Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Preview

Morgen doe ik het nog beter - Afwisselende werkvormen voor intervisie

Morgen doe ik het nog beter maakte ik in de eerste plaats voor mezelf. Ik wilde eenvoudig beschreven modellen die ik direct kon gebruiken bij intervisie en coaching. Meer dan 70 modellen verzamelde en maakte ik en ik beschreef ze kort in duidelijk geformuleerde stappen.

Peta Twijnstra | 16 juli 2018 | 3-4 minuten leestijd

Met die modellen, in het boek ingedeeld in categorieën, ontwerp ik leerzame en inspirerende bijeenkomsten. Hieronder beschrijf zo’n bijeenkomst. 

Uit de categorie ‘opwarmer’ kies ik de werkvorm ‘waarom vind jij dat je dit verdiend hebt’. Voor deze opwarmer die geïnspireerd is op de film Notting Hill leg ik een doos chocola op tafel en ik start met de vraag: “Waarom vind jij dat jij deze chocola verdiend hebt?”. De deelnemers geven om de beurt antwoord en bieden tegen elkaar op om de doos in bezit te krijgen. Zo ontstaat er een beeld van wat de deelnemers hebben meegemaakt, is er ontspanning en komen ze met elkaar in een concentratie die nodig is voor intervisie. 

Met ‘een twee drie vier’ gekozen uit de categorie ‘terugkijken’ halen we met elkaar de inhoud van de vorige bijeenkomst terug. Wat hebben we gedaan, wat heb je geleerd en wat heb je toegepast? Ik vraag de deelnemers een cijfer te geven: 1 = ik heb er niks mee gedaan, 2 = ik heb erover nagedacht, 3 = ik heb er met anderen over gesproken en 4 = ik heb het toegepast. Een van de deelnemers geeft een 1, ze heeft nagedacht over hoe om te gaan met feedback van collega’s, een onderwerp uit vorige bijeenkomst. Een ander geeft een 4, zij heeft een van de adviezen die ze de vorige keer kreeg toegepast, met succes.  

Omdat deze intervisiegroep het lastig vindt om met inbreng te komen kies ik uit de categorie ‘inbreng genereren’ de werkvorm ‘de drempel en de berg’. Ik vraag de deelnemers één van de volgende vragen te beantwoorden en het antwoord op te schrijven: ‘Waar zie je als een berg tegen op’ of ‘Over welke drempel moet je heenstappen de komende tijd’. Als ze om de beurt vertellen wat ze hebben opgeschreven, zegt een van de deelnemers dat hij zijn onderwerp graag uitvoeriger aan de orde wil hebben. We bespreken zijn inbreng met het model ‘roddelen’ uit het hoofdstuk ‘modellen’, een eenvoudig veelgebruikt basismodel om inbreng van deelnemers te bespreken. Bij stap 2 van dit model vertelt de inbrenger over zijn situatie en daarna stellen de andere deelnemers verhelderende en verdiepende vragen. Als zijn inbreng duidelijk is kiest hij een plaats buiten de groep waar hij de groep goed kan horen maar waar hij geen oogcontact met de anderen kan maken. De groep bespreekt wat hun opvalt aan het verhaal van de inbrenger en bespreken met elkaar wat zij zouden doen in zijn situatie. Afrondend reageert de inbrenger op de feedback en adviezen van de groep en hij vertelt wat hij met de adviezen gaat doen. Het werken met de inbreng en met het model ‘roddelen’ neemt het grootste deel van de bijeenkomst in beslag.

Aan het einde van de bijeenkomst hebben we nog tijd voor de werkvorm ‘de vraag’ uit de categorie ‘afsluiter’. Elke deelnemer schrijft op met welke vraag hij of zij de intervisie verlaat en deelt dat met elkaar. Ik verzamel de vragen en stel voor dat we de volgende bijeenkomst met die vragen starten. Wie weet hebben we dan antwoorden. 

Door steeds andere werkvormen te kiezen, ontstaat er afwisseling en levendigheid in een intervisiegroep. Deelnemers leren hun werkervaringen steeds op een andere manier tegen het licht te houden. Zo krijgen ze zicht op hun eigen gedrag, duidelijkheid over hun rol en worden ze betere professionals. Zo doen ze het morgen nog beter!

Peta Twijnstra is coach, trainer, intervisiebegeleider en vertrouwenspersoon. Ze is de auteur van Morgen doe ik het nog beter.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden