‘Meedoen mogelijk maken. Dat is wat we bij Dienst Toeslagen doen. Miljoenen mensen in Nederland krijgen een of meer toeslagen. Zo zorgen we dat iedereen kan meedoen in de maatschappij.’ Grote kans dat deze wervende vacaturetekst van de Belastingdienst bij de gedupeerden van het toeslagenschandaal in het verkeerde keelgat zal schieten: zij ‘doen niet mee’ maar kregen, na hun toeslagaanvraag, te maken met stress, geldproblemen, uit huis geplaatste kinderen, een ellenlange juridische strijd en andere ellende. Renske Leijten beet zich er vanaf 2018 in vast, samen met Pieter Omtzigt. Het voormalig SP-Kamerlid werkte jarenlang samen met sociaal advocaat Eva González Pérez, die vanaf 2014 een groot aantal toeslagenouders bijstond; dat deed deze Spaanse juriste vol overgave en zeer vasthoudend.
Waarom schreef Leijten dit boek? ‘Ik wilde nou eens echt tot op de bodem uitzoeken wat er in al die jaren nou precies is gebeurd. Wat leidde tot een van de grootste politieke crises in ons land en de val van het derde kabinet Rutte, in 2021. Een crisis waarbij de overheid onterecht burgers bestempelde als fraudeur en jarenlang een systeem navolgde waarin deze burgers werden vermalen. Ik wilde dat boekstaven, omdat het van belang is binnen onze geschiedenis.’ Na haar vertrek uit de Tweede Kamer was ze er een half jaar fulltime mee bezig. ‘Ik verliet de politiek voor mijn eigen gezondheid en geestelijk welzijn. Zo maakte ik tijd voor Leuker kunnen we het niet maken. Hoe kan zo’n belangrijke overheidsdienst zo ver buiten zijn boekje gaan? Ik wilde een reconstructie schrijven op basis waarvan de lezer zelf zijn conclusies kan trekken.’
Nachtmerrie voor de fiscus
Haar reconstructie is nauwgezet en qua diepgang en detaillering goed te vergelijken met monumentale boeken als het Shell-epos Hoog Spel van Marcel Metze en De staatsbank - ABN Amro klem tussen ambtenaren en bankiers, van de FD-journalisten Pieter Couwenbergh en Ivo Bökkerink. Leijten, toch een van de belangrijkste politieke aanjagers rond het toeslagenschandaal, zet in Leuker kunnen we het niet maken niet zichzelf centraal, maar het persoonlijke verhaal van een Spaanse advocaat. ‘Eva was de nachtmerrie van de Belastingdienst. Vanaf 2014 haalde ze werkelijk alles uit de kast voor haar cliënten, bleef dagelijks voor deze toeslagenouders bellen en mailen met de fiscus. En met succes, want ze wist door te dringen tot de bestuurlijke top van de Belastingdienst en won een groot aantal rechtszaken. Mede dankzij haar aandringen gingen de Tweede Kamer en de media zich er vanaf 2019 intensief mee bemoeien. En de afloop is bekend. Nou ja afloop, de meeste gedupeerden wachten nog steeds op hun herstelbetaling.’
