Het meeste werk dat we uitvoeren, is kenniswerk. Maar de manier waaróp we werken, stamt echter nog uit het industriële tijdperk. Op vier gebieden zal er vernieuwing nodig zijn: technologie, werkplek, werkorganisatie en de kenniswerker zelf. In de erop volgende hoofdstukken worden de vier gebieden besproken, vooraf gegaan door een hoofdstuk dat het 'oude' werken typeert.
Technisch gezien kan de kenniswerker werken waar hij wil en wanneer hij wil: thuis, in de tuin, op een terras, 's middags na een potje tennis, 's avonds, het maakt allemaal niet uit. Een vaste werkplek op kantoor is dan niet meer nodig. Het kantoor van Het nieuwe werken zal veel meer draaien om communicatie en concentratie, en dat vraagt om ander type ruimtes.
Ook de nieuwe organisatie is anders: platter en met gedecentraliseerde beslissingsbevoegdheid. Dit is nodig in de turbulente omgeving waarin we ons tegenwoordig bevinden. Alles draait om snelle verandering.
Ten slotte is het de kenniswerker zelf die gebruik maakt van de veranderende omgeving en de betere hulpmiddelen om tot hogere productiviteit te komen. Dit is namelijk het resultaat van het nieuwe werken: een productieve kenniseconomie, zoals de ondertitel van het boek al aangeeft.
De manager van de nieuwe werker stimuleert dit door situationeel leiderschap en vooral door het goede voorbeeld te geven ('practice what you preach'). Bij het lezen van dit boek bekruipt me vaak het volgende gevoel: 'Het nieuwe is goed en het oude is slecht'. En dan denk ik: het klinkt wel mooi, maar het nieuwe moet zich nog bewijzen, en waren we nou echt zo ongelukkig in het verleden?
Natuurlijk, dingen kunnen altijd beter, maar ik deel niet altijd het enthousiasme van Bijl. Een voorbeeld: medewerkers kunnen zelf hun software installeren en beheren, waardoor ze meer vrijheid hebben. Ik zou dit niet willen! Mijn deskundigheid ligt niet bij softwarebeheer, ik wil hier ook niet goed in zijn, anderen kunnen dit veel beter. Ik vermoed dat Bijl tot de groep hoort die dit wel leuk vindt (en wellicht de omgeving van Microsoft die dit stimuleert), maar laat mij maar lekker 'behoudend' zijn, zoals Bijl denigrerend de groep mensen noemt die softwarebeheer uit handen geeft. Ieder zo zijn vak.
Desondanks geeft het boek 'Het nieuwe werken' genoeg stof tot nadenken. Het is ook niet de bedoeling van de auteur om het bij een visie te laten. Bijl wil laten zien dat invoering van het nieuwe werken noodzaak is en dat het tijd is om actie te ondernemen! Aangezien er geen kant-en-klare aanpak voor de uitwerking van het nieuwe werken voor een organisatie is, beschrijft Bijl de methodiek zoals die bij Microsoft wordt gehanteerd. Maar dat laatste hoofdstuk, waarin de Microsoft softwaretechnologie voor het nieuwe werken wordt beschreven, is veel te veel een reclameblok.
'Het nieuwe werken' zal, als het goed is, al snel weer verouderd zijn. En zullen we, als het aan Dik Bijl ligt, het over een paar jaar teruglezen als een beschrijving van de toekomst die inmiddels werkelijkheid is geworden
Over Carla Verwijs
Carla Verwijs is managementconsultant met een specialisatie in kennismanagement.