Personenvennootschappen
Paperback Nederlands 2023 1e druk 9789013171662Samenvatting
Dit boek omvat een systematische uiteenzetting van het fiscale personenvennootschapsrecht voor de inkomstenbelasting, schenk- en erfbelasting, omzetbelasting en het Europese en internationale belastingrecht. Ook de invloed van het privaatrecht op het fiscale recht komt aan de orde.
Verder worden de gevolgen besproken van de invoering van Titel 7.13 BW, in het bijzonder de fiscale behandeling van de openbare personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid. Daarbij zijn de Consultatie Wetsvoorstellen zoals op 10 oktober 2022 zijn gepubliceerd tot uitgangspunt genomen. Tevens wordt ingegaan op het consultatiewetsontwerp Aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid (buitenlandse) rechtsvormen uit het voorjaar van 2021.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Inleiding / VII
HOOFDSTUK 1
Privaatrechtelijke aspecten van personenvennootschappen / 1
1.1 Kenmerken van een personenvennootschap / 1
1.2 Te onderscheiden personenvennootschappen / 3
1.3 Toepasselijke privaatrechtelijke bepalingen / 4
1.4 De totstandkoming van een personenvennootschap / 5
1.5 De inbreng en de gebonden goederengemeenschap / 7
1.6 Administratieplicht / 8
1.7 Persoonlijk karakter van een personenvennootschap als samenwerkingsverband / 9
1.8 Interne besluitvorming, winstvaststelling en winstverdeling / 10
1.9 Vertegenwoordiging, externe verbondenheid en afgescheiden vermogen / 13
1.10 Inschrijving in handelsregister en UBO-register / 18
1.11 Uittreding, toetreding en opvolging van vennoten / 20
1.12 De openbare personenvennootschap als ‘rechtsdrager’ / 22
1.13 Het einde van de personenvennootschap / 24
1.14 Voorontwerp Wet Modernisering Personenvennootschappen (Titel 7.13 BW) / 24
1.14.1 Inleiding Titel 7.13 BW / 24
1.14.2 Kenmerken personenvennootschap / 25
1.14.3 De stille personenvennootschap / 26
1.14.4 De openbare personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid / 26
1.14.5 De CV met rechtspersoonlijkheid / 28
1.14.6 Fiscale gevolgen rechtspersoonlijkheid / 30
1.14.7 Winstverdeling / 30
1.14.8 Voortzetting personenvennootschap bij uittreding vennoten / 30
1.14.9 Rechtsvormwijzigingen / 31
1.14.10 Overgangsrecht en inwerkingtreding / 33
HOOFDSTUK 2
De fiscale transparantie en haar grondslag / 35
2.1 Transparantie als wettelijk uitgangspunt / 35
2.2 Fiscale transparantie – internationale inbedding / 35
2.3 Grondslag fiscale transparantie / 37
2.3.1 Parlementaire onderbouwing / 37
2.3.2 Koppeling met draagkrachtgedachte / 39
2.3.3 Privaatrechtelijke analyse / 39
2.3.4 Andere visies / 40
2.3.4.1 Eigendom als maatstaf / 40
2.3.4.2 Een ruimer inkomensbegrip als maatstaf / 41
2.3.5 Tussenconclusie / 41
2.4 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 41
2.5 Wenselijk recht / 43
2.5.1 Inleiding / 43
2.5.2 Rechtsvormneutrale ondernemingswinstbelasting / 43
2.5.3 Oplossingen binnen de huidige Wet IB 2001 en de Wet VPB 1969 / 45
2.5.3.1 Inleiding / 45