Fanatieke fraudejacht
Hoe zat het ook alweer? De Belastingdienst is van oudsher gewend om geld te innen. Maar geld uitkeren, in de vorm van toeslagen voor kinderopvang (later ook zorg en huur), dat was een geheel nieuwe kerntaak voor de fiscus. Hier werd de aparte afdeling ‘Toeslagen’ voor opgericht, die de toeslagen vooraf uitkeerde als voorschot, waarna na afsluiting van een kalenderjaar werd beoordeeld of die toeslag terecht was en of er wellicht een deel, of alles, moest worden terugbetaald. Dat laatste is fraudegevoelig, schrijft Leijten, en daarom controleerde de Belastingdienst extra bij risicogroepen. Waaronder mensen zonder adres, mensen die tegelijk meerdere kinderen aanmeldden (een tweeling bijvoorbeeld), mensen die hun toeslag gedurende het jaar aanpasten. Vanaf 2013, na de roemruchte Bulgarenfraude (Bulgaren schreven zich in op een Nederlands adres, vroegen huur- en zorgtoeslag aan en bleken na controle allang weer in Bulgarije te zitten, met het geld) ging de fiscus fanatieker op zoek naar fraudeurs. Er kwam een nieuw risicoselectiemechanisme: een algoritme dat bepaalde welke toeslagaanvragers meer controle kregen, wie door mocht en wie de toegang tot een toeslag werd geweigerd. En daar ging het mis. De controlemechanismen van de Belastingdienst schoten ver door, culminerend in institutioneel racisme. Nederlanders met een migratieachtergrond liepen een grotere kans te belanden op een fraudesignaleringslijst, belastingambtenaren hadden het onder elkaar over een ‘nest Antillianen’ en ‘Afpakjesdag’, als ze in Sinterklaas-tijd fraudeverdachten de duimschroeven aandraaiden. ‘Dat ging er fanatiek aan toe ,want er was intern een begrotingstaakstelling dat er vijftig miljoen euro moest worden binnengehaald met fraudebestrijding. Dat target was heilig. Toen de teller pas op twintig miljoen stond, moest er nog een schepje bovenop’, zegt Leijten. RLT Nieuws-journalist Pieter Klein, een van de journalisten die het toeslagenschandaal naar buiten bracht, schreef hierover in een column ‘dat de leiding van de Belastingdienst gewoon opbrengsten wilde zien van de fraudejacht’.
Risicoselectie aan de poort
Hoe begon zo’n ‘fraude’? Leijten: ‘In een notendop: vroeg je een toeslag aan, en gaf het algoritme aan dat je mogelijk een risico vormde, bijvoorbeeld vanwege een tweede nationaliteit, dan kreeg je aanvankelijk een nee te horen. Je moest dan uitgebreid aantonen dat je wel degelijk recht had op een kinderopvangtoeslag.’ Dat werd meestal niet geaccepteerd door de Belastingdienst en dan begon de hele riedel opnieuw. Aanvragers moesten telkens nieuwe stukken opsturen. Leijten: ‘Die kwamen stelselmatig nooit aan. Zogenaamd dan, want die stukken werden gewoon ingescand en opgeslagen. Maar ouders werd verweten dat ze niks hadden opgestuurd. Ze kregen het stempel fraudeur. Klokkenluider Pierre Niessen vertelde me dat dossiers, inclusief bezwaarschriften, van aanvragers gewoonweg werden vernietigd, omdat de fiscus kampte met grote achterstanden. Daar hadden ze zelfs interne werkinstructies voor!’ Aanvragers konden dan nog een ‘informatieverzoek’ indienen. Ze kregen dan een ontvangstbevestiging plus de mededeling ‘we kunnen u verder niet meer behandelen’. Als je daar dan niet op reageerde, werd dat gezien als een schuldbekentenis en kreeg je een extra fraudecodering. Dan kwam je terecht op de roemruchte zwarte lijst van de Belastingdienst, de Fraude Signalering Voorziening. Samen met, volgens de Belastingdienst zelf, minimaal 180.000 andere mensen. Ter nuancering, Leijten zegt ook dat er wel degelijk gefraudeerd werd: ‘Er zijn zeker kinderopvanginstellingen geweest die hebben gefraudeerd. Of zichzelf failliet lieten verklaren en vervolgens de benen namen. En de Belastingdienst heeft niet voor niets ook een aantal rechtszaken gewonnen. De politiek vroeg om een stevige fraudeopsporing, op zich terecht. Maar achteraf is de conclusie dat de Belastingdienst in die fraudejacht onrechtmatig te werk is gegaan.’
