Het boek 50 werkvormen voor creatieve sessies van Rozemarijn Dols en Josine Gouwens, scoort al een tijdje erg hoog in de ranglijsten van meest verkochte managementboeken. Kennelijk voorzien dit soort publicaties, waarin werkvormen dienen om mensen los te trekken, in een maatschappelijke behoefte. Het werkvormenboek van Spijkerman en Bienbemann past naadloos in deze reeks. Waarbij dit boek zich dus primair richt op loopbaanperspectieven. Voor trainers die groepsprocessen willen sturen, maar ook voor trainers in één-op-één situaties.
De auteurs presenteren het boek als een menukaart waarbij de inleiding dient als voorgerecht. Smakelijk, maar niet waar het uiteindelijk om te doen is. Dat zijn de veertig werkvormen die beschreven worden. De hoofdgerechten dus. Wat komt zoal voorbij? De Disneystrategie, het Loopbaansprookje, het Wapenschild, het Spiegelbeeld, de Wandeling, het Canon… Allemaal creatieve benamingen voor verschillende aanpakken. Voor iedereen is er wel wat. Aan coaches, trainers en loopbaanspecialisten de taak om de juiste methode voor de juiste cliënt eruit te vissen. Zoals de een voor de Chinees of de Franse bistro kiest, en de ander voor een sterrentent of de Japanner. Volgens de auteurs is het daarbij de kunst van trainers om mensen vragen te stellen zodat ze zichzelf in de gewenste richting kunnen ontwikkelen. Dus niet van bovenaf opleggen, maar het moet uit de mensen zelf komen.
Het aardige van het boek is dat er een breed palet aan werkvormen wordt aangeboden. Niet alleen verrassende exotische werkvormen met titels als Advocaten, Dilemma, Actiemeter en Backcasting, maar ook meer bekende werkvormen als mindmappen, de hoedjes van De Bono en de Elevator Pitch. En helemaal basic bijvoorbeeld is de werkvorm sollicitatievragen oefenen, de competentiecheck, of het voorbereiden van het POP-gesprek. Kortom: voor elk wat wils.
Het is een rijke schatkist. Maar wel met één groot gevaar. Let er als coach heel goed op wíe je wát aanbiedt. Sommige methoden kunnen snel als lacherig en als niet serieus worden afgedaan. Want om nu met z’n alleen een liedje te gaan zingen… Volgens de auteurs is dat heel nuttig om even wat energie te krijgen na een zware lunch, maar het zal niet iedereen lekker smaken. Er rust een zware taak op de trainer om de werkvormen in goede banen te leiden.
En? Smaakt ‘Het werkvormenboek’? Het is geen driesterrenrestaurant maar ook geen cafetaria. Eigenlijk is het helemaal geen restaurant, maar krijg je alleen het kookboek op tafel. Het draait uiteindelijk allemaal om de kok. Een kok die de juiste ingrediënten gebruikt, kan zelfs in een cafetaria iets moois bereiden. Net zoals een prutskok het in een driesterrentent helemaal kan verknallen. De ingrediënten zitten allemaal in dit boek. Aan u de schone taak om te bewijzen of u een goede kok bent of niet.