We bewegen in de richting van de betekeniseconomie. Kunt u dit toelichten?
In de betekeniseconomie ligt het accent op het creëren van maatschappelijke waarde en niet alleen op het realiseren van maximale winst. De beweging naar de betekeniseconomie past in een ontwikkeling waarbij we ons meer bewust worden van de negatieve effecten van ons economisch handelen. We hebben oog voor de groeiende sociale ongelijkheid, de toenemende polariteit en de negatieve gevolgen van klimaatverandering. In het besef dat we onze kinderen een leefbare wereld dienen na te laten, zie je dat steeds meer mensen vanuit engagement initiatieven beginnen rondom een maatschappelijk doel. Ze kopen samen duurzame energie in, protesteren tegen de opwarming van de aarde en wijzen organisaties op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Activisten zijn maatschappelijke gedreven en nemen zelf het initiatief?
Handelend vanuit hun engagement nemen activisten zelf de ruimte om te werken aan maatschappelijke vraagstukken. Ze doen dat in hun privéleven en vaak ook binnen de organisaties waar ze werkzaam zijn. Ik ben behalve veranderkundige ook een organisatieactivist en vraag organisaties regelmatig naar hun maatschappelijke visie en hoe zij denken bij te kunnen dragen aan een – in alle opzichten - betere samenleving. Ik geef ze hierover – ook ongevraagd – advies en verwijs zo nodig naar mensen uit mijn netwerk met een specifieke expertise. Mijn adviezen over de inzet van maatschappelijke betrokkenheid worden eigenlijk altijd gewaardeerd, omdat men zich vaak intern ook afvraagt hoe de organisatie zich positief kan inzetten voor de samenleving. Mijn actieve opstelling als het gaat om het verbeteren van de wereld is een wezenlijk kenmerk van een activist.
Organisaties vervullen een onmisbare rol in de transitie naar de betekeniseconomie?
Dat klopt, zonder hun bijdragen zullen de noodzakelijke veranderingen nooit plaatsvinden. Sommige bekende namen, zoals DSM, Unilever en Ballast Nedam, hebben de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties – in 2015 vastgelegd – al geïntegreerd in hun bedrijfsvoering. Deze doelen omvatten het wereldwijd wegnemen van armoede, honger en ongelijkheid en het tegengaan van klimaatverandering. Toch vinden veel bedrijven het lastig om andere doelen dan winst en groei centraal te stellen; om het streven naar financiële winst te vervangen door het creëren van sociale en ecologische winst. Ze dienen daartoe immers hun visie op waarde te veranderen en hun bedrijfsvoering rechtstreeks durven te koppelen aan maatschappelijke vraagstukken. Zetten organisaties deze stap, dan leidt dit tot enthousiaste en begripvolle reacties bij klanten en ontstaan er nieuwe samenwerkingsverbanden, ook met leveranciers.
U adviseert activisten om binnen organisaties een collectief te vormen. Hoe verloopt zo’n aanpak in de praktijk?
Een activist probeert een collectief van minimaal vier mensen bij elkaar te brengen van binnen en buiten de organisatie dat een engagement deelt rond een vraagstuk. Dit collectief is iets anders dan een projectgroep, het is eerder een zwerm waar mensen bij aanhaken of er weer los van komen. Ik adviseer om directie en management te verbinden met de professionals en uitvoerders, en ook klanten of burgers te betrekken, zodat de activist alle vertegenwoordigers van binnen en buiten de organisatie bijeenbrengt. Probeer ook mensen uit de stafafdelingen erbij te krijgen, dat vergroot de efficiency en brengt de bekende silo’s dichter bij elkaar. Op die manier vermijd je de hiërarchische lijnen en andere grenzen en ga je samen ongevraagd een maatschappelijk vraagstuk aanpakken.
Als je handelt vanuit engagement is er veel mogelijk. Hoe zou u dit begrip omschrijven?
Engagement is ongevraagd, je handelt op eigen initiatief en zet je in voor een maatschappelijk probleem. Omdat het vraagstuk je raakt, kom je in actie en begin je vanuit engagement een onderneming of start je een beweging. Engagement is collectief krachtiger en nodig, want de problemen zijn te groot om individueel aan te pakken. Gedeeld engagement heeft ook een aantrekkingskracht op andere, gelijkgestemde activisten die zich hierdoor bij je aansluiten. Engagement verbindt dus mensen en leidt tot een krachtige samenwerking. Bovendien heeft engagement baat bij zichtbaarheid, want een positief voorbeeld leidt tot navolging en inspireert anderen om zich bij het collectief te voegen.
Door experimenterend te organiseren ontstaat er een organische manier van veranderen en ontwikkelen?
Modemaker Bas Timmer richtte ‘Sheltersuit’ op om mensen die op straat leven te helpen. Hij ontwierp voor hen een jas waar je ook een slaapzak van kunt maken, kwam al doende tot steeds nieuwe inzichten en paste daar behalve zijn handelen ook zijn visie op aan. Sheltersuit legde contact met hulporganisaties, nam statushouders in dienst. Met hulp van een groot aantal mbo-studenten maakte het bedrijf in het najaar van 2018 drieduizend Sheltersuits voor vluchtelingen op Lesbos en in Sarajevo en in Duinkerke. Kijk je naar mensen die zich vanuit hun persoonlijk engagement inzetten voor een maatschappelijk probleem, dan zie je overeenkomsten in hun handelswijze; ze beginnen gewoon, denken groot, zetten kleine stappen, halen mensen erbij, maken ruimte voor experimenten en werken met anderen buiten hun eigen kring. Iedereen, los van positie of rol, kan dit.
Over Peter Spijker
Peter Spijker is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.nl