Ik kreeg 'Het Maandagmorgengevoel op vrijdag' 18 oktober 2004, net na verschijning ervan. Ik bekeek meteen alle cartoons van Peter van Straaten en las de inleiding - met uitleg. Een gevoel van teleurstelling maakte zich van mij meester. Zaterdag las ik het in anderhalf uur een keer helemaal. Toen ging het al beter met me. Zondag las ik het nog een keer, maar nu langzamer. Na Studio Sport, waarin scheidsrechter Temmink met algemene instemming de ADO-PSV staakte op basis van reacties uit het publiek waarin ik welhaast sublimatie voor het maandagmorgengevoel meende te zien, schreef ik deze recensie. Maandagmorgen kon ik er weer helemaal tegen. Dit is toch ook wel weer die oude Joep Schrijvers van 'Hoe word ik een rat?' Ook zijn nieuwe boek geeft weer een venijnige, ironische en bijtijds hitsige anatomie van de vervreemding die werken heet. Onvermijdelijk zal 'Het Maandagochtendgevoel' voor vele lezers gelden als de opvolger van 'De Rat', zoals de eerste kaskraker van Schrijvers wel wordt genoemd. En dat schept verwachtingen. Sommigen zullen z'n eerste boek beter vinden, andere dit tweede. En weer anderen vonden de film (of het seminar) toch beter (want wees eerlijk: heeft u 'Hoe word ik een rat?' helemaal gelezen?). Zou Schrijvers iets met alle feedback gedaan hebben? Is-ie toch zichzelf gebleven? Want u kent ze wel, die daar achter in de zaal. 'Nu werp je wel een vraag op', zegt ze boos, 'maar dan moet je ook het antwoord geven'. Het was een veel gehoorde reactie op het eerste boek. 'Anders kan ik er niks mee', voegt ze er geërgerd aan toe. Persoonlijk houd ik erg van een goede vraag; boeken met antwoorden zijn net zo vervelend als die verjaardagsgast die z'n eigen moppen zit uit te leggen. Het zal wel mijn biologische 'Drift om te leren' zijn, volgens Schrijvers één van de vier elementaire menselijke driften waarvoor ergonomische aanpassingen van organisaties noodzakelijk zijn. Maar een beetje lezer wil antwoorden, wellicht als beloning voor haar inspanning van het lezen. Dat zal wel haar 'Drift om te leren' zijn. Het is dit soort ongerijmdheid die het boek op een hoger plan brengt. Een essay, waarschuwt Schrijvers al bij voorbaat. Want waar de wetenschapper bewijst en ontkracht, de filosoof argumenteert en ondermijnt, de rechter toetst en oordeelt, daar suggereert en verbeeldt de essayist. Nou, daar staan we dan met z'n allen in de lift. Vervuld van afkeer, angst, toorn en verdriet. Schrijvers beschrijft het een beetje als het shell shock syndroom, de term waarmee de fysieke reacties van soldaten werd aangeduid die zich in de Eerste Wereldoorlog tegen beter weten in aan de kanonnen lieten voeren. Met lichte doch loodzware pen beschrijft de auteur de Maandagmorgenlijder en de collega's en bazen die oorzaak (en gevolg?) zijn van zijn lijden. Ook bij de beschrijving van de organisaties waarin wij onze lijdingen ondergaan, laat hij ons geen enkele illusie. En hoedt u voor goeroes, zoals Schrijvers al eerder doceerde. Hun heilsleer houdt geen rekening met de afwezigheid van voorspelbaarheid in de menselijke wereld, hoewel geregeerd door biologische driften. Gaan we die goeroes achterna, dan verliezen we twee keer: eerst ons driftleven en vervolgens de illusie dat we ons driftleven kunnen controleren en beheersen. Hoe wordt dit ooit, zoals de subtitel belooft, een troostboek, denk je dan. Het begint met de aanvaarding van de mismatch tussen de aard van de mens (en vooral diens biologische driften) en de wijze waarop deze zijn onderlinge betrekkingen heeft geregeld. Het maandagmorgengevoel is niets anders dan de onvermijdelijke begeleider van professionaliteit! (het uitroepteken is van de auteur). Voel je niet schuldig, want dan heb je een dubbele last te dragen. Vrolijk je op met andermans ellende en realiseer je dat het allemaal nog erger kan. Zoek afleiding, liefst buiten kantoor. Richt je driften op iets anders; hug een boom in de kantoortuin of zoiets. Rommel en rotzooi wat meer aan. Leef desnoods je driften virtueel uit in Virtua Figther 4. Maar aanvaardt. Troost? Voor wie troost wil. Voor anderen misschien energie om het er toch niet bij te laten zitten. Wat doen we elkaar toch aan... Nog één tip: lees eerst alle letters (sla deze keer de epiloog niet over) en bekijk dan pas de cartoons. In die volgorde is het boek immers waarschijnlijk ook ontstaan.
Over Harold Janssen
Harold Janssen is organisatieactivist en helpt organisaties de toekomst toe te laten. Hij is auteur en als adviseur werkzaam bij DeLimes, Nieuw Rijnlands Organiseren.