Er is onrust over mensen met veel bijbanen. Bestuurders die nog meer bestuursfuncties op zich nemen, roepen kritische vragen over zich af. Is het werk niet te complex om er nog zoveel bij te doen? Kun je nog wel kwaliteit leveren als je al zoveel doet? De commissie Tabaksblat stelde voor om een maximum te stellen aan het aantal commissariaten. Meer dan vijf commissariaten zou te druk worden. Het klinkt verstandig, maar is dat ook zo?
Vergelijk eens druk bezette mensen met mensen die het wat rustiger aan kunnen doen. De een heeft een overvolle agenda, gesprekken van tien minuten, strak op rij gepland. De ander kan het zich veroorloven weg te dromen, een praatje te maken en wat heen en weer te sloffen. Om maar even man en paard te noemen: de CEO en de na-zijn-tentamen-student.
Wie zou sneller reageren op een verzoek om met iets mee te doen, om ergens tijd aan te besteden? Je intuïtie zegt: de student. Want deze heeft even niets te doen, terwijl de CEO van meeting naar meeting rent. De student kan dus direct reageren en ook vrij gemakkelijk welwillend. Bij de CEO is dat ingewikkelder. Eerst moet hij een gelegenheid vinden om te reageren, waarna dan hoogstwaarschijnlijk een ‘nee’ volgt, want hij is al zo druk. Maar is dat zo?
Parkinson heeft vastgesteld dat beiden het idee hebben dat zij druk bezet zijn. De een doet weliswaar veel minder dan de ander, maar voor het gevoel doet dat er niet toe want, zo stelt hij, work expands to fill the time available for its completion. Weinig werk blaast zichzelf op zodat het veel lijkt en bij heel veel drukte doe je de dingen zo efficiënt en snel dat het ook weer gewoon veel lijkt. Iedereen heeft dus altijd veel werk en daarom heeft iedereen het altijd maar druk. Daarom zullen de CEO en student niet veel van elkaar verschillen in hun bereidheid om tijd te geven. De student reageert dus niet altijd welwillender dan de CEO.
Maar wie reageert sneller op zo’n verzoek? Contra-intuïtief misschien, maar het is de CEO. De student smeert zijn activiteit uit over een lange periode, terwijl de CEO de dingen juist steeds sneller probeert doen. Bij de CEO valt daarom eerder een gaatje tussen zijn werkzaamheden dat hem in de gelegenheid stelt te reageren. De student smeert die enkele activiteit van hem uit over een langere periode waarna hij pas reageert.
Wie heeft de meest uitgebreide reactie? Ook dat is te voorspellen met de Wet van Parkinson. De CEO heeft de neiging zijn werkzaamheden te comprimeren, de student smeert zijn werkzaamheden juist uit. Dat geldt ook voor het werkje van de reactie. De CEO zal kortaf reageren: ‘ja’, ‘nee’, ‘OK’, of iets dergelijks. De reactie van de student zal dan wel weer langer zijn dan die van de CEO.
De les die je uit deze wet kunt trekken, is betrekkelijk eenvoudig. Je hebt het altijd druk en het maakt niet uit hoeveel je echt doet. Voor de werkgever is dit wellicht interessant. Het lijkt namelijk een vrijbrief om werknemers op te zadelen met veel werk. En misschien zou de discussie over de stapeling van functies genuanceerd moeten worden. Wellicht heeft het ook wel voordelen om veel te doen en ga je er, tot op zekere hoogte, alleen maar efficiënter van werken en lever je door de rijkere ervaring die je opdoet, meer kwaliteit.
Do’s & Dont’s
Do
· Werkgevers kunnen hun werknemers met heel veel werk opzadelen zonder dat dit ten koste van de kwaliteit hoeft te gaan.
· Neem gerust nog meer werk aan, je zult het er niet of nauwelijks drukker door krijgen.
· Waardeer stapeling van functies in beginsel positief.
Don’t
· Klaag niet over druk zijn, iedereen heeft het druk, het is gewoon onvermijdelijk.
· Het is betrekkelijk zinloos om standaard een bepaalde tijd voor bepaalde werkzaamheden te reserveren, omdat de hoeveelheid bestede tijd ook sterk afhankelijk is van andere werkzaamheden.
· Stel geen absolute limiet aan stapeling van functies, maar kijk naar geleverde kwaliteit.
Over Ernst ten Heuvelhof
Ernst ten Heuvelhof is hoogleraar bestuurskunde aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de Technische Universiteit Delft en aan de faculteit der Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam.