Hoe zag uw leven eruit voor het ongeluk?
Ik bewandelde de geijkte route; zat op het vwo, ben daarna aan de universiteit van Tilburg gaan studeren, heb naast mijn studie altijd veel gewerkt, was heel actief. Ik zat op het financiële pad en was hard op weg om topmanager te worden. Ik ben eigenlijk als vanzelf in een trein gestapt die maar bleef voort denderen, het kwam niet in me op eens een keer over te stappen of uit het raam te kijken. Ik was niet bezig met de vraag of er ook andere manieren waren waarop ik me nuttig kon maken, ik evalueerde niet. En dat alles met een heel simpel doel: zoveel mogelijk geld verdienen.
Wat ging er mis?
Ik stond tijdens een vakantie in Portugal tot mijn middel in het zeewater, toen ik een mooie grote golf aan zag komen, zo eentje waar bij wijze van spreken je naam opstaat. Toen hij op me afkwam en ik erin dook, raakte ik met mijn hoofd de grond en brak mijn nek. Ik lag met mijn gezicht naar beneden in het water en kon me niet bewegen. Dat was het moment waarop ik bewust afscheid begon te nemen van het leven. Hoewel ik nog maar 21 was, weet ik nog goed hoe ontevreden ik daarover was. Natuurlijk omdat ik niet dood wilde, maar ik had ook het gevoel dat ik te veel voor mezelf had geleefd. Een tweede golf heeft me omgedraaid waardoor ik weer lucht kreeg. Ik heb na het ongeluk mijn managementstudie nog afgerond, maar daarna besloten om mijn hart te volgen.’\
U bent cabaretier geworden. Hoe bent u erachter gekomen dat u talent had om mensen te vermaken?
Ik heb me tijdens het carnaval eens laten overhalen mee te doen aan een open podium. Ik bleek de mensen zowaar aan het lachen te kunnen krijgen. Dat is echt een onbeschrijfelijk gevoel, als je een hele zaal aan het lachen kunt maken. Ik merkte ook dat mijn optreden veel reacties losmaakte, na afloop kwamen mensen die zelf iets ellendigs hadden meegemaakt, me bedanken omdat ze kracht uit mijn verhaal hadden geput. Hoe mooi dat ook is, humor is voor mij een instrument en geen doel op zich; mensen een leuke avond bezorgen is een tijdje heel fijn, maar uiteindelijk voor mij toch te leeg. Vandaar onder andere dit boek.
U schrijft in uw inleiding dat u geen managementboek hebt geschreven met de gebruikelijke modellen en grafieken. Wat is het wel geworden?
Het boek is in feite mijn levensverhaal opgedeeld in thematische hoofdstukken, waarin ik aan de hand van veel persoonlijke voorbeelden een boodschap verpak waar mensen iets mee kunnen. Ik heb voornamelijk een lekker leesbaar boek willen schrijven, een mix van humor met emotie. Van mijn periode aan de universiteit herinner ik me nog de vele boeken die we moesten lezen. Het was allemaal zakelijk, droog, het was echt doorploegen wilde je er iets van opsteken. Toen al stelde ik mezelf geregeld de vraag waarom het niet leuk en praktisch toepasbaar kon.
Wat is uw boodschap?
Onze maatschappij is in hoog tempo aan het veranderen, denk alleen maar aan de zorg of het onderwijs. Dit vraagt een hoop van mensen, ik zie om me heen dat velen hun best moeten doen om zich staande te houden. Ze raken verkokerd, ze voelen zich als werknemer gereduceerd tot slechts de uitvoerder van een taak, wat het plezier niet ten goede komt. Een goede manager is iemand die zijn werknemers hun eigen verantwoording teruggeeft en beseft dat iedereen ongeacht zijn of haar positie belangrijk is. Iedereen wil gezien worden, en iedereen is in staat op een of andere manier een verschil te maken. Je kunt met iets heel kleins veel bereiken, mensen kunnen meer dan ze denken. Toegevoegde waarde is iets anders dan het volgen van protocollen en alleen maar oog hebben voor geld verdienen.
‘Het verschil maken’ is een begrip dat in uw boek geregeld opduikt. Wat bedoelt u daar precies mee?
Dat kan ik misschien het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Toen ik in een vreemd land in het ziekenhuis lag, bang en in paniek, kwam er nooit iemand als ik om hulp riep. Af en toe stond er ineens iemand naast mijn bed, maar die kwam alleen even de monitoren controleren maar schonk verder geen aandacht aan mij, dat behoorde kennelijk niet tot het takenpakket. Je kunt dus stellen dat ik technisch gezien de perfecte zorg kreeg, iedereen voerde zijn of haar taak goed uit, maar dat hielp op dat moment niet. Totdat ik Carlos leerde kennen, die gewoon een hand op mijn schouder legde en me geruststelde. Je kunt je haast niet voorstellen hoe belangrijk zo’n klein gebaar op dat moment is. Ik noem dat kleine blijken van aandacht of waardering sindsdien Carlos-momentjes.
U beschouwt elke verandering als een kans?
Nou ja, toen ik mijn nek brak, dacht ik natuurlijk niet: ha, hier ligt een mooie kans. Maar na verloop van tijd merk je dat je het meer kunt loslaten en het een plaats kunt geven. Ik treed wel eens op voor jonge, talentvolle studenten of jongeren die net aan hun eerste baan zijn begonnen. Ze doen me erg aan mijn eigen verleden denken: hard werken, veel dingen naast je studie ondernemen, alsmaar meer hooi op de vork nemen. Tegelijk proef je in zo’n groep een stemming van: is dit het nou? Volgens mij werken we veel te hard met z’n allen. De rek is eruit, nog meer doen lijkt geen optie. Als je een werkweek van zestig uur opschroeft naar zeventig, gaat de kwaliteit er echt niet op vooruit. Pas als je je taken met aandacht gaat uitvoeren, verandert er iets. Als ik die jonge studenten zie, wil ik voor geen goud met ze ruilen, en dat meen ik echt. Waar ik nu ben, ben ik gelukkig.
Over Erik de Vries
Erik de Vries is freelance journalist.