Alle raden van bestuur zijn de afgelopen jaren wel een keer naar Silicon Valley gereisd om inspiratie op te doen. Prachtige verhalen natuurlijk van Uber, AirBnB, Pinterest, Dropbox, Snapchat, en SpaceX. Startups zijn aantrekkelijk. Hun enthousiasme is aanstekelijk. Hun nieuwe digitale businessmodellen fascinerend. Ik ben er ook door aangestoken, en investeer zelf in een startup in de sharing economy: Pickthisup.nl.
Je ziet steeds vaker grote bedrijven, ook in Nederland, startups omarmen door startup centers op te richten. Vaak met als doel om het interne ondernemerschap te stimuleren, en snelheid te winnen, want innovatie gaat veel te stroperig door hun eigen organisaties heen. KPN, AkzoNobel, ING, Shell, ASML, Philips, NS, het Havenbedrijf Rotterdam, Rabobank en de ANWB, allemaal werken ze samen met startups, om op deze manier sneller tot concrete nieuwe producten en diensten te komen.
Maar bij bestaande organisaties is de snelle weg vaak de langzame weg en de langzame weg de snelle. Wat gebeurt er namelijk? Ontevreden over de innovatieresultaten op de eigen olietanker, lanceren ze kleine speedbootjes. Die zijn wendbaar en snel en weinig risicovol als het misgaat. Maar op de olietanker zelf, ziet de bemanning dat er plots wel veel geld wordt gestoken in nieuwe startups die in de watten worden gelegd, alle vrijheid krijgen en in een hip oud industrieel complex mogen zitten, in plaats van in de suffe burelen waar ze zelf zitten. De speedbootjes worden vanaf de olietanker als partybootjes gezien, het nieuwste speeltje van de raad van bestuur.
Als je jouw bestaande organisatie innovatiever wilt maken, dan is de snelle route vaak de langzame. Dat komt omdat veel van de speedbootjes helemaal niet terugkeren naar de olietanker. Dat heeft twee redenen. In Het innovatiedoolhof (Managementboek van het Jaar 2017, red.) laat ik zien dat startups het helemaal niet veel beter doen dan innovatie-initiatieven in gewone bedrijven: 95% slaagt er niet in het voorspelde rendement te halen. Bovendien keren de speedbootjes die het wel redden vaak helemaal niet terug naar het ‘moederschip’. In plaats daarvan gaan ze verder als zelfstandige onderneming of worden ze verkocht. Dat is leuk voor de Holding, maar maakt de olietanker zelf op geen enkele manier innovatiever. En als er startupinitiatieven zijn die wel een grote relatie hebben met de bestaande corebusiness, dan is het heel lastig om het initiatief van buiten vervolgens weer in een latere fase van het innovatieproces in de bestaande organisatie te injecteren. Waarom zouden wij op de olietanker nu wel onze nek uitsteken voor iets wat het speedbootje heeft bedacht? In onze Nederlandse bedrijfscultuur is draagvlak belangrijk. Iets uitvinden kun je alleen. Innoveren kun je alleen maar samen. En het worden alleen onze ideeën als wij er vanaf de start samen aan hebben gewerkt.
Volg daarom als bestaande organisatie niet klakkeloos de startuphype. Er zijn ook andere paadjes op de tanker zelf om innovatie sneller en effectiever te starten.
Gijs van Wulfen is (keynote) spreker en trainer over innovatie en design thinking. Hij is de auteur van verschillende boeken, waaronder Het Innovatiedoolhof dat werd uitgeroepen tot Managementboek van het Jaar 2017.
Over Gijs van Wulfen
Gijs van Wulfen is bedrijfseconoom, marketeer en innovatieversneller. Hij adviseerde bij achtereenvolgens Ernst & Young en Boer & Croon vele organisaties over marketing- en innovatie strategieën. In 2002 startte hij zijn eigen bedrijf Big Tree Marketing Innovators, dat zeer uiteenlopende klanten helpt bij het bedenken van nieuwe productideeën, het organiseren van innovatie en het introduceren van nieuwe producten in de markt.