2.5.3.2 Rapport Vereniging Belastingwetenschap / 45
2.5.3.3 Andere visies / 46
HOOFDSTUK 3
Fiscaal transparante personenvennootschappen in de inkomstenbelasting / 47
3.1 Inleiding / 47
3.2 Objectieve onderneming als toegangspoort naar het winstregime / 47
3.2.1 Objectieve onderneming / 47
3.2.2 Gelijkstelling van zelfstandig beroep met onderneming / 48
3.3 De subjectieve onderneming van een vennoot / 50
3.3.1 Per vennoot een eigen subjectieve onderneming / 50
3.3.2 Zelfstandige winstbepaling en vaststelling omvang onderneming / 50
3.3.3 Lening tussen personenvennootschap en vennoot / 51
3.3.4 Gebruik van privévermogen in de personenvennootschap / 54
3.3.5 Gebruik van een goed uit de huwelijksgoederengemeenschap in de onderneming / 55
3.3.6 Meerdere subjectieve ondernemingen van een vennoot / 55
3.4 Tijdelijke vennoot, tijdelijke personenvennootschap en waarneming / 56
3.4.1 Tijdelijke vennoot / 56
3.4.2 Tijdelijke personenvennootschap / 56
3.4.3 Waarneming / 56
3.5 Tweedeling vennoten ‘ondernemers’ en ‘medegerechtigden’ / 57
3.6 Ondernemerschap ingevolge art. 3.4 Wet IB 2001 / 58
3.6.1 Criteria ondernemerschap art. 3.4 Wet IB 2001 / 58
3.6.2 Ondernemerschap van verbonden vennoten / 59
3.6.2.1 Inleiding / 59
3.6.2.2 ‘Voor rekening van’-criterium / 59
3.6.2.3 Afdekking risico’s verbondenheid / 60
3.6.2.4 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 61
3.6.3 Ondernemerschap van commanditaire vennoten / 61
3.6.3.1 Inleiding / 61
3.6.3.2 ‘Voor rekening van’-criterium / 62
3.6.3.3 Verbondenheidscriterium / 63
3.6.3.4 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 66
3.6.4 Ondernemerschap maten in stille maatschap / 67
3.7 Ondernemerschap maten beroepsbeoefenaren (art. 3.5 Wet IB 2001) / 68
3.8 Vennoten in personenvennootschap zonder onderneming / 70
3.9 Terbeschikkingstelling van vermogen aan personenvennootschap / 70
3.9.1 Inleiding / 70
3.9.2 Personenvennootschap van verbonden persoon / 71
3.9.3 Personenvennootschap van verbonden lichaam / 72
3.9.4 Ongebruikelijke terbeschikkingstelling aan personenvennootschap / 73
3.9.5 Afschrijvingsbeperking ter beschikking gesteld vastgoed / 74
3.10 Aanbevelingen / 75
HOOFDSTUK 4
De inbreng van ondernemingsvermogen in een personenvennootschap / 77
4.1 Inleiding / 77
4.2 Terugwerkende kracht / 78
4.3 Gevolgen inbreng ondernemingsvermogen voor winst uit onderneming / 82
4.3.1 Correctie onzakelijke inbrengafspraken op basis van totaalwinstbeginsel / 82
4.3.2 Realisatie van stille reserves / 83
4.3.3 Realisatie van fiscale reserves / 83
4.3.4 Realisatiemoment stakingswinst / 85
4.3.5 Desinvesteringsbijtelling en investeringsaftrek / 85
4.3.6 Stakingsfaciliteiten / 86
4.3.7 De openingsbalans na inbreng / 87
4.3.8 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 88
4.4 Basisregels in de overdrachtsbelasting en gevolgen inbreng van ondernemingsvermogen / 88
4.5 Te onderscheiden inbrengmethoden / 90
4.6 Inbrengmethoden met fiscale realisatie / 92
4.6.1 Inbreng tegen creditering van de werkelijke waarde / 92
4.6.1.1 Privaatrechtelijke afspraken / 92
4.6.1.2 Verplichte overdrachtswinst / 93
4.6.1.3 Optionele herwaarderingswinst / 96
4.6.1.4 Fiscale openingsbalans / 99
4.6.1.5 Desinvesteringsbijtelling en KIA / 100
4.6.1.6 Overdrachtsbelasting en inbrengvrijstelling / 101
4.6.1.7 Voordelen creditering van de werkelijke waarde / 107
4.6.2 Inbreng tegen boekwaarde met onderling afrekenen van stille reserves / 108
4.6.2.1 Privaatrechtelijke afspraken / 108
4.6.2.2 Verplichte overdrachtswinst / 109
4.6.2.3 Optionele herwaarderingswinst / 109
4.6.2.4 Fiscale openingsbalans / 110
4.6.2.5 Desinvesteringsbijtelling en KIA / 111
4.6.2.6 Overdrachtsbelasting / 112
4.6.2.7 Voordelen en nadelen onderling afrekenen stille reserves / 112
4.7 Inbrengmethoden zonder fiscale realisatie / 113
4.7.1 Inbreng tegen boekwaarde met voorbehoud van stille reserves / 113
4.7.1.1 Privaatrechtelijke afspraken / 113
4.7.1.2 Het voorkomen van winstrealisatie / 114
4.7.1.3 Fiscale openingsbalans / 116
4.7.1.4 Desinvesteringsbijtelling en KIA / 117
4.7.1.5 Overdrachtsbelasting en inbrengvrijstelling / 118
4.7.1.6 Voordelen voorbehoud stille reserves / 118
4.7.2 Inbreng in gebruik en genot / 118
4.7.3 Ingroeiregeling / 120
4.7.4 Casus combinatie inbreng in gebruik en genot en ingroeiregeling / 121
4.7.5 Doorschuiving via art. 3.63 Wet IB 2001 naar werknemer / 123
4.7.5.1 Art. 3.63 Wet IB 2001 / 123
4.7.5.2 Inbrengmethode / 125
4.7.5.3 Overdrachtsbelasting en inbrengvrijstelling / 126
4.7.5.4 Art. 3.63 Wet IB 2001 samengevat / 127
4.8 Combinatie voorbehoud en creditering van stille reserves / 127
4.9 Overige methoden / 130
4.9.1 Inleiding / 130
4.9.2 Inbreng tegen fiscale boekwaarde: bevoordeling medevennoot / 130
4.9.3 Inbreng tegen fiscale boekwaarde: compensatie medevennoot voor onbetaalde arbeid / 131
4.9.4 Overdracht evenredig deel onderneming tegen een winstrecht / 132
4.9.5 Overdracht evenredig deel onderneming tegen een lijfrente / 133
4.9.6 Verhuur onderneming aan de personenvennootschap / 133
4.10 Inbreng van meerdere ondernemingen (fusie) / 133
4.11 Overdrachtsbelasting onder Voorontwerp Titel 7.13 BW / 136
4.11.1 De stille personenvennootschap / 136
4.11.2 De openbare personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid / 136
4.11.2.1 Zelfstandige belastingplicht openbare personenvennootschap / 136
4.11.2.2 Inbrengvrijstelling / 138
4.11.3 Overdrachtsbelastingvrijstelling bij verkrijging door wetswijziging / 139
4.12 Aanbevelingen / 143
HOOFDSTUK 5
Winstverdeling en fiscale winstvaststelling / 145
5.1 Inleiding / 145
5.2 Winstverdeling / 145
5.2.1 Privaatrechtelijke aspecten winstverdeling / 145
5.2.2 Fiscale zakelijkheidstoets winstverdeling / 146
5.2.3 Fiscale winstkwalificatie onafhankelijk van inbreng door vennoot / 147
5.2.4 Verschillen privaatrechtelijk winstaandeel en fiscale winst / 149
5.3 Verliezen bij een CV of stille maatschap / 149
5.3.1 Geen bijstortingsplicht commanditaire vennoot (art. 20 lid 3 WvK) / 149
5.3.2 Fiscale gevolgen art. 20 lid 3 WvK / 150
5.3.3 Verliesmaximering ingevolge art. 3.9 Wet IB 2001 / 153
