Dit vanzelforganiserende vermogen van mensen vormt het vertrekpunt van De Vanzelforganisatie van Simon van der Veer. Een boek met een frisse kijk op de ontwikkeling van organisaties en het doorvoeren van organisatieveranderingen.
De Vanzelforganisatie van organisatieadviseur Simon van de Veer maakt twee dingen goed duidelijk. Een soepel draaiende ‘vanzelforganisatie’ ontstaat niet vanzelf en dat geldt ook voor het schrijven van een boek daarover. Boeiend om te lezen hoe de zoektocht en het schrijfproces van de auteur voor dit boek verliep, wetende dat van de Veer eerder ook boeken schreef als De organisatie draait door en Move before you’re ready.
Onze cultuur is doordrongen van het maakbaarheidsgeloof, waardoor we voortdurend organisaties van bovenaf willen veranderen en van reorganisatie naar reorganisatie hollen. Van hiërarchische en lerende organisaties tot netwerk- en agile-organisaties met zelfsturende teams die continu verbeteren. Met – als we niet uitkijken – een wildgroei aan structuren, beleid, bazen en bureaucratie tot gevolg en erger nog, organisaties en medewerkers waaruit het leven langzaam verdwijnt. We zijn met dit geloof in maakbaarheid te ver doorgeschoten, zo concludeert de auteur.
We hebben iets fundamenteels uit het oog verloren. We zijn vergeten dat elke organisatie van nature beschikt over (van)zelforganiserend vermogen. Zonder sturing van hogerhand gaan mensen ‘vanzelf’ leren en het samen werken organiseren. Dat loopt in heel veel gevallen goed. Wie dit ziet, verandert en organiseert niet meer dan nodig en neemt dat wat goed gaat als vertrekpunt. Want zo schrijft de auteur, zo blijft het ‘leven’ erin en blijven organisaties zo eenvoudig als kan.
In feite hebben we hier de kernboodschap van het boek te pakken. Bedenk organisatieveranderingen niet vanachter de tekentafel en leg ze niet van bovenaf op, met langdurige implementatietrajecten die al snel verzanden in stroperigheid. Neem de dagelijkse praktijk, de vanzelforganisatie, als vertrekpunt en kijk ‘van beneden naar boven’ gericht waar, op welk niveau en op welke manier verbeteringen doorgevoerd kunnen worden. Dat is volgens de auteur een continue zoektocht naar de juiste (muziek)maat. Waarbij je continue zoekt naar een goede balans tussen decentraliseren en centraliseren, sturing en zelforganisatie, beheersing en vernieuwing, dienend en dwingend leiderschap, etcetera.
Vanzelf organiseren gaat om een proces waarin je medewerkers meeneemt en zorgt voor ‘leven in de brouwerij’. Een proces waarin je ook af en toe moet schoffelen en snoeien, want niet alles loopt vanzelf ‘goed’. Het boek is volgens de auteur dan ook zeker geen pleidooi om alles maar ‘los te laten’ (een veel gemaakte fout bij de invoering van zelfsturende teams). Het vraagt constant aandacht en zorg om op de juiste momenten dat wat vanzelf loopt te beïnvloeden, zodat het grotere geheel kan blijven groeien en overleven. Hoe je dat aanpakt? De auteur is daar mede op basis van eigen ervaringen stellig over, namelijk door te beginnen met onbevangen kijken. Op de eerste plaats naar je zelf, want voor je het weet ben je onbewust precies die hindernis voor datgene wat al vanzelf loopt. En, zoals de auteur schrijft, door langszij te komen bij het levende en zelforganiserende ‘systeem’ in de organisatie. Zodat je leert kijken hoe je voor meer leven in de organisatiebrouwerij kunt zorgen.
De route naar een vanzelforganiserende organisatie loopt in het boek langs negen hoofdstukken. Hoofdstukken die volgens de auteur als lenzen zijn op te vatten en die je als lezer helpen om de dynamiek in een organisatie beter te bekijken en te doorgronden. Een korte schets van wat je zoal tegenkomt. Het eerste hoofdstuk vormt een ‘kijkwijzer’ om op een onbevangen manier te kijken naar hoe het nu gaat in organisaties en waarom het nu meestal (niet) werkt. Onder het motto: ‘kijk het beest in de bek’. Hoofdstuk twee laat je daarna zien hoe organisaties in de dagelijkse praktijk als een levend en (van)zelforganiserend systeem werken en dat dit maar al te vaak goed loopt. Maak daar dus gebruik van.
Daarna volgt in hoofdstuk drie het ontwikkelingsproces van organisaties gebaseerd op het bekende Theory U-model. Een cyclisch ontwikkelproces waarin je helderheid brengt in basiswaarden, opvattingen, afspraken en wie we zijn en willen zijn, wat we weten en begrijpen en wat we mogen en moeten. Jouw basishouding als (bege)leider om onbalans te verdragen komt aan bod in hoofdstuk vier. Dit hoofdstuk wil je bewust(er) laten zijn van je base camp, zodat je het ontwikkelproces een goede base kunt geven. Want, zo schrijft Van der Veer, het enige wat top-down echt werkt is voorbeeldgedrag. Hoofdstuk vijf beschrijft hoe je het met behulp van vier processtappen (realiseren, activeren, creëren en uitproberen) het ontwikkel- en veranderproces meer handen en voeten kunt geven, want ontwikkelen en verbeteren gaat ook in een vanzelforganisatie meestal niet vanzelf.
In hoofdstuk zes geeft de auteur antwoord op de vraag: hoe organiseer je goed waarbij je het levende en vanzelforganiserende vermogen zoveel mogelijk intact laat? Het antwoord is gebaseerd op de systeembril van Stafford Beer en zijn Viable Systems Model. Jouw rol als dienend leider komt aan bod in hoofdstuk zeven. Ben je je bewust van jouw ‘innerlijke theater’? Speel je goed in op de patronen van je organisatie, zodat de patronen niet met jou en jouw ambities spelen? Hoofdstuk acht gaat over het schoffelen en snoeien in organisaties, want niet alles gaat en blijft als vanzelf ‘goed’. Dat geldt ook voor de drie niveaus van organiseren, leidinggeven en samenwerken, zoals we lezen in het laatste hoofdstuk. Dit negende hoofdstuk gaat over het sturen op wederzijdse aantrekkelijkheid tussen medewerkers, teams en organisaties, in plaats van een eenzijdige verantwoordingsrelatie naar boven toe. Dus jezelf als (bege)leider bekwamen in ‘sturingsvaardigheid’. Met als doel om samen meer te zijn dan de som der delen.
De Vanzelforganisatie telt maar liefst 504 pagina’s en is rijkelijk voorzien van veranderjargon en aansprekende illustraties. Een compleet boek waarin volgens de auteur een onconventionele kijk op organisaties en de ontwikkeling daarvan centraal staat. Niet vernieuwend zoals de auteur aangeeft, wel optimistisch en wellicht ook ontnuchterend want het neemt de altijd aanwezige ‘vanzelfdynamiek’ als uitgangspunt voor ontwikkeling.
De Vanzelforganisatie is een boeiend en leerzaam boek én naslagwerk. Het bevat talloze verhalen (legendes, sprookjes, films, mythologie, religie), praktijkvoorbeelden uit tal van sectoren, theorieën van een groot aantal bekende organisatie- en veranderexperts, modellen en schema’s (zoals de Tijdelijke Werkbare Overeenstemming), adviezen (‘gebruik geen cultuur- of leiderschapsprogramma, want die kunnen verhullend werken’) en werkvormen. Veel kennis, inspiratie en bouwstenen om je in de materie te verdiepen en ermee aan de slag te gaan. Het boek is een aanrader voor (bege)leiders, managers en adviseurs die het vanzelforganiserende vermogen van hun organisatie willen vergroten.
De Vanzelforganisatie bevat veel citaten die je prikkelen om eens op een andere manier te kijken naar veelgehoorde opvattingen en mythes over organisaties, ontwikkeling en verandering. Zoals het citaat van managementwetenschapper Henry Mintzberg waarin hij stellig zegt: ‘Management en leiderschap kunnen niet gescheiden worden. Want wie wil een leider die niet weet wat er speelt en wie wil een manager die niet kan leiden? Of zoals Victor Hugo bij de opening van het boek zegt: ‘Bedenkt dit, vrienden. Er zijn geen slechte planten, geen slechte mensen, enkel slechte kwekers.’
Over Sjors van Leeuwen
Sjors van Leeuwen (Indora Managementadvies) is adviseur, auteur en spreker op het gebied van klantgericht ondernemen, strategie en marketing. Door zijn ervaring is hij goed thuis in vele strategische vraagstukken en het toenemend belang van de ‘de klant’ als onderscheidende factor. Sjors schreef o.a. Wendbare strategie op één A4, Zorgmarketing in de praktijk en CRM in de praktijk.