Bezwaren altijd afwijzen
Ze gaat er niet vanuit dat medewerkers van de fiscus bewust mensen kapot wilden maken: ‘Dat beeld klopt niet. Maar er was intern vrijwel geen tegenspraak of reflectie, dát verbaast me zo enorm.’ En de enkelingen die wel met kritiek kwamen, werden vakkundig kaltgestellt. Dat overkwam bijvoorbeeld bezwaarbehandelaar en latere klokkenluider Joop Hack. De regel binnen de Belastingdienst was dat je niet uit jezelf ouders en bedrijven in de kinderopvang benaderde om ze antwoord te geven op hun vragen. Hack deed dat wel, en gaf desgevraagd ook de nodige informatie aan advocaat González Pérez. ‘Toen dat uitkwam, werd Hack voor een intern tribunaal gesleept. Hij werd keihard afgerekend op zijn openheid en kon vertrekken.’ Later zei Hack in Trouw: ‘Als ambtenaren moesten we ons strikt houden aan de werkinstructie. Die was heilig. Bezwaren van ouders werden in principe altijd afgewezen.’ Er kwam ook interne kritiek van jurist Sandra Palmen (nu kamerlid voor NSC), die in 2017 in een intern memo het nodige onrecht signaleerde. Dit ‘Memo Palmen’ raakte meerdere malen kwijt. Leijten: ‘Dat was een heel belangrijk stuk, omdat daarin duidelijk werd dat men intern allang wist dat het faliekant misging. Dat de Belastingdienst laakbaar en onrechtmatig handelde. Ook toen de parlementaire onderzoekscommissie later naar het Memo-Palmen vroeg, werd het weggehouden; want men wíst dat het een politieke rel zou veroorzaken. Nou, die kwam er later alsnog.’ En dat kwam voor een flink deel, blijkt uit het boek van Leijten, door de jarenlange inspanningen van advocaat González Pérez. Ze kreeg diverse prijzen, zowel vanuit Spanje als vanuit Nederland. Van de Issue Award 2022 en de Access to Justice Award (voor juristen die zich inzetten voor het maatschappelijk belang) tot Spaanse prijzen voor haar bijdrage aan de verbetering van de rechtspleging en de rechtsstaat. ‘Deze vrouw verdient een standbeeld en straatnamen. Nou, in ieder geval heeft ze nu dit boek, en dat verdient ze’, zegt Leijten.
Terug naar het menselijk contact
De toeslagenaffaire heeft de reputatie van de Belastingdienst flink beschadigd. Ook als werkgever. De fiscus steekt nu veel geld in werving, maar Leijten zag ook iets moois gebeuren: ‘De fiscus startte een paar jaar geleden met de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen. Deze UHT is gericht op het begeleiden van gedupeerde gezinnen en telt nu zo’n 2.500 medewerkers. Intern meldden zich bij de start heel veel medewerkers, die bewust wilden meehelpen aan die hersteloperatie. Daar zaten veel hooggekwalificeerde mensen tussen, die op de Zuidas veel meer zouden kunnen verdienen. Maar die tóch kozen voor de publieke zaak. Dat die hersteloperatie nu zo traag verloopt, helpt dan weer niet…’
De hamvraag is wat de overheid kan leren uit het toeslagenschandaal. Leijten ziet veel in de menselijke maat: ‘Dat werken met die algoritmes en automatische processen is stigmatiserend en risicovol. De Belastingdienst moet terug naar het menselijk contact. Moet zorgen dat burgers naar een kantoor kunnen waar ze met medewerkers in gesprek kunnen gaan. Sta naast die burger in plaats van er tegenover. Dan los je problemen, misverstanden en fouten veel sneller op. En het wordt er dan niet alleen voor de burgers maar ook voor de medewerkers van de Belastingdienst veel leuker op.’
Over Paul Groothengel
Paul Groothengel is freelance journalist.