5.3.3.1 Verliesmaximering voor medegerechtigden / 153
5.3.3.2 Verschillen art. 20 lid 3 WvK en art. 3.9 Wet IB 2001 / 153
5.3.3.3 Achtergrond art. 3.9 Wet IB 2001 / 154
5.3.3.4 Techniek art. 3.9 Wet IB 2001 / 155
5.3.3.5 Nagekomen baten en lasten / 160
5.3.3.6 Commanditaire vennoten die als ondernemer kwalificeren / 161
5.4 Wijziging winstverdeling / 162
5.4.1 Inleiding wijziging winstverdeling / 162
5.4.2 Het voorkomen van overdrachtswinst / 163
5.4.2.1 Methoden om overdrachtswinst te voorkomen / 163
5.4.2.2 Doorschuiving art. 3.63 Wet IB 2001 / 164
5.4.3 Optionele herwaarderingswinst / 168
5.4.4 Desinvesteringsbijtelling en investeringsaftrek / 169
5.4.5 Fiscale reserves / 170
5.4.6 Gevolgen overdrachtsbelasting / 170
5.5 Investeringsaftrek bij personenvennootschappen / 171
5.5.1 KIA, buitenvennootschappelijke investeringen en achtergrond samentelbepaling / 171
5.5.2 Techniek samentelbepaling vanaf 2021 / 173
5.5.3 Techniek samentelbepaling tot en met 2020 / 176
5.5.4 Aandeel vennoot in investeringen van personenvennootschap / 179
5.5.5 Gezamenlijk buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen / 180
5.5.6 Kleine investeringen en desinvesteringen / 182
5.5.7 Geen nieuw samenwerkingsverband bij wisseling vennoten / 183
5.5.8 Andere subjectieve ondernemingen van een vennoot / 184
5.5.9 Energie-investeringsaftrek / 185
5.6 Herinvesteringsreserve bij personenvennootschappen / 186
5.7 Meewerkaftrek bij personenvennootschappen / 189
5.8 Art. 3.30a Wet IB 2001 bij personenvennootschappen / 190
5.9 Aanbevelingen / 191
HOOFDSTUK 6
Toetreden, uittreden en rechtsvormwijziging / 193
6.1 Inleiding / 193
6.2 Toetreden van een nieuwe vennoot / 193
6.2.1 Gevolgen winst uit onderneming / 193
6.2.2 Overgang vanuit terbeschikkingstellingsregeling naar winstsfeer / 195
6.2.3 Gevolgen overdrachtsbelasting / 197
6.3 Opvolging van een vennoot / 198
6.4 Uittreden van een vennoot / 200
6.4.1 Privaatrechtelijke aspecten / 200
6.4.2 Gevolgen winst uit onderneming uittredende vennoot / 201
6.4.3 Gevolgen winst uit onderneming voortzettende vennoten / 203
6.4.4 Gevolgen overdrachtsbelasting / 205
6.4.4.1 Uittreden leidt tot ‘verdeling’ / 205
6.4.4.2 Overdrachtsbelasting bij verdeling / 205
6.4.4.3 Overdrachtsbelasting na gebruikmaking inbrengvrijstelling / 206
6.4.4.4 Vrijgesteld toetreden, uittreden en opvolgen na gebruikmaking van inbrengvrijstelling / 208
6.4.4.5 Commentaar inhaalheffing en uitbrengvrijstelling / 211
6.4.4.6 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 212
6.4.5 Negatief kapitaal, verliesrekening of schuld van uittredende vennoot / 212
6.4.6 Extra uitkoopsom bij disfunctioneren vennoot / 216
6.4.7 Overlijden van een vennoot / 218
6.4.7.1 Privaatrechtelijke aspecten / 218
6.4.7.2 Gevolgen winst uit onderneming / 219
6.4.7.3 Gevolgen overdrachtsbelasting / 221
6.4.8 Uittreden tegen een winstrecht / 222
6.4.9 Uittreden met meerwaardeclausule / 223
6.5 Overdrachtsbelasting onder Voorontwerp Titel 7.13 BW / 225
