Managers gegijzeld
In Frankrijk gaat het er wat harder aan toe. Daar protesteerden medio maart werknemers van Continental tegen sluitingen en staken banden in brand, resulterend in een spectaculair gezicht van zwarte wolken boven de straten. Zou dat het gezicht van de crisis worden? Ook zijn er inmiddels enkele nationale stakingen geweest tegen het economische beleid van Sarkozy. ‘Business as usual’ dus in Frankrijk. Nieuw is de gijzeling van managers maar die worden weer hoffelijk bejegend en met mosselen en frietjes gevoederd en niet in een tropisch regenwoud geblinddoekt onder de grond uitgehongerd.
Nederlandse vakbondsfolklore
En Nederland? Dat kende onlangs een kleine manifestatie op het Malieveld van vijftigplussers die met fleurige hesjes en petjes de regering vrolijk zingend aanspoorden iets te doen. Ik heb geen belegering van de Zuidas gezien, geen ‘picket lines’ bij de ING, geen gijzeling van Fortis-bestuurders, geen adembenemende rellen in Rotterdam, brandende trams in Amsterdam, barricades in Utrecht of Den Haag. Waarom zijn de moordaanslagen op de top en subtop van ING, ABN Amro, Fortis uitgebleven en is de massa tot nu toe relatief rustig gebleven?
Emotioneel gesproken is er alle rede tot verzet, opstand en rellen. Mensen reageren niet op gebeurtenissen maar op hun gedachten over die gebeurtenissen zei Epictetus al in de eerste eeuw van onze jaartelling. En die gedachten zijn de afgelopen jaren ruimschoots gevoed in de media, kranten en blogosfeer en waren niet positief over het casinokapitalisme met zijn bonussen, graaizucht en onverantwoorde risico’s. De vingers wezen allemaal in één richting: naar bankiers, managers, hypotheekverstrekkers, verzekeraars, toezichthouders en aandeelhouders. Zij zijn de schuldigen. Zij hebben het gedaan.
En toch worden ze niet opgeknoopt. Zelfs nu niet, nu bij Jan en alleman begint door te dringen wat de kredietcrisis persoonlijk voor hen gaat betekenen: meer kans om werkloos te worden, langer werken en minder pensioenaanspraken. Dit keer vraagt niet de aanwezigheid van iets om een nadere verklaring maar de afwezigheid.
‘Verelendung’ te gering
Wie zijn oor te luister bij Marx hoort al snel zijn ‘Verelendungstheorie’ die de relatieve rust zou kunnen verklaren. De slachtoffers van de economische crisis zijn gewoon nog te rijk en te welvarend om gedreven door een armoedeval in opstand en verzet te komen. De economie krimpt 3,5 procent. Vreselijk ja. De economie krimpt maar liefst tot het niveau van twee jaar geleden. Dat waren nog eens arme tijden! Nee, de omstandigheden waaronder het proletariaat in de negentiende eeuw leefde en waar Marx het over had verschillen dag en nacht met de luxe van Vinexbewoners om op korte termijn een hernieuwde klassenstrijd te zien ontstaan.
Grens tussen dader en slachtoffer fuzzy
Voor de bekende politieke tekenaar Albert Hahn was de wereld nog overzichtelijk. Aan de ene kant had je de arbeider in kloffie met pet, en aan de andere kant de kapitalist met hoge hoed en sigaar. Je was slachtoffer of boef. Mengvormen waren onmogelijk. Onze tijd is heel anders want menig voormalig proletariër en armoedig middenklasser heeft in de afgelopen twintig jaar de weg naar ‘lucratieve’ beleggingsproducten weten te vinden. Wall Street werd Main Street en daarmee vervaagde de grens tussen speculant en werknemer. Wie met de vinger naar de bankiers wijst, wijst tegelijk naar zichzelf. De speculerende burgerij voelt feilloos aan dat een te heftig protest zou betekenen dat de pot de ketel verwijt. Ze berust daarom in de zwakste variant van woede: gemopper. Tegen jezelf in opstand komen vraagt om morele moed die alleen voor heiligen is weggelegd en we weten dat die maar spaarzaam voorkomen.
