Manon de Caluwé en Edwin Kaats hebben ruim 400 pagina’s nodig om uit te leggen wat het betekent om in netwerkstructuren betekenisvol samen te werken aan maatschappelijke opgaven. Ze maken op een zeer toegankelijke wijze duidelijk dat dat geen sinecure is
De auteurs introduceren het begrip opgavenetwerk als platform voor samenwerken aan deze complexe opgaven. Een aparte structuur tussen de partijen in, waar samenwerking, afstemming en verbinding tot stand komen. Het opgavenetwerk is het voertuig om daar invulling aan te geven door alle partijen die een bijzondere rol en verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van de opgave.
Mensenwerk
De Caluwé en Kaats hebben voor Samenwerken aan maatschappelijke opgaven gebruik gemaakt van gedachtegoed uit de netwerktheorie, het systeemdenken, het complexiteitsdenken, collective action, transitiemanagement en de bestuurskunde. Centraal uitgangspunt is dat het aanpakken van maatschappelijke opgaven mensenwerk is. Bij deze opgaven is sprake van een feitelijke of inhoudelijke werkelijkheid die de partijen samenbrengt. Maar daarnaast moeten de partijen zich ook inspannen om te komen tot een gedeelde sociale werkelijkheid die richting geeft aan hun handelen. Ze moeten samen optrekken om zowel tot inhoudelijke als sociale betekenisgeving te komen.
Regelreflexen
In het eerste deel van het boek beschrijven de auteurs dat steeds meer organisaties willen afrekenen met richtlijnen, procedures en regelreflexen die veiligheid boden in de systeemwereld. Strikte kaders en wetten zorgen ervoor dat de eigen organisatie het centrale uitgangspunt is en dat de samenleving langzamerhand vastdraait. Het omgevings- en maatschappelijk bewustzijn groeit, maar we hebben nog onvoldoende handvatten om echt tot gezamenlijk handelen te komen.
Handelingsrepertoire
De Caluwé en Kaats werken een nieuw handelingsrepertoire uit dat houvast moet bieden bij samenwerken aan maatschappelijke opgaven. De opgave is een collectief beleefde noodzaak voor verandering of ontwikkeling, waarvoor het de moeite waard is om in beweging te komen, gedrag te veranderen of keuzes te maken. In het gemeenschappelijke discours krijgt de opgave zijn definitie, zijn karakter en impact.
Stap 1 is het agenderen van de opgave. De opgave is het resultaat van interactie: gesprekken, beelden en inzichten uitwisselen, handelen en experimenteren, afkijken en kopiëren. De kwaliteit van de interactie is bepalend voor een gezamenlijke koers en strategie.
Stap 2 is het faciliteren van de interactie. Dan rijst de vraag hoe we de partijen die betrokken zijn bij de opgave in beweging krijgen en welke drijfveren en condities daarvoor belangrijk zijn.
Stap 3 is het mobiliseren van de actoren. Vervolgens is er een netwerk nodig waar het discours tussen de partijen rond de opgave plaats kan vinden.
Stap 4 is het creëren van een platform. Bij opgaven willen we het gedrag van het hele systeem beïnvloeden en dat kan geen enkele partij alleen. Dat vraagt om gezamenlijk afstemming, coördinatie en sturing.
Stap 5 is samensturen voor impact. Tenslotte moeten we werken aan legitimatie om de veranderingen mogelijk te maken en te bestendigen.
Stap 6 is het handelen legitimeren.
In het tweede deel van het boek werken de auteurs deze zes stappen uit en het laatste deel gaat over leiderschap bij gezamenlijk handelen.
Samenwerken aan maatschappelijke opgaven is een boeiende en uitstekende handleiding om met complexe vraagstukken aan de slag te gaan. De auteurs maken op een zeer toegankelijke wijze duidelijk dat dat geen sinecure is.
Over Nico Jong
Nico Jong is senior adviseur bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.