Om met een voor de hand liggende vraag te beginnen: waarom wilde u dit boek schrijven? Is dit de weerslag van twintig jaar kennis en ervaring op het gebied van coaching?
Primair als gevolg van mijn passie voor coachen. Verder bestaan er veel boeken over coaching, maar boeken met deze brede praktische benadering zijn er niet veel. De titel zegt het al: we hebben een ‘HOE-boek’ willen maken, een boek met een praktische inslag én met een duidelijke visie. Ik heb er veel van mijzelf ingestopt: ik werk sinds 1999 bij Schouten & Nelissen als trainer en coach en ik meen dat ik door mijn ervaring en kennis iets te melden heb. Dat wil ik via dit HOE-boek uitdragen. Het is echt doorleefd: je kunt me ook op de inhoud aanspreken. Of ik het zelf allemaal zo mooi doe als in het HOE-boek staat? Nee, maar dat moet ook geen coach willen. Ik adviseer coachen te doen wat bij hen past en wat werkt. Perfectionisme is een slechte raadgever. Dit zijn terugkerende accenten in het HOE-boek. Ik ben enige jaren bezig geweest met de voorbereiding, het daadwerkelijke schrijven heeft een jaar in beslag genomen, waarbij Ellis Buis en ik een geweldig koppel bleken. We hebben het samen geschreven, waarbij Ellis eindverantwoordelijk was voor de tekst en ik voor de inhoud.
Individueel coachen lijkt nog steeds aan populariteit te winnen. Wanneer is coaching eigenlijk aan zijn opmars begonnen? Hoeveel coaches zijn er in Nederland?
De opmars van coaching begon een jaar of tien geleden. Een goede zaak, het is een zeer effectieve methodiek. Als je boeken over coachen zoekt, kom je al snel op meer dan 100 titels. Ik heb begrepen dat er nu ongeveer 22.000 coaches zijn in Nederland. Dat aantal neemt nog steeds toe. Zoals bij elke hype is ook ten aanzien van de opmars van coachen een gezonde relativering op zijn plaats, zoals je in de epiloog van het HOE-boek kunt lezen. Je ziet ook dat het fenomeen aan maatschappelijke acceptatie wint: het aantal opleidingen neemt toe, er ontstaan organisaties die certificeringen invoeren. Daar kun je drie conclusies aan verbinden: de maatschappelijke waarde van coachen is een feit, er is geld te verdienen en mensen zijn van mening dat het beroep bescherming verdient. Dat laatste is op zich geen verkeerde zaak, hoewel certificering altijd bepaalde valkuilen met zich meebrengt. Bij het opstellen van controlemechanismen ontstaat soms de neiging zaken te willen dichttimmeren. Maar toetsingscriteria en kwaliteitsgaranties zijn relatief. De relatie, de grondhouding, het proces ter plekke en wat de gecoachte er zelf mee doet zijn factoren die een sterke invloed hebben op het resultaat en vaak moeilijk te vangen zijn in concrete toetsingscriteria.
Kunt u een oordeel geven over het niveau van de coaches in Nederland?
Hier ken ik geen onderzoeken over. Ik heb de indruk dat het niveau beter aan het worden is, gezien het scala aan goede opleidingen en de vele coaches die hun vak professioneel uitoefenen. Ik kom meer en meer goede coaches tegen. Enige tijd geleden is er onderzoek gedaan naar de waarde van psychotherapeuten. Daaruit kwam naar voren dat de waarde van de therapie voor 40 procent werd bepaald door wat de persoon die in therapie is er zelf mee doet (dus waar de invloed van therapeut nul is), voor 30 procent door de relatie tussen de persoon in therapie en zijn therapeut (wat in het HOE-boek vertaald is als het dynamisch contact) en voor vijftien procent door het vertrouwen en geloof in het welslagen van de therapie. Dan blijft er nog vijftien procent over voor de methodiek. Daarover werd gezegd dat het eigenlijk niet uitmaakt welke methode je gebruikt, als je hem maar goed toepast. Vertaald naar coachen zou je kunnen stellen dat het succes van coachen wordt bepaald door het onvoorwaardelijk vertrouwen dat de gecoachte er zelf het zijne uithaalt (40 procent), het dynamisch contact (30 procent), het vertrouwen in het welslagen (15 procent) en de vele verschillende methodieken (15 procent).
Waar gaat het bij coachen in essentie om?
In het HOE-boek staat een profiel van een coach en dat is wat mij betreft een heldere lijst om je kwaliteit als coach aan te toetsen. Het hart van coachen is gelegen in het dynamisch contact op basis van commitment en vertrouwen. Vervolgens richt je je op de waarden, ambities en de kwaliteiten. Je gebruikt reeds bestaande effectieve gedragingen en overtuigingen om verder te ontwikkelen en om niet effectieve denk- en doepatronen te doorbreken. Uiteindelijk is coachen altijd gericht op actie, resulterend in een effectiever gedrag en de gewenste resultaten. De doelen kunnen op het persoonlijke vlak liggen, maar de opdrachtgever moet het effect wel kunnen zien. In het HOE-boek komt dat steeds terug: coaching is gericht op het ontwikkelen van het zelfaccepterend, zelflerend, zelfsturend en zelfoplossend vermogen. Voor de coach zijn de belangrijkste basisvaardigheden goed kunnen luisteren, open vragen stellen en confronteren. Coachen is niet soft: juist het commitment, het direct confronteren, de eigen verantwoordelijkheid, de actie en resultaatgerichtheid halen de vrijblijvendheid eraf. In het HOE-boek starten we met het belang van de ontwikkeling van het belangrijkste instrument: jezelf als coach. Het gaat om je coachende grondhouding, je eigen coachingsvaardigheden. Wat zijn mijn kwaliteiten? Wat is mijn coachingsstijl? Hoe kan ik die inzetten en hoe kan ik mijn eigen belemmeringen effectief hanteren? We bieden in deze HOE veel ingangen om daar aan te werken.
Wat opvalt, is dat het boek veel korte stukken bevat: stellingen, vragen- en opdrachtlijstjes, checklisten. Waarom heeft u voor deze opzet gekozen?
Dat is mijn stijl. Ik vind het goed dat je uit veel kunt kiezen. Ik geloof in vele waarheden en vele wegen en van daaruit experimenteren en verbinden tot een werkwijze die goed is voor zowel de coach als de gecoachte. Zoals wij in het HOE-boek hebben geschreven: perfectionisme is zelden een goede raadgever voor succes. Het boek is als een grote snoepwinkel waar je uit kunt kiezen. Een heldere visie bij de start en bij elk onderdeel appelleert behalve aan actie ook steeds aan reflectie en aan waardeoriëntatie. Het boek is niet bedoeld om in één keer uit te lezen, maar eerder een inspiratiebron en naslagwerk De 29 HOE’s in het boek zijn relevante thema`s voor een coach, de verschillende mogelijkheden om deze in te vullen biedt coaches vele ingangen.
U schrijft ook dat het belangrijk is te weten hoe je niks moet doen. Waarom?
Voor veel coaches is niks doen a hell of a job. Ze hebben in dat geval het gevoel dat ze niks toevoegen. Maar niet weten en niet werken is vaak van grote meerwaarde. Je moet wel weten hoe je deze `methodiek` van niks doen gebruikt, zoals staat beschreven in de HOE ‘Niks doen’. Door deze methodiek komt de gecoachte vaak vanuit stilte of impasse zelf in contact met voor hem of haar essentiële thema`s. Hierop vertrouwen zegt ook iets over het vertrouwen dat je in de potentiële mogelijkheden van de gecoachte hebt. Al is actie van de coach op z`n tijd zeer gewenst, het is zinvol om dat eerst maar eens af te leren, zodat je jezelf als coach ook zonder actie goed voelt en niet te snel vanuit eigen onzekerheid of drang tot actie overgaat. Zoals in het HOE-boek staat, gaat het om het evenwicht tussen ‘zijn’ en ‘doen’ als coach. Bij confrontaties is uitdagen van belang, maar laat pushen achterwege. Vertrouw erop dat de gecoachte uiteindelijk zelf aan de slag gaat met wat voor hem het beste werkt.
Het laatste deel van het boek is een nulmeting voor coaches. Waarvoor is die van belang?
Een goede coach blijft zich ontwikkelen. Om te leren dien je een referentiekader te hebben en te begrijpen wat je moet doen om je als professionele coach verder te ontwikkelen. De nulmeting in het HOE-boek is zo`n referentiekader . Wij bieden een veelheid aan ingangen die kunnen bijdragen aan je ontwikkeling als coach, maar hij is ook bruikbaar als checklist om op z`n tijd weer eens een heerlijk recept tevoorschijn te halen om je plezier, succes en professionaliteit als coach verder te ontwikkelen.
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.