Geen vernedering
Het uitblijven van de woede is nog beter te begrijpen wanneer we naar de kenmerken van deze emotie kijken. Woede is de emotie die het lichaam in staat stelt om het rechtvaardige evenwicht in een relatie, groep of gemeenschap te herstellen. Het gaat niet alleen om de eerlijke verdeling van goederen en opbrengsten maar vooral om de eerlijke verdeling van status en eer.
In de Koopman van Venetië van Shakespeare leent de joodse geldschieter Shylock geld aan de reder Antonio en wil een pond vlees uit diens lichaam snijden als hij dat te laat terugbetaalt. Hiermee wil Shylock Antonio betaald zetten voor de vernederingen die hij van hem te duchten heeft gehad.
Wanneer we dit element van ‘vernedering en eer’ doortrekken naar de hedendaagse burgerij, dan zien we dat dit volledig afwezig is. Niemand voelt zich vernederd door Jan Hommen en Patrick Flynn, de nieuwe topmannen van de ING. De huidige economische crisis is geen crisis van eer. O ja, men is natuurlijk verontwaardigd als topmannen toch weer opties krijgen en/of bonussen toucheren, maar men voelt zich niet in de eer aangetast, of vernederd.
De economische crisis is een crisis van geld en niet van religie, nationalisme, mannelijkheid, vrouwelijkheid of ras. Bonus, optie en aandelen leveren geen identiteit op zoals bij die andere zaken wel het geval is. Je hebt geld maar je bent het niet. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zei dat hij een bonus was of een Fortis-aandeel.
'Rites de passages'
In zijn boek over de cultuur van oorlog, passend ‘Oorlogscultuur’ getiteld, wijdt de oorlogshistoricus Van Crefeld veel aandacht aan de zeden en gewoonten in het leger. Hij verduidelijkt daarin bijvoorbeeld hoe belangrijk rituelen zijn om een vredestoestand naar een toestand van oorlog te komen. En omgekeerd!
Dit mechanisme kennen we ook in de individuele ontwikkelgang van mensen (geboorterituelen, rouwrituelen, huwelijke rituelen), in religies (de overgang van leek naar gewijde), in de wetenschap (van afgestudeerde naar doctor), maar ook in de overgangen van een samenleving als geheel. En dat maken we nu mee: een overgang in de samenleving van een neoliberaal kapitalisme naar een toezichtkapitalisme dat een grotere rol toekent aan de monitorende en interveniërende functies van de staat.
Bezweringen
Het maatschappelijke ritueel waar we nu getuige van zijn, beoogt een beheersing van die economische en maatschappelijke transitie, die vanwege de vele onzekerheden het gevaar van chaos en geweld inhoudt. Natuurlijk zijn er allerlei concrete maatregelen wereldwijd bedacht en in werking gesteld om de crisis te keren, maar evenzo belangrijk is het theaterspel van de elite.
Bij het redden van de systeembanken stonden Bos, Balkenende en Wellink bij de persconferenties broederlijk naast elkaar, als teken dat de crisis in goede handen is. De afwezigheid van het kabinet om met zichzelf en uiteindelijk met de sociale partners over de crisismaatregelen te delibereren, behoorde tot het oud-Hollandse ritueel van polderen.
De ‘yes-we-can’-grijns van Obama is de fetisj waarmee de Amerikanen hun crisis bezweren, de gereformeerde beproevingskoppen van Balkenende, Bos en Rouvoet de onze. De herenakkoorden met de bankiers over hun bonussen en de negentig procent belasting van Obama zijn magische handelingen om de potentiële onrust onder controle te houden.
Zo houden we tot nu toe de woede, de verontwaardiging, de vergelding en de wraak op afstand. Maar wat gebeurt er als de economische crisis echt toeslaat? Als de huizenprijzen kelderen, de werkloosheid serieus toeneemt en armoede een reële optie wordt voor jong, oud en heel oud? Mopperen we dan nog steeds stilletjes in onze achtertuintjes of gaan we rellend de straat op om ‘gansch het raderwerk’ tot stilstand te brengen?
Over Joep Schrijvers
Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.