6.5.1 De stille personenvennootschap / 225
6.5.2 De openbare personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid / 225
6.6 Omvorming VOF in CV of openbare maatschap in stille maatschap / 228
6.7 Opsplitsing personenvennootschap in afzonderlijke ondernemingen / 230
6.7.1 Gevolgen winst uit onderneming / 230
6.7.2 Gevolgen overdrachtsbelasting huidig recht / 232
6.7.3 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 233
6.8 Rechtsvormwijziging naar BV / 233
6.8.1 Gevolgen winst uit onderneming / 233
6.8.2 Gevolgen overdrachtsbelasting huidig recht / 234
6.8.3 Gevolgen overdrachtsbelasting onder Voorontwerp Titel 7.13 BW / 236
6.9 Overige rechtsvormwijzigingen onder Voorontwerp Titel 7.13 BW / 237
6.9.1 Van stille naar openbare personenvennootschap / 237
6.9.2 Van openbare naar stille personenvennootschap / 239
6.9.3 Van openbare personenvennootschap naar andere rechtspersoon en andersom / 240
6.10 Aanbevelingen / 240
HOOFDSTUK 7
Personenvennootschap tussen familieleden / 243
7.1 Inleiding / 243
7.2 Personenvennootschap met het oog op bedrijfsopvolgingsfaciliteiten / 243
7.3 Personenvennootschap tussen (huwelijkse) partners / 245
7.3.1 Inleiding / 245
7.3.2 Personenvennootschap tussen echtgenoten bij huwelijksgoederengemeenschap / 246
7.3.2.1 Het aangaan van de personenvennootschap / 246
7.3.2.2 Echtscheiding van de vennoten / 248
7.3.2.3 Het overlijden van een vennoot / 250
7.3.3 Terbeschikkingstellingsregeling / 250
7.3.3.1 Inleiding / 250
7.3.3.2 Man of vrouw is eigenaar van het pand; geen huwelijksgoederengemeenschap / 251
7.3.3.3 Man of vrouw is eigenaar van het pand; wel huwelijksgoederengemeenschap / 251
7.3.3.4 Man en vrouw zijn ieder voor 50% eigenaar van het pand; geen huwelijksgoederengemeenschap / 252
7.3.3.5 Man en vrouw zijn ieder voor 50% eigenaar van het pand; wel huwelijksgoederengemeenschap / 253
7.3.3.6 Verschil tussen winstverhouding en eigendomsverhouding / 254
7.4 Urencriterium bij personenvennootschap tussen verbonden personen / 256
7.5 Familievrijstelling in de overdrachtsbelasting / 257
7.5.1 Inleiding / 257
7.5.2 Voorwaarden familievrijstelling / 258
7.5.3 Familievrijstelling bij personenvennootschappen / 260
7.5.3.1 Te onderscheiden situaties / 260
7.5.3.2 Buitenvennootschappelijk vermogen bij huwelijksgoederengemeenschap / 262
7.5.3.3 Voortzettingseis bij inbreng door verkrijger in personenvennootschap / 263
7.5.3.4 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 263
7.6 Aanbevelingen / 264
HOOFDSTUK 8
Schenk- en erfbelasting bij personenvennootschappen / 267
8.1 Inleiding / 267
8.2 Erfrechtelijke verkrijging bij overlijden van een vennoot / 267
8.2.1 Privaatrechtelijke aspecten / 267
8.2.2 Erfrechtelijke verkrijging / 268
8.2.3 Fictieve erfrechtelijke verkrijging bij verkrijging krachtens vermogensbeding / 270
8.3 Verkrijging krachtens schenking bij toe- en uittreden van vennoten / 271
8.3.1 Privaatrechtelijke aspecten / 271
8.3.2 Verkrijging krachtens schenking / 272
8.3.3 Uittreden tegen lagere waarde going concern of fiscale boekwaarde / 272
8.3.4 Fictieve verkrijging krachtens schenking bij verkrijging krachtens vermogensbeding / 276
8.4 Samenloop fictieve erfrechtelijke verkrijging en schenking / 278
8.5 De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) / 279
8.5.1 Inleiding BOR / 279
8.5.2 De verkrijging van ondernemingsvermogen (art. 35c SW 1956) / 280
8.5.2.1 Inleiding ondernemingseis / 280
8.5.2.2 De verkrijging van een vennoot-ondernemer / 280
8.5.2.3 De verkrijging van een vennoot-medegerechtigde / 282
8.5.2.4 De verkrijging van een aanmerkelijkbelanghouder in een vennoot-lichaam / 285
8.5.3 De bezitstermijn (art. 35d SW 1956) / 287
8.5.3.1 Inleiding bezitstermijn / 287
8.5.3.2 De erflater of schenker is een vennoot-ondernemer / 287
8.5.3.3 De erflater of schenker is een vennoot-medegerechtigde / 289
8.5.3.4 De erflater of schenker is aanmerkelijkbelanghouder in een vennoot-lichaam / 292
8.5.3.5 Terugwerkende kracht vennootschapsovereenkomst / 292
8.5.4 De voortzettingseis (art. 35e SW 1956) / 293
8.5.4.1 Inleiding voortzettingseis / 293
8.5.4.2 De erflater of schenker is een vennoot-ondernemer / 293
8.5.4.3 De erflater of schenker is een vennoot-medegerechtigde / 297
8.5.4.4 De erflater of schenker is aanmerkelijkbelanghouder in een vennoot-lichaam / 298
8.5.5 De omvang van de vrijstelling (art. 35b SW 1956) / 299
8.5.5.1 De grondslag waarover de vrijstelling wordt berekend / 299
8.5.5.2 De omvang van de vrijstelling / 300
8.5.5.3 Buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen in relatie tot 100%-vrijstelling / 301
8.5.5.3.1 Buitenvennootschappelijk vastgoed / 301
8.5.5.3.2 Buitenvennootschappelijke schulden / 303
8.5.5.3.3 Overige buitenvennootschappelijke activa / 304
8.5.5.3.4 Overig buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen en 83%-vrijstelling / 306
8.5.5.3.5 Wenselijk recht / 306
8.6 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 309
8.6.1 Fiscale transparantie openbare personenvennootschappen / 309
8.6.2 Fictieve verkrijging krachtens erfrecht bij overlijden van een vennoot / 309
8.6.3 Fictieve verkrijging krachtens schenking bij verkrijging krachtens vermogensbeding / 310
8.7 Aanbevelingen / 311
HOOFDSTUK 9
Personenvennootschap tussen BV en dga / 317
9.1 Inleiding / 317
9.2 Privaatrechtelijke aspecten / 318
9.3 Aangaan personenvennootschap vanuit BV-situatie / 319
9.3.1 Motieven / 319
9.3.2 Randvoorwaarden fiscaal ondernemerschap / 320
9.3.2.1 Cumulatieve voorwaarden voor fiscaal ondernemerschap van de dga / 320
9.3.2.2 De BV en de dga sluiten een vennootschapsovereenkomst / 320
9.3.2.3 De BV brengt een objectieve onderneming in de personenvennootschap in / 322
9.3.2.4 De dga voldoet aan de criteria van art. 3.4 of 3.5 Wet IB 2001 / 322
9.3.3 Ondernemersfaciliteiten / 323
9.3.4 Het achterwege blijven van fictief loon / 323
9.3.5 Inbreng ondernemingsvermogen door BV / 324
9.4 Aangaan personenvennootschap vanuit IB-onderneming / 324
9.4.1 Motief / 324
9.4.2 Overheveling ondernemingsvermogen naar de BV / 324
9.5 Wenselijk recht / 325
9.6 Personenvennootschap in plaats van terbeschikkingstelling vermogen aan BV / 326
9.7 Overige (fiscale) aspecten / 327
9.7.1 Terugwerkende kracht / 327
9.7.2 Vermogensetikettering aandelen in BV / 328
9.7.3 Zakelijkheid winstverdeling / 330
9.7.4 Gevolgen terbeschikkingstellingsregeling / 330
9.8 Aanbevelingen / 332
HOOFDSTUK 10
Personenvennootschappen in de omzetbelasting / 333
10.1 Inleiding / 333
10.2 Ondernemerschap / 333
10.2.1 Personenvennootschap als ondernemer / 333
10.2.2 Fiscale eenheid / 336
10.3 Prestaties tussen vennoten en personenvennootschap / 338
10.3.1 Inleiding / 338
10.3.2 Prestaties van vennoten jegens de personenvennootschap / 341
10.3.2.1 Inbreng / 341
10.3.2.2 Verhuur / 344
10.3.2.3 Uittreden/liquidatie / 345
10.3.3 Prestaties van de personenvennootschap jegens de vennoten / 345
10.3.4 Prestaties van vennoten onderling / 346
10.4 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 347
10.5 Aanbevelingen / 349
HOOFDSTUK 11
Personenvennootschappen in de vennootschapsbelasting / 351
11.1 Inleiding / 351
11.2 Subjectieve vennootschapsbelastingplicht van personenvennootschappen / 351
11.2.1 Algemeen / 351
11.2.2 Kritiek op de criteria van rechtspersoonlijkheid en vrije verhandelbaarheid / 352
11.2.3 De subjectief vennootschapsbelastingplichtige personenvennootschappen / 354
11.2.3.1 Open CV / 355
11.2.3.2 Maatschappen op aandelen / 355
11.2.3.3 Omgekeerd hybride lichamen / 356
11.2.4 Onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse vennootschapsbelastingplicht / 358
11.2.5 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 359
11.3 Lichamen die deelnemen in fiscaal transparante personenvennootschappen / 360
11.3.1 Algemeen / 360
11.3.2 Beperkt vennootschapsbelastingplichtige lichamen-vennoten / 360
11.3.3 Volledige fiscale transparantie? – Reikwijdte art. 8 lid 3 Wet VPB 1969 / 361
11.3.4 Leningen verstrekt door vennoten-lichamen aan de personenvennootschap / 364
11.3.5 Lichamen als commanditaire vennoten – verliesaftrekbeperking? / 365
11.3.6 Toepassing deelnemingsvrijstelling / 366
11.3.6.1 Deelnemingen in niet-transparante personenvennootschappen / 366
11.3.6.2 Deelnemingen gehouden via fiscaal transparante personenvennootschappen / 367
11.3.7 Fiscale eenheid / 368
11.4 Herstructureringen / 368
11.4.1 Algemeen / 368
11.4.2 Herstructureringen binnen de vennootschapsbelasting / 369
11.4.3 Geruisloze terugkeer / 370
11.4.4 Voorontwerp Titel 7.13 BW / 370
11.5 Aanbevelingen / 372
HOOFDSTUK 12
De open CV / 375
12.1 Inleiding / 375
12.2 Open of besloten? – de definitie van ‘open CV’ / 376
12.3 De open CV in de verschillende heffingswetten / 386
12.3.1 De open CV in de Wet op de vennootschapsbelasting / 387
12.3.1.1 Algemeen / 387
12.3.1.2 De kwalificatie van het aandeel van de beherend vennoot / 387
12.3.1.3 Toepasselijkheid oprichtingsfictie / 388
12.3.1.4 Deelnemingsvrijstelling en open CV / 389
12.3.1.5 Overige faciliteiten in de Wet VPB 1969 / 391
12.3.2 De open CV in de Wet IB 2001 / 393
12.3.3 De open CV in de Wet DB 1965 / 396
