Net zomin als een boek met kwaliteit in de titel, maar dat was nog wel begrijpelijk, want hoe meer er over kwaliteit werd gesproken hoe minder er sprake van was. Maar goed, de tijden zijn veranderd om maar eens met Bob Dylan te spreken, een andere winnaar van een grote boekenprijs, en daarvan getuigt het winnende boek in de uitverkiezing van het Managementboek van het Jaar 2016: Het innovatiedoolhof, van Gijs van Wulfen.
Van Wulfen onderscheidt vier innovatieroutes waarin het gemakkelijk verdwalen is, omdat ze op het oog zo voor de hand liggen: de ideeroute, de technologieroute, de klantknelpuntroute, en de noodzaakroute. De eerste route spreekt voor zich. De vraag is alleen hoe je dat spontane Eureka-momentje in bad omzet in een werkbaar verdienmodel. Focus en haalbaarheid adviseert Van Wulfen. Technologie spreekt ook voor zich. Technologie is altijd al een enorme aanjager geweest voor innovatie, maar nu meer dan ooit. Kijk alleen maar even naar de suggesties die Van Wulfen aandraagt: eetbare verpakkingen, een opblaasbare veiligheidsriem, stof die elektriciteit opwekt uit lichaamswarmte, een automotor die emissies verlaagt. Enzovoort. Van Wulfen schudt er dertig uit zijn mouw. De crux is hier het kiezen van de juiste techniek. De derde route wordt nogal eens ingeven door irritatie. Als klant of omdat je iets in en/of met de organisatie maar niet voor elkaar krijgt. Richard Branson was zo ontevreden met de service van Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen dat hij er zelf maar een oprichtte. De truc bij deze route is heel precies naar boven halen waar het knelt, vandaar ook de tamelijk gekunstelde benaming ‘klantknelpuntroute’. Tot slot noodzaak. Eigenlijk de ultieme drijfveer. Innoveer of crepeer. Deze route is niet minder dan een amalgaan van de voorgaande drie. Dwing een Eurekamoment af, zoek naar de juiste techniek, vind uit waar het misgaat en waar juist niet. Separaat of in combinatie, maar doe iets!
Geheel toevallig verscheen op de dag dat Het innovatiedoolhof werd bekroond Innoveer jezelf. Een mooie aanvulling want waar het Boek van het Jaar zich richt op de organisatie, daar richt de nieuwe Van Wulfen zich uitdrukkelijk op het individu. Niet iedereen is namelijk een innovator, althans niet vanzelf. Hooguit willen ‘we’ verbeteren, maar een sprong in het diepe is voor veel mensen tegelijk een sprong te ver. En dan kun je als organisatie nog zo vaak ‘innovatie’ in je visie noteren, zonder mensen die daadwerkelijk innovatief durven te handelen is dat niet meer dan de spreekwoordelijke papieren tijger. Dat geldt helemaal als innovatie pure noodzaak is om te overleven. Iedereen kruipt dan graag in zijn schulp terwijl je juist mensen nodig hebt die de innovatieve daad bij het woord voegen, hun nek uitsteken.
Het innovatiedoolhof is rijkelijk gelardeerd met afbeeldingen van verschillende doolhoven. Maar eentje ontbreekt opmerkelijk genoeg. Die uit de film The shining, met in de hoofdrol een op dreef zijnde Jack Nicholson als Jack Torrance. De eindscene is even klassiek als de film. Een volkomen doorgedraaide Jack Torrance achtervolgt zijn zoon in een enorm doolhof, met in zijn handen een bijl. Om te ontsnappen aan zijn vader, keert Danny letterlijk op zijn schreden terug en laat Jack een maagdelijk witte paden waarin hij vastloopt en uiteindelijk doodvriest. Innoveren heeft hier wel iets van weg. Strompelend zoek je de uitgang in een labyrint waarin elke route een doodlopende weg blijkt. Maar dat hoeft dus niet.
Over Pierre Pieterse
Pierre Pieterse was tot februari 2022 hoofdredacteur van Managementboek Magazine.