We denken - ook wij in ons vak als organisatieadviseurs - heel gemakkelijk in termen van motivatie, competenties, emoties en inspiratie. Allemaal eigenschappen die we aan personen toeschrijven en waar we in organisaties op proberen te sturen.
Spanjersberg wil juist niet de diepte, maar de breedte in. Kijken naar de functie van taal tussen mensen: tussentaal. Niet in het individu kijken, maar naar wat er tussen mensen gebeurt. Een unieke, andere kijk.
Zes functies van taal
Roman Jacobson onderscheidde in 1958 al zes functies van taal:
1. De conatieve functie. Je zegt iets om aandacht te trekken, een reactie uit te lokken.
2. De informatieve functie. Je beschrijft iets van de wereld (buiten het gesprek) om kennis te delen.
3. De expressieve functie. Hier deel je een gevoel, emotie of stemming van jezelf met de ander.
4. De poëtische functie. Hier ligt niet het accent op de inhoud, maar op de schoonheid van de formulering.
5. De fatische functie. Dat is taal om het gesprek sociaal te faciliteren, zoals bij het groeten of ‘just making conversation’.
6. De metalinguïstische functie. Dat is taal over de taal zelf, zoals een boek over tussentaal.
Performatieve taal
Laurent Binet voegde met zijn roman De zevende functie van taal een zevende functie toe: de performatieve taal. Dit is taal die zich niet onderscheidt van het handelen. Het is geen commentaar op het handelen of vrijblijvende taal, nee, het is onomkeerbaar handelen. Als een van ons zegt: ‘Marijke, je bent een favoriete collega’, staat het haar vrij daar het hare van te denken. We zullen de lezer geen woorden in de mond leggen. Maar als wij zouden zeggen: ‘Marijke, ik waarschuw je voor Henk’, dan is het uitspreken van die zin tevens de onomkeerbare handeling. Zoals een rechter die uitspreekt dat hij iemand voor twee weken taakstraf veroordeelt.
In Binets boek heeft filosoof Roland Barthes een formule ontdekt voor die performatieve functie. Een formule die van taal handelen maakt en dus macht geeft. Hij keert net terug van een gesprek met presidentskandidaat Mitterand, als hij dodelijk wordt aangereden. Iemand ziet een man een papiertje – met die formule - uit de binnenzak van het slachtoffer halen en hard wegrennen. Een commissaris van politie onderzoekt de zaak en zoekt hulp bij een taalkundige om dit intellectuele delict te onderzoeken. Zo volgt een spannende maar ook geestige detective waarin alle Franse filosofen van halverwege de vorige eeuw een rol spelen.
Tussentaal
En nu heeft Marijke Spanjersberg de achtste functie van taal beschreven: de tussentaal. Taal die niet verwijst naar het individu en allerlei motieven, die niet gericht is op performatieve macht, maar taal die de relatie beschrijft en vormgeeft. Een gebied waar we nog veel te weinig taal voor hebben omdat we onze aandacht al zolang geven aan het individu. Taal die een boek verdient, zeker zo’n prachtig boek als Marijke schreef.
Over Jaap van 't Hek
Jaap van 't Hek bezocht in de jaren '70 de Sociale Academie in Amsterdam. Eind jaren '80 volgde hij de opleiding Organisatiekunde bij Sioo. Hij werkte als beleidsambtenaar op het Amsterdamse stadhuis en als organisatieadviseur bij GITP International BV en bij De Galan & Voigt. Sinds 1997 verlegde hij zijn werk van adviseren naar interim-management en startte hij Organisatievragen.