12.3.4 De open CV in de Wet BB 2021 / 396
12.3.5 De open CV in de Wet BRV / 398
12.3.6 De open CV in de Successiewet / 400
12.4 Overgangen tussen open en besloten CV’s / 400
12.5 De open CV in het internationale belastingrecht / 402
12.5.1 Algemeen / 402
12.5.2 De open CV in de belastingverdragen / 403
12.6 Wetsvoorstel aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen / 404
12.7 Aanbevelingen / 408
HOOFDSTUK 13
De classificatie van buitenlandse personenvennootschappen / 411
13.1 Inleiding / 411
13.2 Reikwijdte en plaatsbepaling / 411
13.3 De classificatiemethode / 412
13.3.1 Algemeen / 412
13.3.2 Jurisprudentie / 413
13.3.3 Classificatiebesluit / 418
13.4 Gevolgen van de classificatie / 427
13.5 Het Wetsvoorstel aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen / 428
13.6 Aanbevelingen / 431
HOOFDSTUK 14
Internationale fiscale aspecten van personenvennootschappen / 433
14.1 Inleiding / 433
14.2 Fiscale positie van de vennoten / 433
14.2.1 De positie van buitenlandse vennoten in een Nederlandse personenvennootschap / 433
14.2.1.1 Algemeen / 433
14.2.1.2 Commanditaire vennoten-natuurlijke personen / 435
14.2.1.3 Commanditaire vennoten-lichamen / 439
14.2.2 De positie van binnenlandse vennoten in een buitenlandse personenvennootschap / 441
14.3 De kwalificatie van bijzondere beloningen / 443
14.3.1 Algemeen / 443
14.3.2 Kwalificatie naar nationaal recht / 444
14.3.3 Kwalificatie onder de belastingverdragen / 446
14.4 Personenvennootschappen en belastingverdragen / 450
14.4.1 Verdragsgerechtigdheid van personenvennootschappen / 450
14.4.2 Toepassing van belastingverdragen bij hybride entiteiten / 452
14.4.2.1 Algemeen / 452
14.4.2.2 OESO Partnership Report en BEPS Action 2-rapport / 453
14.4.2.3 Speciale verdragsbepalingen voor hybride entiteiten en Nederlandse implementatie / 461
14.5 Personenvennootschappen en EU-recht / 469
14.5.1 Algemeen / 469
14.5.2 Personenvennootschappen en primair EU-recht / 469
14.5.3 Personenvennootschappen en secundair EU-recht / 470
14.5.3.1 EESV – de enige Europese personenvennootschap / 471
14.5.3.2 MD-RL / 471
14.5.3.3 I&R-richtlijn / 472
14.5.3.4 ATAD / 473
14.5.3.5 Alternatieven / 475
14.6 Aanbevelingen / 475
HOOFDSTUK 15
Slotbeschouwing / 477
15.1 Inleiding / 477
15.2 Transparantie in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting / 477
15.3 Overdrachtsbelasting / 481
15.4 Schenk- en erfbelasting / 484
15.5 Omzetbelasting / 486
15.6 Vennootschapsbelastingplichtige personenvennootschappen / 487
15.7 Internationale fiscale aspecten / 489
BIJLAGE 1
Voorontwerp Wet modernisering personenvennootschappen van 10 oktober 2022 (Voorontwerp Titel 7.13 BW) / 491
BIJLAGE 2
Voorontwerp van het wetsvoorstel met de fiscale flankerende maatregelen m.b.t. Titel 7.13 BW van 10 oktober 2022 (Voorontwerp Fiscaal Titel 7.13 BW) / 503
Lijst van afkortingen / 513
Jurisprudentieregister / 517
Wetsartikelenregister / 527
Trefwoordenregister / 543
Literatuurlijst / 555
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan