Naomi Ellemers is hoogleraar organisatie- en sociale psychologie en Dick de Gilder is hoofddocent organisatiewetenschappen. Ze schreven De voorbeeldige organisatie, omdat integer gedrag in organisaties niet vanzelfsprekend is. Volgens de auteurs blijkt uit wetenschappelijke studies dat mensen graag het goede willen doen, maar dat dat vaak niet lukt. Een van de verklaringen die zij hiervoor geven is dat mensen bijvoorbeeld niet in de gaten hebben dat het verschil tussen wat ze zeggen en wat ze doen groot is. Het lukt ook vaak niet omdat voorbeeldgedrag van leidinggevenden ontbreekt en de bedrijfsvoering medewerkers belemmert bij het nastreven van goede bedoelingen.
Incidenten
Voor managers die geconfronteerd worden met misstanden hebben Ellemers en De Gilder een belangrijke boodschap. Laat bij incidenten de organisatie niet buiten beschouwing. Mensen ontslaan, of nieuwe regelgeving invoeren of mensen op cursus sturen helpt namelijk niet echt om menselijk gedrag te veranderen. ‘Zolang de omstandigheden, procedures, collega’s en leidinggevenden hetzelfde blijven, (zullen) de onzichtbare krachten de oude gewoontes in stand houden, de aandacht blijven afleiden of steeds dezelfde emoties uitlokken.’
Strategieën
Mensen gebruiken verschillende strategieën om ongemakkelijke situaties uit de weg te gaan. De eerste is Wegkijken met als motto ‘dat wil je niet weten’. Opmerkingen die bij deze strategie horen zijn bijvoorbeeld ‘het mag van de wet’, en ‘het is niet onze verantwoordelijkheid’.
De tweede strategie Goedpraten heeft als motto ‘het doel heiligt de middelen’. Opmerkingen die bij deze strategie horen zijn ‘als wij het niet doen dan doet iemand anders het wel’ en ‘het belangrijkste is dat je loyaal bent’.
De derde strategie is Symboolpolitiek. Hierbij is het motto: ‘dat is toch al opgelost?’. Opmerkingen die bij deze strategie horen zijn ‘we hebben toch een functionaris integriteit’ en ‘er is een gedragscode’.
Volgens Ellemers en De Gilder zijn deze strategieën erop gericht mensen een goed gevoel te geven, zonder dat ze echt bijdragen aan integer gedrag. Een organisatie die haar maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid serieus neemt kenmerkt zich daarentegen door de bereidheid moeilijke keuzes te maken. Keuzes die de kern van de bedrijfsvoering raken, in plaats van één van de drie genoemde strategieën toe te passen.
De auteurs zeggen het niet met zo veel woorden, maar een voorbeeldige organisatie wordt in ieder geval gekenmerkt door een bereidheid de werkelijkheid onder ogen te zien en door het herstellen van fouten.
Goede bedoelingen
Veel mensen in organisaties voelen zich niet in staat om tot ‘goede daden’ te komen. Uit onderzoek van Ellemers en De Gilder blijkt dat er drie terugkerende problemen bestaan die ervoor zorgen dat goede bedoelingen niet worden omgezet in goede daden.
Het eerste probleem betreft overtuigingen over hoe je de organisatie moet inrichten en hoe je mensen moet aansturen. De inrichting en aansturing die het gevolg zijn, hebben niet de bedoelde effecten.
Het tweede probleem is dat mensen het moeilijk vinden om over hun eigen tekortkomingen na te denken, en die liever ontkennen of toedekken.
Het derde probleem is druk van buiten. Dat kan gaan over veiligheid, winstgevendheid, gezondheid van omwonenden, welzijn van klanten, het gebruik van grondstoffen enzovoort.
De auteurs zeggen het niet met zo veel woorden, maar in een voorbeeldige organisatie worden goede bedoelingen in goede daden omgezet en denken managers goed na over de vraag of het ontwerp van de organisatie gewenst gedrag faciliteert. Ten tweede helpt de organisatie medewerkers door het geven van training en coaching om ze zo meer inzicht te geven in de effecten van hun gedrag. En ten derde is de organisatiestrategie duidelijk, is die bekend bij medewerkers en iedereen handelt daar consequent naar.
Informatief
Ellemers en De Gilder laten in 280 pagina’s, vooral vanuit een psychologisch perspectief, zien waardoor het zo moeilijk is een voorbeeldige c.q. integer handelende, organisatie te zijn. Door de nadruk op gedrag, dekt de subtitel ‘Van goede bedoelingen naar goed gedrag’, beter de lading dan de hoofdtitel. Maar ook bij de subtitel valt nog wel een kanttekening te plaatsen. De suggestie die gewekt wordt in het woord ‘naar’ suggereert dat de lezer concrete handreikingen krijgt, wat ze nalaten. De auteurs vinden blijkbaar dat de lezer dat wel zelf kan bedenken.
Dat gezegd hebbende, Ellemers en De Gilder hebben een informatief boek over een belangrijk onderwerp geschreven. Ze maken daarin duidelijk dat integer gedrag in organisaties niet vanzelfsprekend is.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.