De zaadjes voor een burn-out worden al in onze vroege jeugd geplant en blijken een goede voorspeller voor het risico op een burn-out op latere leeftijd. Als je als kind leerde om na een vervelende gebeurtenis – je werd gepest, je konijn ging dood, je ouders gingen scheiden – je rug te rechten en door te gaan, zul je ook op latere leeftijd op die manier reageren op verlies. Dat kost (te) veel energie. Ook als je als kind volwassen klussen ging dragen – je ouders steunden op jou, jij zorgde dat de boel niet uit de hand liep, deed klusjes die bleven liggen en niet bij jou hoorden – zul je in je volwassen leven geneigd zijn om meer verantwoordelijkheid te nemen dan goed voor je is. Dat put je uit.
Tot slot: als jouw verlangens en behoeftes ondergeschikt waren aan die van anderen, zul je als volwassene eerder een baan kiezen waar je hart niet ligt. Dat is zeer vermoeiend en leidt tot verlies aan focus. Niet stilstaan bij verlies en rouw, plekverwarring, en het negeren van je passie kunnen leiden tot een burn-out. Als deze onderliggende oorzaken onderkend worden, kan de cliënt nieuwe ervaringen opdoen die helend blijken te werken: alsnog stilstaan bij rouwmomenten die zijn overgeslagen, terugkeren naar de eigen plek en van daaruit de wereld tegemoet treden, en onderzoeken: waar gaat mijn hart echt naar uit?
Terugkeren naar de natuurlijke ordening
Helen van een burn-out vraagt om te luisteren naar de natuurlijke ‘wetten’ van het leven.
Zo horen rouw en verlies bij het leven. We hebben verteertijd nodig na ‘schokmomenten’. De seizoenen laten ons dit duidelijk zien: je kunt de herfst en de winter niet overslaan; ze zijn nodig om kracht op te doen voor de lente en de zomer.
Op de plek die je bij je geboorte kreeg gedij je het best. Op die plek kun je groeien en bloeien en voltrekt het leven zich moeitelozer dan op een plek die je hebt ingenomen, terwijl hij niet van jou is. Vergelijk het met een voetbalteam: als jij je te veel bezighoudt met wat je collega moet doen of steeds de gaten dichtloopt die hij laat liggen, creëer je juist ruimte voor de tegenstander en bereik je het tegenovergestelde van wat je beoogt. Of als jij steeds op de plek van je baas gaat staan, zal dat jullie relatie en de teamprestatie negatief beïnvloeden. Los van het feit of je het nu goed ziet of niet. Vanaf je eigen plek kun jij haar veel gemakkelijker feedback geven en kan zij je beter horen.
Iedereen heeft een unieke plek hier op aarde, met een persoonlijke set kwaliteiten en drijfveren. Hoe meer je die benut, hoe meer energie je genereert en hoe meer je hart betrokken is bij wat je doet.
Stappenplan
In Van burn-out naar levenszin vind je een uitgebreide beschrijving van de onderliggende factoren die kunnen leiden tot een burn-out, een stappenplan dat leidt tot een diepgaande transformatie, en oefeningen per stap die: de energietoevoer stimuleren, het lichaamsbewustzijn trainen en de diepere oorzaken van de burn-out aanpakken. Het boek sluit af met een hoofdstuk waarin aanbevelingen en suggesties staan voor organisaties en de politiek.
Burn-out is een maatschappelijk probleem
Burn-out staat niet op zichzelf. Het is een maatschappelijk probleem dat niet alleen om individuele inzet vraagt, maar ook inspanning vereist van organisaties en de politiek. Hoe kunnen organisaties en politiek een bijdrage leveren aan het bevorderen van vitaliteit en het benutten van potentieel?
‘Door achterom te kijken creëer je voorwaarts ruimte.’
In organisaties en overheidsinstellingen met uitputtingsklachten speelt bijna altijd iets rondom ‘niet-genomen rouw’: een reorganisatie waarbij medewerkers niet de kans kregen om stil te staan bij wat niet meer terugkwam, het vertrek van een geliefde teamleider waar geen afscheid van genomen is, enzovoort. Door hier alsnog ruimte voor te maken – ook al is het enige tijd geleden – kan de energie weer stromen. Ik begeleidde vorig jaar een team van een grote gemeente. Er was nog veel pijn over een reorganisatie van zeven jaar geleden. Door hier alsnog aandacht voor te hebben, kon de pijn smelten, keerde de energie terug.
‘Op de plek die er voor je is, gedij je het best’
Als de klacht is: het werk is hier nooit af, speelt waarschijnlijk plekverwarring. Mensen lopen voortdurend de lege gaten dicht, gaan op de plek van een collega staan, of er is gedoe rondom leiderschap of tussen teams. Heldere communicatie over plek en taak en investeren in het versterken van het leiderschap kan de energie weer terugbrengen. Vorig jaar begeleidde ik een organisatieopstelling bij een grote overheidsinstelling. Iedereen vond zijn eigen team het meest belangrijk. Dat gaf veel onrust. Pas toen de natuurlijke ordening ‘klopte’ en tegelijkertijd iedereen erkend werd voor zijn bijdrage ontstond rust.
‘Liefde als voertuig voor de taak.’
Focusverlies is het symptoom dat duidt op te weinig aandacht voor persoonlijke drijfveren en verlangens in organisaties. Het draait dan vooral om winstmaximalisatie en er is te weinig oog voor welzijn. De focus kan terugkeren als er ruimte is voor dialoog: wat zou je werk betekenisvoller maken, hoe kun je je werk zo inrichten dat je er meer plezier aan beleeft? Soms betekent dat dat iemand moet gaan. Dat is voor alle partijen beter. Soms ook heeft een kleine aanpassing groot effect. Ik begeleid een team specialisten die deel uitmaken van een vennootschap. Een deel van de vennoten heeft – terecht – oog voor het fundament van de organisatie. Telkens als hun creatieve collega iets inbrengt, vangt hij bot. Daar is nu geen ruimte voor. Als zichtbaar wordt hoe hij daaronder lijdt, opent zich een ruimer perspectief. Deze opening doet iedereen goed; het is voelbaar hoe ieders hart geraakt is en hoe deze sessie bijdraagt aan bewustzijn dat welvaart en welzijn allebei aspecten zijn van groei en ontwikkeling.