking / 357
5. 1.7.1.4 Inbreukmakende goederen / 358
5. 1.7.1.5 Maatregelen, procedures en rechtsmiddelen / 359
5. 1.7.1.6 Rapportage en verslaggeving / 361
Sectie 2 Bescherming van knowhow
5. 2.1 Feitelijke en juridische bescherming / 361
5. 2.2 Contractuele bescherming / 362
5. 2.3 De arbeidsovereenkomst / 362
5. 2.4 Geheimhouding en toepassing / 363
5. 2.5 Bedrijfsgeheimen en eigen vakkennis / 363
Sectie 3 Bescherming buitencontractuele rechtsbetrekkingen
5. 3.1 Vrij gebruik van informatie / 365
5. 3.2 Zorgvuldigheidsnormen / 365
5. 3.3 Grenzen van de zorgvuldigheid / 365
5. 3.4 Rechtspraak / 366
Sectie 4 Inhoud van de bescherming van knowhow
5. 4.1 Sancties naargelang van de omstandigheden / 367
Sectie 5 Exploitatie van knowhow
5. 5.1 Toepassing en licentiëring / 368
5. 5.2 Eigen karakter van de knowhow-licentie / 369
5. 5.3 Contractuele beperkingen; mededingingsrecht / 369
5. 5.4 Knowhow als vermogensbestanddeel / 370
5. 5.5 Goederenrechtelijke rechtshandelingen in het kader van knowhow-transacties / 371
5. 5.6 Knowhow en faillissement / 371
Sectie 6 Specifieke problemen inzake procedures over knowhow
5. 6.1 Vertrouwelijke informatie in de openbare procesgang / 372
5. 6.2 Soortgelijke problemen / 372
5. 6.3 Procedurele problemen en het TRIPs-verdrag; verdragenrecht / 373

HOOFDSTUK 6
Kwekersrecht
Sectie 1 Algemeen
6. 1.1 Aard van het kwekersrecht / 375
6. 1.2 Achtergrond en ontwikkeling / 375
6. 1.3 Eerste regelingen; UPOV-verdrag / 376
6. 1.4 Herzien UPOV-verdrag; ontwikkelingen in verband met de ZPW / 376
6. 1.5 EU-kwekersrecht / 377
6. 1.6 Kwekersrecht en octrooirecht / 377
Sectie 2 Organen en instellingen; rechtsmacht
6. 2.1 Nederlandse en Europese instellingen / 378
6. 2.2 Europese instellingen; Bureau / 378
6. 2.3 Kamer van Beroep / 379
6. 2.4 Europese Commissie, Hof van Justitie / 379
6. 2.5 Nationale bureaus / 379
6. 2.6 Nederlandse instellingen: Raad voor plantenrassen / 379
Sectie 3 Het inhoudelijke kwekersrecht
6. 3.1 Twee systemen / 380
6. 3.2 Verkrijging van kwekersrecht; rechthebbenden; opeising / 381
6. 3.3 Gekweekt of ontdekt en ontwikkeld / 382
6. 3.4 Buitenlanders / 382
6. 3.5 Het rasbegrip / 382
6. 3.6 Elementen uit de definitie: eigenschappen en genotype / 383
6. 3.7 Elementen uit de definitie: eenheid / 384
6. 3.8 De vereisten voor verlening van kwekersrecht / 384
6. 3.9 Onderscheidbaarheid / 385
6. 3.10 Duidelijk onderscheid / 385
6. 3.11 Algemeen bekend / 386
6. 3.12 Openbaarmaking door de rechthebbende zelf / 386
6. 3.13 Fictieve bekendheid / 387
6. 3.14 Mate van bekendheid / 387
6. 3.15 Nieuwheid / 388
6. 3.16 Ratio / 389
6. 3.17 Exclusieve gelding of niet? / 390
6. 3.18 Andere openbaarmakingen zijn niet relevant / 390
6. 3.19 Niet-nieuwheidsschadelijke exploitatie / 390
6. 3.20 Homogeniteit / 391
6. 3.21 Bestendigheid / 391
Sectie 4 Aanvraag en verlening
6. 4.1 Verschillende regimes / 392
6. 4.2 Prioriteit / 392
6. 4.3 Voorrang en opeising / 392
6. 4.4 Gemeenschapskwekersrecht; aanvrage / 393
6. 4.5 Herstel in vorige toestand / 393
6. 4.6 Materieel onderzoek / 394
6. 4.7 Technisch onderzoek / 394
6. 4.8 Beoordeling / 394
6. 4.9 Bezwaar / 395
6. 4.10 Beroep / 395
6. 4.11 Partijen in beroep / 395
6. 4.12 Procedure in beroep / 396
6. 4.13 Cassatie / 396
6. 4.14 Talen / 396
6. 4.15 Verleningsprocedure onder de ZPW 2005 / 396
6. 4.16 Verdere procedurevoorschriften / 397
6. 4.17 Beroep / 397
Sectie 5 Inhoud van het kwekersrecht
6. 5.1 Verruimde strekking / 397
6. 5.2 Europees kwekersrecht / 398
6. 5.3 Kwekersrecht ingevolge de ZPW 2005 / 399
6. 5.4 Uitputting / 400
6. 5.5 ‘Farmer’s privilege’ / 401
6. 5.6 Afgeleide rassen; ouderrassen / 402
6. 5.7 Rechten verbonden aan een aanvraag voor kwekersrecht / 403
6. 5.8 Rechten uit hoofde van inbreuk; EU-kwekersrecht / 403
Sectie 6 Handhaving van het kwekersrecht; strafbepaling
6. 6.1 Procesrecht / 404
6. 6.2 Bevoegde rechter / 404
6. 6.3 Vorderingen tot handhaving van het kwekersrecht / 405
6. 6.4 Schadevergoeding / 405
6. 6.5 Verjaring / 406
6. 6.6 Quasi-revindicatoir beslag / 406
6. 6.7 Strafbaarheid van kwekersrechtinbreuk / 406
Sectie 7 Kwekersrecht en vermogensrecht
6. 7.1 Het EU-kwekersrecht / 406
6. 7.2 EU-kwekersrecht: executie, faillissement, licenties; overeenkomstige toepassing / 407
6. 7.3 Vermogensrecht krachtens de ZPW 2005 / 408
6. 7.4 Licenties; gemeenschap; aanvragen / 408
Sectie 8 Dwanglicenties
6. 8.1 Dwanglicenties, EU-kwekersrecht / 409
6. 8.2 Dwanglicenties, ZPW 2005 / 410
Sectie 9 Duur en einde van het kwekersrecht; vernietiging
6. 9.1 Vier wijzen van beëindiging / 410
6. 9.2 Geldigheidsduur / 411
6. 9.3 Afstand; niet-betaling van rechten of tarieven / 411
6. 9.4 Verval, andere gevallen / 412
6. 9.5 Nietigverklaring; EU-kwekersrecht / 412
6. 9.6 Gronden voor nietigverklaring / 412
6. 9.7 Rechtsgang; beroep / 413
6. 9.8 Vernietiging onder de ZPW 2005; procesgang; opeising / 413
6. 9.9 Effect van nietigverklaring onder de ZPW 2005 / 413
6. 9.10 Samenloop met een EU-kwekersrecht / 414
Sectie 10 De rasbenaming
6. 10.1 Algemeen / 414
6. 10.2 Rasbenaming en andere rechten / 415
6. 10.3 Vaststelling van de rasbenaming / 415
6. 10.4 Vervallenverklaring / 415
Sectie 11 Rechten en tarieven
6. 11.1 Regeling in Verordening (EG) 2100/94 en de ZPW 2005 / 415
Sectie 12 Strafsancties / 416
6. 12.1 Wettelijke regeling / 416

HOOFDSTUK 7
Topografieën van halfgeleiders (Chips)
Sectie 1 Algemeen
7. 1.1 Begripsbepaling / 417
7. 1.2 Gebreken van de eerder beschikbare beschermingsvormen / 417
7. 1.3 De Amerikaanse Semiconductor Chip Protection Act en de Europese reactie / 418
Sectie 2 De Nederlandse wet
7. 2.1 Totstandkoming en wijziging / 418
7. 2.2 Definities halfgeleiders, topografieën en exploiteren / 419
7. 2.3 De rechthebbende / 420
7. 2.4 Inhoud van het recht / 420
7. 2.5 Depot / 420
7. 2.6 Duur van het recht / 421
7. 2.7 Vermogensrechtelijke behandeling / 421
7. 2.8 Beperkingen van het recht; uitputting / 421
7. 2.9 Privégebruik, onderwijs en onderzoek / 422
7. 2.10 Verkrijgers te goeder trouw / 422
7. 2.11 Handhaving / 422
7. 2.12 Beslagbevoegdheid / 423
7. 2.13 Bevoegde rechter / 423
7. 2.14 Strafbepaling / 423
7. 2.15 Octrooirecht en auteursrecht / 423

HOOFDSTUK 8
Aanvullende werking gemene recht
Sectie 1 Inleiding
8. 1.1 Aanvulling in verschillende opzichten mogelijk / 425
8. 1.2 Strekking van de speciale wet beslissend / 425
Sectie 2 Octrooirecht
8. 2.1 Het recht / 426
8. 2.2 De bescherming / 427
8. 2.3 De rechtsmiddelen / 428
8. 2.4 Derden / 428
Sectie 3 Kwekersrecht
8. 3.1 Het recht / 429
8. 3.2 De bescherming / 429
8. 3.3 De rechtsmiddelen / 429
8. 3.4 Derden / 430
Sectie 4 Chipsrecht
8. 4.1 Het recht / 430
8. 4.2 De bescherming / 430
8. 4.3 De rechtsmiddelen / 430
8. 4.4 Derden / 430

HOOFDSTUK 9
Rechtsvorderingen
Sectie 1 Sancties
9. 1.1 Wat kan worden gevorderd / 431
9. 1.2 TRIPs-verdrag / 431
9. 1.3 Handhavingsrichtlijn / 432
9. 1.4 Het rechterlijk verbod / 433
9. 1.5 Omvang verbod / 434
9. 1.6 Verbod tegen de tussenpersoon / 435
9. 1.7 Verbod in kort geding / 435
9. 1.8 Ex parte / 435
9. 1.9 Schadevergoeding / 436
9. 1.10 Onttrekking aan het verkeer en vernietiging / 437
9. 1.11 Noemen voor- en achterman / 438
9. 1.12 Recht op publicatie / 438
9. 1.13 Winstafgifte / 439
9. 1.14 Verklaring voor recht / 439
9. 1.15 Ongerechtvaardigde verrijking / 440
9. 1.16 Door wie kan worden gevorderd / 440
9. 1.17 Quasi-revindicatoir beslag / 441
Sectie 2 Bewijs
9. 2.1 Bewijslast / 441
9. 2.2 Overlegging bewijsmateriaal door wederpartij / 441
9. 2.3 Bewijsbeslag / 442
9. 2.4 Bescherming vertrouwelijke informatie / 443
Sectie 3 Voorlopige voorzieningen
9. 3.1 Kort geding / 443

HOOFDSTUK 10
Mededingingsrecht en vrij goederenverkeer
Sectie 1 Inleiding
10. 1.1 De twee problemen / 445
10. 1.2 Nationaal mededingingsrecht / 446
10. 1.3 Het vrije goederenverkeer en de vrije mededinging / 446
10. 1.4 Communautaire wet- en regelgeving / 447
10. 1.5 Communautaire rechtspraak / 447
10. 1.6 Nationale regelgeving en rechtspraak / 448
Sectie 2 Vrij goederenverkeer
10. 2.1 Het probleem / 448
10. 2.2 De rechtspraak van het HvJ / 448
10. 2.3 Toestemmingsvereiste / 450
10. 2.4 Wettelijke regeling / 451
Sectie 3 Europees mededingingsrecht
10. 3.1 Strekking van de mededingingsregels / 452
10. 3.2 Rechten van intellectuele eigendom / 452
10. 3.3 Overeenkomsten; TRIPs-verdrag / 452
10. 3.4 Overdracht / 453
10. 3.5 Licentie / 453
10. 3.6 Groepsvrijstellingsverordening (EU) 316/2014 / 454
10. 3.7 Hardcore-restricties en andere; overige bepalingen / 456
10. 3.8 Onderzoek en ontwikkeling / 457
10. 3.9 Misbruik van een machtspositie / 457
10. 3.10 Nationaal mededingingsrecht / 458

Bijlage / 461
Trefwoordenregister / 469
Rechtspraakregister / 489