Voor de vooralsnog weinigen die wakker zijn geworden is het verbijsterend om te constateren dat er bij zoveel mensen nog steeds een blind vertrouwen is in dit onrechtvaardige en onredelijke geldstelsel. Het lijkt hen niet uit te maken dat de acht rijksten in de wereld evenveel bezitten als de 3,6 miljard armsten van de wereldbevolking.
Steeds meer mensen in Europa en in Noord Amerika hebben geen of oninteressant werk, worden onderbetaald of werken freelance en verdienen goed zolang de opdrachtgever hen kan gebruiken. Als de economische groei afneemt dan zijn zij de eersten die hun werk verliezen. Internationalisering en automatisering zijn mede verantwoordelijk voor deze veranderingen op de arbeidsmarkt. De grootste verantwoordelijkheid hiervoor ligt echter bij de rijken, die hun geld ‘rondpompen’ in het grote casino of investeren in multinationale ondernemingen, die mensonafhankelijk zijn door een hoge graad van robotisering en automatisering en die gebruik maken van goedkope arbeid.
Multinationale ondernemingen – inclusief de grote banken – werken voor aandeelhouderswaarde. Grote beleggingsfondsen zoals Vanguard en Blackrock hebben aandelen in deze multinationale ondernemingen. Het geld waarmee deze fondsen investeren komt vooral van de vermogenden. Multinationale ondernemingen hebben een grote greep op de wereldeconomie en op de (geo)politiek. Het gaat daarom bij een relatief klein aantal mensen niet alleen om extreme rijkdom, maar ook en misschien wel vooral om macht. Macht, die ongezien wordt uitgeoefend via de multinationals. Cap Gemini schrijft hierover in het World Wealth Report dat jaarlijks wordt uitgebracht. Het midden- en kleinbedrijf staat in veel landen over de hele wereld zwaar onder druk door oneerlijke concurrentie van en door de steun van overheden aan multinationals die hen met gunstige belastingmaatregelen en andere faciliterende maatregelen bevoordelen.
Aan de hand van de feiten over onder meer inkomens en vermogens, gezondheidszorg, wonen en pensioenen wordt in Geld in de bijrol een analyse gemaakt, die het bovenstaande onderbouwt. Het wordt door deze analyse onder meer duidelijk dat de vernietiging van economieën zoals die van Argentinië, Venezuela en Griekenland vanuit de financiële sector is gestuurd. Achteraf heeft bijvoorbeeld ex-minister en voorzitter van de Eurogroep Dijsselbloem zijn spijt betuigd over de rigiditeit waarmee de hervormingen in Griekenland zijn doorgevoerd.
Als belangrijkste oorzaak voor de grote en snel groeiende ongelijkheid in inkomen en vermogen wordt door mij geld met geld verdienen aangewezen. De hebzucht en het machtsstreven dat aan de ongelimiteerde hang naar rijkdom ten grondslag ligt, wordt hierdoor sterk bevorderd. Afschaffen van rente en speculatie zal de weg vrijmaken naar een meer egalitaire samenleving. In Geld in de bijrol onderzoek ik een aantal initiatieven die zich hiervoor inzetten. Ik ga er daarbij niet vanuit dat het huidige geldsysteem van binnenuit kan worden veranderd. De verandering zal moeten komen van onderen op, vanuit de mensen zelf en niet top-down.
Hieraan gaat echter een grote mentaliteitsverandering vooraf, die vooral een andere benadering van geld en waarde teweeg gaat brengen. Het huidige paradigma luidt: ‘Geld is voorwaarde. Zonder geld kunnen we niets doen, zonder geld is er geen economie.’ en ‘Geld vertegenwoordigt de waarde’. Het nieuwe paradigma zou kunnen worden: ‘Wij mensen vertegenwoordigen de waarde. We kunnen te allen tijde een economie laten ontstaan als we in wederkerigheid goederen en diensten met elkaar willen uitwisselen. Daarbij is geld slechts een reken- en transportmiddel van waarde. Geld heeft geen waarde in zichzelf.’
Geld in de bijrol is vooral bedoeld om mensen te inspireren en te motiveren om zelf verantwoordelijkheid te gaan nemen om te gaan staan voor de veranderingen, die leiden tot een menswaardiger samenleving. De keuze is niet moeilijk als duidelijk is dat het gaat om gebukt te blijven gaan onder een systeem dat nooit breed gespreide welvaart en welzijn zal brengen, of een ontwikkeling naar een samenleving waarin er ‘genoeg is voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht’(Gandhi).
Ad Broere (1948), van huis uit econoom, is al meer dan 30 jaar actief in het bedrijfsleven. Als oud-bankier, zelfstandig gevestigd bedrijfsadviseur en docent/ontwikkelaar van leergangen bij diverse Business Schools weet hij als geen ander zijn licht te laten schijnen op de sterke en zwakke plekken in de economie. Hij is de auteur van Geld in de bijrol.