Zelfs de accountants, toch controleurs pur sang, riepen onlangs in een open brief op tot minder regulering in de zorg. Een voorbeeld uit de praktijk van de kinderafdeling in een ziekenhuis illustreert dit. Brengt dit je op voorbeelden uit je eigen praktijk?
Paracetamol is een wijdverbreid pijnstillend en koortsverlagend middel. Wie kent het niet, na bijvoorbeeld een feestelijke avond. Ook aan kinderen wordt het veelvuldig toegediend, als pijnstiller of om de algehele malaise van een ziek kind wat te verminderen. Hierbij is het wel zaak om, anders dan bij volwassenen, de dosering af te stemmen op het gewicht van het kind. Dit omdat de gewichtsverschillen voor doseringen van medicijnen bij kinderen veel belangrijker zijn dan bij volwassenen. Op een kinderafdeling variëren de patiënten van een baby van 3 kilo tot een bebaarde 17 jarige jongen van 80 kilo. Met andere woorden, naast uiteraard de kwaal bepaalt het gewicht van het kind de toe te dienen dosis paracetamol.
Protocol & wijzigingen
Zoals voor alle medicijnen is ook de dosering paracetamol voor kinderen per gewichtsklasse uitgewerkt in een protocol. Wat is dus handiger dan het bijbehorende lijstje uitprinten en ophangen op de behandelkamers van de kinderafdeling? Elke verpleegkundige kan dan snel zien welke dosis voor het betreffende kind geschikt is en op basis daarvan handelen. Maar, datzelfde protocol gaat nu knellen. Het is namelijk zo dat protocollen kunnen wijzigen, en daarom moeten ze elke 24 uur opnieuw worden uitgeprint. Dit gebeurt in de praktijk natuurlijk niet. Daarom is het verboden om het betreffende lijstje uit te printen en op te hangen. Als het er toch hangt, dan wordt het door een kwaliteits- en risicobewust afdelingshoofd direct verwijderd. Is dit kwaliteits- en risicobewust, of juist niet?
Het paracetamol protocol en risico’s
Hoe groot is de kans eigenlijk, dat de dosering paracetamol per gewichtsklasse plotseling verandert? Dit is immers de onderliggende reden dat het bewuste lijstje niet mag worden geprint en opgehangen. Weegt deze risicobeheersmaatregel wel op tegen de nadelen en daaraan verbonden risico’s? Want die zijn er. Het resultaat van deze gang van zaken is immers dat elke kinderverpleegkundige, ook die met ruim 25 jaar praktijkervaring, wordt belemmerd in het uitoefenen van het vak. Voor het toedienen van paracetamol moet er immers eerst op de computer het desbetreffende protocol worden opgezocht om de juiste dosis voor het betreffende kind te kunnen vaststellen. Uiteraard geen probleem, zolang het rustig is. Vaak is dit niet zo, niet zelden is het gewoon hectisch. Ouders staan er ook dan op dat hun kind optimale zorg krijgt. Het simpele paracetamolletje hoort daar vaak bij. Het alternatief voor de verpleegkundige is de dienstdoende kinderarts benaderen. Ook niet handig, zij heeft vaak wel iets belangrijkers te doen dan het vaststellen van de juiste dosering paracetamol. Of die ligt net even te slapen, na een drukke nachtdienst. Het betreffende kind ligt intussen te wachten op een pijn-verlichtende paracetamol, die de misère wat kan verlagen.
Wat kunnen we hiervan leren?
Dit voorbeeld maakt duidelijk dat goedbedoelde protocollen minder goed kunnen uitpakken. Door het paracetamol protocol, en dan vooral de regel dat het protocol elke 24 uur moet worden ververst, neemt het welzijn van de patiënt onnodig af en worden werkdruk van verpleegkundigen en artsen onnodig verhoogd. Hoge werkdruk met de bijbehorende stress is nu juist wel een significant risico voor de patiëntveiligheid, zeker tijdens nachtdiensten als iedereen toch al niet op z’n best is. Het op een enkel punt afwijken van dit protocol zal al helpen. Dus wel toestaan dat het lijstje met paracetamol doseringen per gewichtsklasse wordt geprint en opgehangen. Op andere afdelingen van het betreffende ziekenhuis is dit al het geval. Een kwestie van afdelingsleiderschap. Het risico dat de paracetamol doseringen voor kinderen acuut moeten worden aangepast is hiermee beoordeeld als acceptabel. De les is dus dat het accepteren van kleine risico’s een sterke beheersmaatregel kan zijn voor risico’s die er echt toe doen. Dit is een voorbeeld van risicogestuurd werken, zowel voor de zorg als voor andere sectoren.
Over Martin van Staveren
Martin van Staveren is adviseur, auteur, docent en spreker. Hij ontwikkelde het gedachtegoed voor risicoleiderschap. Met zijn bureau VSRM helpt hij organisaties doelgericht om te gaan met risico’s én kansen in complexe situaties. Eerder schreef hij onder andere Risicogestuurd werken (2015), Risicoleiderschap (2018) en Iedereen Risicoleider (2020).