Mr. dr. R. Kegge is universitair docent algemeen bestuursrecht en omgevingsrecht aan de Universiteit Leiden.
Meer over Rogier KeggeInterbestuurlijk toezicht in de ruimtelijke ordening
Een juridisch onderzoek naar het nut en de noodzaak van de reactieve aanwijzing als toezichtinstrument in de ruimtelijke ordening
Gebonden Nederlands 2015 1e druk 9789463150088Samenvatting
Ruimtelijke ordening in Nederland is een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel het Rijk, de provincies en de gemeenten. Dit maakt interbestuurlijk toezicht noodzakelijk. Maar over hoe en in welke mate interbestuurlijk toezicht moet worden gehouden zijn de meningen vaak verdeeld.
Sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening in 2008 beschikken het Rijk en de provincies over het toezichtinstrument van de reactieve aanwijzing. Verschillende provinciebesturen gebruiken de reactieve aanwijzing regelmatig om in te grijpen bij bestemmingsplannen als zij die plannen of delen daarvan in strijd achten met hun provinciale ruimtelijke belangen. Zo zijn er provinciebesturen die geen nieuwe bedrijventerreinen willen als er elders in de provincie nog leegstaande bedrijventerreinen beschikbaar zijn.
Daarnaast ontstaan er regelmatig interbestuurlijk conflicten over de mogelijkheden voor intensieve veehouderijen en de bouw van windmolens. Steeds speelt daarbij de vraag waar de gemeentelijke beslissingsvrijheid ophoudt en wanneer het provinciale ruimtelijke belang een interventie rechtvaardigt.
De provinciale ruimtelijke belangen zijn meestal vertaald in algemene regels die een gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan in acht moet nemen. Met een reactieve aanwijzing wordt voorkomen dat een bestemmingsplan (of onderdeel daarvan) in werking treedt en dit komt uiteindelijk te vervallen. Dit boek gaat over deze reactieve aanwijzing.
In het boek wordt ingegaan op de voorgeschiedenis van de reactieve aanwijzing en de gevolgen hiervan. Omdat naast de reactieve aanwijzing diverse andere interbestuurlijke toezichtinstrumenten en de mogelijkheid om beroep in te stellen bestaan wordt de vraag beantwoord of de reactieve aanwijzing zou kunnen worden gemist. Tevens wordt ingegaan op het interbestuurlijk toezicht in het wetsvoorstel voor de Omgevingswet, waarin een met de reactieve aanwijzing vergelijkbaar instrument, het interventiebesluit, is opgenomen.
Het boek is aan te bevelen aan iedereen die met ruimtelijke ordening te maken heeft en meer inzicht wil hebben in de verhoudingen tussen Rijk, provincie en gemeente en de daarbij behorende bevoegdheidsverdeling.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen xi
Hoofdstuk 1
Inleiding 1
1.1 Een korte introductie van de reactieve aanwijzing 1
1.2 Aanleiding voor dit onderzoek 2
1.3 Onderzoeksvragen 3
1.4 Uitgangspunten 3
1.5 Onderzoeksmethode en afbakening van het onderzoek 4
1.6 Opbouw van het onderzoek 6
Hoofdstuk 2
Interbestuurlijk toezicht 11
2.1 Inleiding 11
2.2 Gedecentraliseerde eenheidsstaat 11
2.3 Autonomie en medebewind 13
2.3.1 Beleidsvrijheid en beoordelingsvrijheid 16
2.4 Grondwettelijke basis voor interbestuurlijk toezicht 17
2.5 Motieven voor interbestuurlijk toezicht 18
2.6 Definities en vormen van interbestuurlijk toezicht 21
2.6.1 Positief en negatief interbestuurlijk toezicht 22
2.6.2 Negatief preventief en negatief repressief interbestuurlijk toezicht 23
2.6.3 Generiek en specifiek interbestuurlijk toezicht 25
2.7 Beginselen en uitgangspunten bij interbestuurlijk toezicht 26
2.7.1 Constitutionele beginselen 27
2.7.2 Beginselen van behoorlijk bestuur 30
2.7.3 Effectiviteitsbeginsel 33
2.7.4 Uitgangspunten 33
2.8 Conclusies 35
Hoofdstuk 3
Interbestuurlijk toezicht in de ruimtelijke ordening 39
3.1 Inleiding 39
3.2 Verdeling van bevoegdheden in de ruimtelijke ordening 39
3.2.1 Sturingsfilosofie in de ruimtelijke ordening 41
3.3 Toezichtinstrumenten in de WRO 44
3.4 Toezichtinstrumenten in de Wro 54
3.5 Toezichtinstrumenten in organieke wetten 68
3.6 Conclusies 72
Hoofdstuk 4
De reactieve aanwijzing 77
4.1 Inleiding 77
4.2 Toepassingsbereik van de reactieve aanwijzing 77
4.3 Voorgeschiedenis van de reactieve aanwijzing 84
4.4 Procedurele vereisten 86
4.4.1 Verplichte zienswijze 86
4.4.2 Termijnen en kennisgeving van de reactieve aanwijzing 91
4.4.3 Bekendmaking, inwerkingtreding en beschikbaarstelling 94
4.5 Materiële vereisten 98
4.5.1 Provinciaal of nationaal ruimtelijk belang 99
4.5.2 Provinciaal ruimtelijk belang op basis van beleid 105
4.5.3 Complementaire provinciale en nationale ruimtelijke belangen 109
4.5.4 Het noodzakelijkheidsvereiste 110
4.5.5 Inzet van andere bevoegdheden 114
4.6 Gevolgen en doel van een reactieve aanwijzing 118
4.6.1 Gevolgen van een reactieve aanwijzing voor een exploitatieplan 123
4.6.2 Reactieve aanwijzing en planschade 124
4.7 Rechtsmiddelen tegen een reactieve aanwijzing 125
4.7.1 Beroep tegen de weigering om een reactieve aanwijzing te geven 126
4.7.2 Beroep tegen de intrekking van een reactieve aanwijzing 126
4.7.3 Voorlopige voorziening bij een reactieve aanwijzing 127
4.8 Gevolgen van een vernietiging van een reactieve aanwijzing 131
4.8.1 Schadevergoeding bij een vernietigde reactieve aanwijzing 133
4.9 Provinciale verschillen 134
4.10 Conclusies 136
Hoofdstuk 5
De reactieve aanwijzing vergeleken met vormen van toestemming 141
5.1 Inleiding 141
5.2 Vormen en gradaties van negatief preventief interbestuurlijk toezicht 141
5.3 Het besluit omtrent goedkeuring en de reactieve aanwijzing 142
5.3.1 Van verplichting naar discretionaire bevoegdheid 143
5.3.2 Van alternatief naar cumulatief interbestuurlijk toezicht 144
5.3.3 Verschillende toetsingskaders 146
5.3.4 Geen verplichting tot vaststelling van een nieuw plan 151
5.3.5 Gedeeltelijke goedkeuring en reactieve aanwijzing 153
5.3.6 Verschillende termijnen en toetsingsmomenten 156
5.3.7 Overige procedurele verschillen 157
5.4 De verklaring van geen bezwaar of geen bedenkingen en de reactieve aanwijzing 162
5.4.1 Procedurele verschillen 165
5.4.2 Verschillende toetsingskaders 166
5.4.3 Voorschriften bij een verklaring van geen bedenkingen 168
5.4.4 De ontheffing als verklaring van geen bedenkingen 168
5.5 Conclusies 170
Hoofdstuk 6
De reactieve aanwijzing vergeleken met de spontane vernietiging en de schorsing 175
6.1 Inleiding 175
6.2 Wet revitalisering generiek toezicht 179
6.3 Verschillen tussen de spontane vernietiging en de reactieve aanwijzing 181
6.3.1 Bevoegdheid 182
6.3.2 Termijn en moment van interventie 186
6.3.3 Verschillende toetsingskaders 190
6.3.4 Verschillende beroepsprocedures 192
6.4 Conclusies 194
Hoofdstuk 7
De reactieve aanwijzing vergeleken met de indeplaatsstelling 199
7.1 Inleiding 199
7.2 Grondwettelijke basis voor indeplaatsstelling 200
7.3 Vervangingsbevoegdheden in de WRO 201
7.4 Vervangingsbevoegdheden in de Wro 205
7.5 Wet revitalisering generiek toezicht 207
7.6 Verschillen tussen de reactieve aanwijzing en de indeplaatsstelling 208
7.6.1 Verschillende aard van de bevoegdheden 208
7.6.2 Verschillende procedures en termijnen 213
7.6.3 Verschillende toetsingskaders 217
7.7 Conclusies 218
Hoofdstuk 8
De reactieve aanwijzing en beroep als vorm van interbestuurlijke geschilbeslechting 221
8.1 Inleiding 221
8.2 De grondslag voor het interbestuurlijke beroepsrecht 221
8.3 De voorgeschiedenis van en de ratio achter het interbestuurlijke beroepsrecht 224
8.4 Beperking van het interbestuurlijke beroepsrecht 228
8.5 Beroep naast de reactieve aanwijzing 231
8.6 Beroep na de reactieve aanwijzing 235
8.7 Beroep ter vervanging van de reactieve aanwijzing 237
8.8 Administratief beroep 239
8.9 Conclusies 241
Hoofdstuk 9
Interbestuurlijk toezicht in de Omgevingswet 243
9.1 Inleiding 243
9.2 Aanleiding voor en uitgangspunten van de Omgevingswet 243
9.3 L’histoire se répète 248
9.4 Instrumenten in de Omgevingswet 250
9.5 Van reactieve aanwijzing naar interventiebesluit 268
9.6 Conclusies 274
Hoofdstuk 10
Beantwoording van de onderzoeksvragen 279
10.1 Inleiding 279
10.2 Beantwoording van de eerste onderzoeksvraag 279
10.3 Beantwoording van de tweede onderzoeksvraag 281
10.3.1 Positieve gevolgen 282
10.3.2 Negatieve gevolgen 283
10.4 Beantwoording van de derde onderzoeksvraag 288
10.5 Beantwoording van de vierde onderzoeksvraag 300
Summary 309
Jurisprudentieregister 317
Literatuurlijst 323
Trefwoordenregister 335
Curriculum Vitae 337
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan