‘Je hoopt natuurlijk op een nominatie, maar je weet nooit precies waar de jury op let’, zegt Saskia Schepers, auteur van Als alle breinen werken. ‘Maar het is duidelijk dat dit onderwerp mensen raakt. Het heeft een enorme maatschappelijke impact. Als de jury daar op let, dacht ik, dan maak ik een redelijke kans op een plek op de shortlist.’
Neurodiversiteit
Als alle breinen werken is een boek over neurodiversiteit op de werkvloer. In het kort: wij mensen hebben allemaal iets anders nodig om te floreren op ons werk. Bij sommige mensen met een specifiek talent luistert dat evenwel nauwer dan bij anderen: zij lopen vast als een organisatie te veel vasthoudt aan een standaardmanier van werken. Deze mensen hebben behoefte aan een werkomgeving die rekening houdt met de manier waarop zij het best functioneren. Bedrijven en andere organisaties zullen daar op hun beurt van profiteren, is de overtuiging van Schepers. ‘De ondertitel van de Engelse vertaling die in april verschijnt omschrijft dat eigenlijk nog beter: the competitive advantage of neurodiversity in the workplace. Als je rekening houdt met hoe mensen functioneren, zul je er beter in slagen deze mensen aan je te binden. Dan heb je goud in handen.’
Schepers ziet zichzelf als een verhalenverteller. ‘Het is een boek dat lekker leest. Ik ben geen wetenschapper, ik ben een hr-professional. Ik probeer de lezers met mijn verhalen te verleiden, ik wil inspireren. En vervolgens bied ik de lezer een aantal praktische handvatten. Ik heb lang genoeg voor managers gewerkt om te weten dat je je verhaal voor managers praktisch moet maken, als je wil dat zij er iets mee doen.’
Het boek is een schot in de roos, vervolgt Schepers. Niet alleen verschijnt binnenkort de Engelse vertaling, van de Nederlandse editie heeft ze net de zesde druk binnen. ‘Soms word ik bijna emotioneel van wat ik meemaak’, vertelt ze. ‘Vanochtend was ik met mijn boek op Radio 1 en bij thuiskomst zat mijn mailbox vol. Allemaal mensen die iets herkennen in mijn verhaal, die blij en dankbaar zijn.’ Het succes heeft ertoe geleid dat Schepers in januari haar baan bij een bank heeft kunnen opzeggen en voor zichzelf is begonnen. ‘Geweldig toch, dat ik ervan kan leven? Ik doe van alles: ik geef lezingen en seminars, ik doe consultancy, ik coach. En het gaat heel goed. Mijn agenda puilt uit.’
Morele dilemma’s
Mijntje Lückerath-Rovers had stiekem al gehoopt op een nominatie voor haar boek Morele dilemma's in de boardroom. Het is officieel niet haar eerste boek: in 2008 publiceerde ze al eens samen met Marike van Zanten het boek Topvrouwen en ze voert sinds datzelfde jaar de redactie van het Jaarboek Corporate Governance, waarvoor zij auteurs uit verschillende vakgebieden vraagt hun licht te laten schijnen over dit onderwerp. Maar dit nieuwe boek is wel het eerste waarmee zij zich echt verbonden voelt en waar zij buitengewoon trots op is.
De oorsprong van het boek gaat vijf jaar terug, toen Lückerath-Rovers, hoogleraar Corporate Governance aan Tilburg University/TIAS School for Business and Society, psychologie ging studeren. Dat veranderde haar perspectief. ‘Je kunt dit boek zien als een synthese van de twee vakgebieden waarmee ik mij bezig houd: de economie en de psychologie. Ik vraag me vaak af hoe het toch komt dat de buitenwereld de morele dilemma’s in de boardroom zo eendimensionaal bekijkt: iets is goed of iets is fout. In het boek doe ik een stapje terug: waar hebben we het eigenlijk over? Welke normen komen met elkaar in conflict? Ik vel geen oordeel over de casuïstiek, maar ik laat wel zien dat het vaak niet zo zwart wit is als mensen denken. Je hebt juist vaak te maken met grijstinten.’
Morele dilemma's in de boardroom loopt geweldig, vertelt ze. ‘Het sluit aan bij de tijdgeest, veel mensen worstelen met deze vraagstukken. Dat hoor ik ook tijdens lezingen en van bedrijven die aan bod komen in het boek. Het verbaasde me eigenlijk dat dit boek er nog niet was, het was duidelijk een gat in de markt. En niet alleen in Nederland: ik heb net een contract getekend met uitgeverij Springer, dus ik ga internationaal. Dat laat wel zien dat het onderwerp leeft, toch?’
Werkklimaat
Caroline Koetsenruijter en Hans van der Loo zijn genomineerd met hun nieuwe boek Giftig gedoe op de werkplek. Het boek is uit het hart geschreven, vertelt Koetsenruijter. ‘Hoe kan het toch gebeuren dat mensen met elkaar op het werk zo afglijden naar een giftig werkklimaat? We moeten erkennen dat wij een donkere kant in ons hebben. En persoonlijk vind ik dat heel fascinerend. In omvang is het bovendien een heel serieus probleem. Tweeënhalf miljoen mensen hebben er last van. Het speelt overal, in de zorg, in de media, in de wetenschap: je kunt eigenlijk geen sector bedenken waar het niet speelt. Het onderwerp leeft, dat is duidelijk. Het is fijn dat ons werk geapprecieerd wordt.’ Van der Loo: ‘We zijn shortlistveteranen, ik geloof dat we de shortlist samen vier keer hebben gehaald, dus het wordt tijd dat wij de titel eens winnen.’
Giftig gedoe op de werkplek kwam in zekere zin voort uit het boek Psychologische veiligheid, dat Van der Loo eerder met Jorien Beks schreef. Wanneer hij als spreker was aangetrokken om over dit onderwerp te praten, kwam vroeg of laat de vraag: hoe verhoudt dit onderwerp zich tot sociale veiligheid? ‘De eerste keer heb ik mij er net uit weten te redden, maar om eerlijk te zijn had ik geen idee. Dus rijpte bij mij het plan om mij ook in dit onderwerp te gaan verdiepen: niets helpt zo goed je gedachten te ordenen als een boek schrijven’, vertelt Van der Loo.
Zo kwam hij in contact met Koetsenruijter, die eerder Het Agressieparadijs had geschreven. ‘Een heel interessant boek, dat mij echt de ogen heeft geopend. Ik was nooit zo bezig met het onderwerp, ik kende de agressie bij wijze van spreken alleen van het voetbalveld. Je moet bedenken dat we het de afgelopen jaren vooral hebben gehad over de happy office, het moest vooral gezellig zijn. Maar voor veel mensen is dat helemaal niet het geval.’
De combinatie met Hans van der Loo was een goede, vertelt Koetsenruijter. ‘Als jurist ben ik snel geneigd dit type problemen op te lossen met meer bureaucratie: afspraken, gedragsregels, codes. Daar heeft Hans, als socioloog, duidelijk een andere kijk op. Volgens hem is het regelen van gedrag, met behulp van codes, een schier onmogelijke opdracht. Dat is voor mij wel een eyeopener geweest. Ik heb echt afscheid moeten nemen van bepaalde ideeën: kill your darlings, heet dat.’ Van der Loo: ‘Caroline is jurist, ik ben socioloog. Voor haar is het goed of fout; in die zin is ze echt heel activistisch. Ik zie meer de grijstinten. Toch is het geen polderboek geworden. We konden elkaar onomwonden vertellen wat we dachten.’ Koetsenruijter: ‘Hans is echt afkomstig uit een andere tijd. Hij heeft zelf ook het nodige meegemaakt. Hij is opgegroeid in een tijd dat ongewenst gedrag genormaliseerd was. Vroeger kwam het regelmatig voor dat hoogleraren relaties aanknoopten met studenten, daar keek niemand van op. Ik kijk daar, als 44-jarige, toch anders tegenaan. Daar is Hans ook in meegegaan: hij is nu 69 jaar, maar hij is op dit punt heel modern.’
Over modern gesproken: Van der Loo is alweer bezig met een nieuw boek, waarmee hij voortborduurt op dit boek én op zijn bestseller over Elon Musk: binnen enkele weken verschijnt van zijn hand een beschouwende biografie over Taylor Swift. ‘Mensen vroegen mij wel eens: wie is nou de vrouwelijke pendant van Elon Musk? Daar had ik lang geen antwoord op. Maar Taylor Swift is in haar vakgebied minstens even groot als Musk. Een jonge vrouw, die met haar liefdevolle, relationele benadering veel beter bij deze tijd past dan Musk. De tijd van de macho’s is voorbij, het is nu aan de macha’s.’
Samenwerken
Manon de Caluwé en haar collega bij adviesbureau Common Eye Edwin Kaats zijn genomineerd met hun boek Samenwerken aan maatschappelijke opgaven. Edwin Kaats won de prijs voor het Managementboek van het Jaar al een keer, in 2013, met het boek Leren samenwerken tussen organisaties, dat hij schreef met een andere collega, Wilfrid Opheij. Toch waren De Caluwé en Kaats totaal niet bezig met de vraag of ook dit boek een nominatie zou opleveren, vertelt De Caluwé. ‘We waren in eerste instantie vooral gericht op de ontwikkeling van het gedachtengoed. Toen we zes jaar geleden begonnen met nadenken over samenwerken in opgavenetwerken, was dit een nieuw type samenwerkingsverband. Het ontbrak nog aan integraal gedachtegoed en aan praktisch handelingsrepertoire. Dat ontwikkelen stond voor ons voorop. We wisten nog niet eens of dit project wel tot een boek zou leiden. Dat is pas later op ons pad gekomen, toen uitgeverij Boom zich meldde. Maar natuurlijk zijn we heel gelukkig met de erkenning.’
Samen een boek schrijven over samenwerken: hoe gaat dat in zijn werk, ook al is een boek schrijven geen maatschappelijke opgave? ‘Een leuke vraag’, zegt De Caluwé. ‘Samen schrijven is anders dan samen ideeën uitwisselen. Je moet echt de diepte in. We vonden vrij snel een goede modus. We hadden de afspraak dat we, als we iets interessants tegenkwamen, ook al was het nog pril en groen, dat zonder te veel na te denken op papier konden gooien. De ander mocht daar vervolgens volop mee aan de slag, - schrappen, schaven, wijzigen -, met als enige spelregel dat het op een waarderende manier gebeurt. Dat was de impliciete spelregel die we hanteerden. En dat bleek uitstekend te werken. We zijn beiden hongerig naar vakkennis, wat heel prettig is als je samen schrijft. Want dit boek gaat wel een tandje verder dan alleen de vaststelling dát het een interessant onderwerp is.’
Nog één laatste vraag: is Manon familie van de bekende adviseur en auteur Léon de Caluwé, die vijf jaar geleden overleed? Het antwoord is bevestigend. ‘Van hem heb ik geleerd hoe ik dit vak moet bedrijven’, vertelt ze. ‘Hij heeft mij geleerd niet intuïtief, maar geaard te werk te gaan, gebaseerd op vakkennis. Ik hoop dat dit boek zo ook op de lezers overkomt: met één been in de praktijk, en met één been in kennis.’
ASML
Marc Hijink, auteur van Focus – De wereld van ASML, had niet eerder van de prijs gehoord, dus is hij blij verrast met zijn plekje op de shortlist. ‘Peter Wennink, CEO van ASML, vertelde dat hij nooit managementboeken leest. Hij vindt het onzin, zei hij tijdens een van onze gesprekken. Ik ben zelf ook niet thuis in dit genre. Maar dat ik het heb geschreven als journalistiek boek, sluit niet uit dat het ook waardevol is voor managers. Anders was de jury ook niet van mening geweest dat het boek op de shortlist moest komen.’
Zelf heeft de journalist van NRC ook geleerd van het maken van het boek. ‘Wat ik leuk vond om te merken, is dat ik mijn werkwijze heb aangepast toen ik ermee bezig was. Als journalist ben je normaal gesproken gericht op de kortere termijn, je schrijft voor een dagblad. Een boek vraagt een andere benadering. Door je langdurig te focussen op één onderwerp, krijg je een veel beter resultaat. Zo is ASML ook altijd te werk gegaan. Sinds de oprichting veertig jaar geleden heeft het bedrijf zich gefocust op één technologie, de lithografiemachine, en die steeds verder verbeterd. ASML laat zich niet graag afleiden.’
Hijink volgt ASML sinds 2008/2009, toen de financiële crisis uitbrak. Als gevolg van de afname in de vraag naar chips belandde ook ASML destijds in een dip. ‘Maar daarna heeft het bedrijf dat nooit meer meegemaakt. Ik ben er in de loop der jaren steeds intensiever over gaan schrijven en ben in 2021 gaan meelopen voor een lang artikel van zeven pagina’s. Het is een erg relevant bedrijf en toen ik er rondliep, ontdekte ik dat er ook mooie verhalen binnen ASML te vinden zijn. Ze presteren fantastisch, maar er gaat ook wel eens iets mis. Daarnaast lopen er veel boeiende karakters rond.’
ASML opereert in een buitengewoon interessant spanningsveld, zegt Hijink. ‘Aan de ene kant bestaat er druk zo snel mogelijk successen te boeken, aan de andere kant moet er ook overlegd worden over de slimste manier om te groeien. En dan is er de geopolitieke dimensie bijgekomen, sinds Amerika de ontwikkeling van China wil afremmen door onder meer de export van ASML af te knellen.’
Het bedrijf heeft in de loop der tijd een volledig eigen cultuur ontwikkeld, een vrij platte organisatie waarin het draait om de drie C’s: de challenges, de grote uitdagingen, de noodzakelijkheid om samen te werken oftewel collaborate, en de gewoonte om elkaar meteen te wijzen op fouten – maar met respect: care. ‘Beleefd zijn is niet altijd de manier om snel iets te bereiken’, legt Hijink uit, ‘maar zelfs voor Nederlandse begrippen is de ASML-cultuur erg direct. En dan te bedenken dat er mensen van 144 nationaliteiten werken. Je ziet bij ASML eigenlijk een combinatie van Aziatische discipline, Europees gedachtengoed en Amerikaanse creativiteit. Hoe je die verschillende karakteristieken combineert, kun je niet uit een boekje halen. De Engelse titel van dit boek verwijst daar ook naar: The ASML Way. Dat maakt dit verhaal zo boeiend. Het is misschien geen klassiek managementboek, het helpt je wel begrijpen hoe het succesvolste bedrijf van Nederland opereert.’
Kennis maken met de genomineerden
Wil je meer weten over de inhoud van de vijf genomineerden boeken? We hebben het jurycommentaar, de interviews en podcasts over deze boeken voor je bij elkaar elkaar gezet.
Maak kennis met de Shortlist >
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.