Mr. dr. Thomas Sanders is advocaat en partner bij AKD. Hij helpt overheden, bedrijven en burgers om bij handhaving het beste resultaat te bereiken door advies te geven, hen te begeleiden en de zaak te bepleiten bij de rechter.
Meer over Thomas SandersHandboek toezicht, handhaving en invordering
Gebonden Nederlands 2024 2e druk 9789462129221Samenvatting
Dit handboek is een compleet en helder overzicht van het bestuursrechtelijke handhavingsrecht. Het is een toegankelijk geschreven wetenschappelijk handboek, gericht op zowel de praktijkbeoefenaar als de student. Het bevat niet alleen wetenschappelijke inzichten, maar ook praktische tips voor toezichthouders, handhavingsjuristen, rechters, advocaten en andere rechtsbijstandverleners. Praktijk en theorie worden in dit handboek samengebracht op een manier die de lezer in staat stelt om actuele wetenschappelijke inzichten direct in de praktijk toe te passen.
Het handboek behandelt alle aspecten van het handhavingsrecht. Daarbij komen de toepassing van toezichthoudersbevoegdheden, de verschillende sancties die opgelegd kunnen worden (zoals de last onder dwangsom, de last onder bestuursdwang en de bestuurlijke boete), maar ook het invorderingsrecht (de invordering bij dwangbevel) aan de orde. Ook onderwerpen die regelmatig in handhavingstrajecten spelen, zoals het bewijsrecht, het informatierecht en het schadevergoedingsrecht, komen aan bod.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst met afkortingen xxv
1 Inleiding 1
2 De overtreding 5
2.1 De normen: het bepaalde bij of krachtens wettelijk voorschrift 5
2.1.1 Bij of krachtens wettelijk voorschrift 6
2.1.2 De gelding van de norm 7
2.1.3 Hoe zit het met open (vage) normen (artikel 5:4 Awb/lex certa)? 8
2.1.4 De interpretatie van een norm: hoe leest de bestuursrechter de wet? 12
2.2 Gedraging: een handelen of nalaten 15
2.3 Verplichting om de overtreding in het besluit te benoemen (artikel 5:9 Awb) 15
2.4 Handhaven met hagel: meerdere overtredingen in één besluit? 16
3 De overtreder 19
3.1 Wie kan er overtreder zijn? 19
3.1.1 Plegen 23
3.1.2 Medeplegen 25
3.1.3 Het functioneel daderschap 28
3.1.3.1 Functioneel dader: de natuurlijke persoon 31
3.1.3.2 Functioneel dader: de rechtspersoon 32
3.1.3.3 De natuurlijk persoon als functioneel dader: beschikkingsmacht 32
3.1.3.4 De natuurlijk persoon als functioneel dader: aanvaarden 34
3.1.3.5 De rechtspersoon als functioneel dader: WNDB-criteria (Drijfmest) 36
3.1.3.6 De holding als functioneel dader 41
3.1.3.7 De eigenaar van een (onroerende) zaak als functioneel dader 42
3.1.3.8 De curator als functioneel dader 47
3.1.3.9 Functioneel daderschap bij chemische branden 49
3.1.4 De opdrachtgever 51
3.1.5 Feitelijk leidinggevende 52
3.2 Stappenplan: is iemand overtreder? 54
3.3 Het overtrederschap bij overlijden of ontbinding (rechtsopvolging) 55
3.4 Wat als er meerdere overtreders zijn? 57
4 Het besluit om (niet) te handhaven – de belangenafweging 61
4.1 De beginselplicht tot handhaving 61
4.2 Beginselplicht geldt niet bij bestraffende sancties 64
4.3 Concreet zicht op legalisering (ook wel legalisatie) 65
4.3.1 Concreet zicht op legalisatie – ruimtelijke ordening 67
4.3.1.1 Bestemmingsplan 67
4.3.1.2 Omgevingsvergunning voor strijdig gebruik 68
4.3.2 Concreet zicht op legalisering – bouwen 68
4.3.3 Concreet zicht op legalisatie – milieu 69
4.3.4 Concreet zicht op legalisering onder de Omgevingswet 69
4.3.5 Andere soorten vergunningen en toestemmingen 70
4.3.6 Concreet zicht op legalisering – vuistregels 71
4.4 Het evenredigheidsbeginsel 71
4.4.1 Handhaving in beginsel evenredig als overheid wil handhaven 72
4.4.2 Verwijtbaarheid overtreder niet relevant bij reparatoire handhaving 73
4.4.3 Financiële gevolgen opheffen overtreding zijn voor risico overtreder 74
4.4.4 Medische omstandigheden 75
4.4.5 Geringe aard en ernst overtreding 77
4.4.6 Handhaving is anderszins onevenredig 77
4.4.7 Vuistregels evenredigheidsbeginsel in het omgevingsrecht 79
4.5 Het gelijkheidsbeginsel 80
4.5.1 Een gelijk geval 80
4.5.2 Een ongelijke behandeling 82
4.5.3 Objectieve rechtvaardiging ongelijke behandeling 82
4.5.4 Handhavingsbeleid: prioriteren en waarschuwen 84
4.5.5 Correctiemogelijkheid ongelijke behandeling 88
4.5.6 Voorbeelden geslaagde beroepen gelijkheidsbeginsel 89
4.6 Het vertrouwensbeginsel 91
4.6.1 Stap 1 (de toezegging): is er een uitlating of gedraging? 92
4.6.1.1 Het bewijzen van een toezegging 93
4.6.1.2 Wanneer is iets een toezegging? 95
4.6.1.3 De toezegging: wanneer is er gerechtvaardigd vertrouwen? 97
4.6.2 Stap 2 (toerekening): kan de toezegging toegerekend worden aan het bestuursorgaan? 99
4.6.3 Stap 3 (belangenafweging): moet de toezegging worden gehonoreerd? 101
4.7 Langere tijd niet handhaven 104
4.8 Gedogen 106
4.9 Vooringenomenheid en détournement de pouvoir 109
4.9.1 Het verbod op vooringenomenheid (artikel 2:4 Awb) 109
4.9.2 Het verbod op détournement de pouvoir (artikel 3:3 Awb) 111
4.10 Rechtvaardigingsgrond 113
5 Het rechtskarakter van sancties en de bijzondere rechten en waarborgen bij punitieve handhaving 117
5.1 De bestuurlijke sanctie: definitie 118
5.2 De bestraffende sanctie en de herstelsanctie 120
5.3 Criminal charge – rechten en waarborgen 122
5.3.1 Criteria criminal charge 123
5.3.1.1 Aard van de overtreding 123
5.3.1.2 Zwaarte van de sanctie 125
5.3.2 Onschuldpresumptie 126
5.3.3 Nemo tenetur, zwijgrecht en cautieplicht 130
5.3.3.1 Vanaf wanneer geldt het recht om niet aan de eigen veroordeling mee te werken? 131
5.3.3.2 Reikwijdte zwijgrecht 133
5.3.3.3 Voor wie geldt het zwijgrecht? 136
5.3.3.4 Ook bij schriftelijke vragen zwijgrecht, maar dan geen cautieplicht 137
5.3.3.5 Vorderingen van toezichthouders: de verplichting om zakelijke gegevens en inlichtingen te verstrekken 138
5.3.3.6 Wanneer is materiaal wilsafhankelijk? 139
5.3.3.7 Informatie uit toezicht gebruiken voor beboeting 142
5.3.3.8 Gevolgen van het niet geven van de cautie 144
5.3.4 Ne bis in idem-beginsel 145
5.3.5 Rechten van de verdediging 146
5.4 Het rechtskarakter van de last onder dwangsom en de invorderingsbeschikking 148
5.5 Het rechtskarakter van de last onder bestuursdwang en het kostenverhaal 152
5.6 Het rechtskarakter van de bestuurlijke boete 153
5.7 Het rechtskarakter van de intrekking van een vergunning 153
5.8 Het rechtskarakter van intrekken en terugvorderen van subsidie 157
6 De (derde-)belanghebbende en hand havingsverzoeken 163
6.1 Wie is er belanghebbend bij handhaving? 163
6.1.1 Belang bij handhaving in het omgevingsrecht 165
6.1.1.1 Zicht 166
6.1.1.2 Geur 167
6.1.1.3 Geluid 168
6.1.2 Belang bij handhaving in de rest van het bestuursrecht 168
6.1.3 Belangenorganisaties bij handhaving 170
6.1.4 Afgeleid belang 173
6.1.5 De concurrent als derde-belanghebbende bij handhaving 173
6.1.6 Belang bij een bestuurlijke boete 175
6.1.7 Het relativiteitsvereiste (artikel 8:69a Awb) en handhaving 177
6.1.8 Wanneer is er geen belang meer bij handhaving? 178
6.2 Het verzoek om handhaving 179
6.2.1 Wanneer is iets een verzoek om handhaving? 179
6.2.2 Welke gegevens moeten er bij het verzoek om handhavenzitten? 184
6.2.3 Overheid moet deugdelijk en representatief controleren naar aanleiding van handhavingsverzoek 186
6.2.4 Wanneer moet er toch bewijs worden geleverd door de verzoeker? 190
6.2.5 Handhavingsverzoek mag niet worden uitgebreid na besluit in primo 190
6.3 Wie is er belanghebbend bij invordering of terugvordering? 191
6.3.1 Belang bij de invordering van dwangsommen 192
6.3.2 Belang bij het kostenverhaal 194
6.3.3 Bij het invorderen van een bestuurlijke boete 195
6.4 Het afdwingen van een invorderingsbesluit 195
6.5 Het afdwingen van feitelijke invordering 198
6.6 Het afdwingen van de feitelijke uitvoering van bestuursdwang 199
7 De waarschuwing, het rechtsoordeel en de enkele last of aanwijzing 201
7.1 De waarschuwing 201
7.2 Een oordeel van het bestuursorgaan 205
7.3 De ‘enkele last’ of ‘eis tot naleving’ 206
8 De last onder dwangsom 209
8.1 Definitie last onder dwangsom: een last en een verplichting om te betalen als de last niet wordt nageleefd 210
8.1.1 Geheel of gedeeltelijk herstel 210
8.1.2 Verplichting tot betaling van een geldsom 210
8.2 Alleen aan de overtreder (die de macht over de overtreding heeft) 211
8.3 Mondelinge last kan niet 214
8.4 Last bij incidentele overtredingen alleen bij gevaar voor herhaling 215
8.5 Geen dwangsom als belang toepassing bestuursdwang vereist 220
8.6 Last en herstelmaatregelen 221
8.6.1 Het verschil tussen de last en de herstelmaatregel 221
8.6.2 Lastgeving moet voldoende duidelijk en concreet geformuleerd zijn 222
8.6.3 Lastgeving impliceert toestemming om daaraan te voldoen 227
8.6.4 Kan de overheid de overtreder dwingen om één bepaalde herstelmaatregel uit te voeren? 228
8.7 Modaliteiten last onder dwangsom 228
8.7.1 Begunstigingstermijn 228
8.7.2 Verbeurte ineens, per tijdseenheid of per overtreding 232
8.7.3 Hoogte en evenredigheid dwangsom 236
8.7.4 Tips voor de praktijk 241
8.8 Hoe schrijf je een goede last? 242
8.8.1 Tip 1: haak voor de last aan bij de overtreden wettelijke bepaling 243
8.8.2 Tip 2: let goed op het verschil tussen een last en een herstelmaatregel 244
8.8.3 Tip 3: laat de begunstigingstermijn op een vast moment verstrijken 245
8.9 Verbeurte van rechtswege 245
8.10 Wijzigen of intrekken last (of verlengen begunstigingstermijn) 246
8.10.1 Het verzoek om de begunstigingstermijn te verlengen 246
8.10.2 Opschorten of opheffen (intrekken) last vanwege overmacht 249
8.10.3 Opheffen last vanwege ‘goed gedrag’ 250
9 De last onder bestuursdwang 253
9.1 Definitie last onder bestuursdwang: een last en de titel tot feitelijk handelen 254
9.2 Aan wie (en hoe) moet de last onder bestuursdwang worden bekendgemaakt? 254
9.2.1 De overtreder 255
9.2.2 De rechthebbenden 255
9.2.3 De aanvrager 256
9.2.4 Wijze van bekendmaking: labels, stickers en aanplakbiljetten 256
9.2.5 Wat als onduidelijk is wie de overtreder of rechthebbende is? 257
9.3 Wanneer moet de overtreder worden aangewezen bij bestuursdwang? 258
9.3.1 De tekst van de wet 259
9.3.2 De wetsgeschiedenis 259
9.3.3 De bedoeling van de wet 260
9.3.4 Jurisprudentie 261
9.3.5 Tussenconclusie overtrederschap 263
9.4 Niet noodzakelijk dat de overtreder het in zijn macht heeft om de overtreding te beëindigen 265
9.5 Last bij incidentele overtredingen alleen bij gevaar voor herhaling 265
9.6 Last en herstelmaatregelen 266
9.7 Modaliteiten bestuursdwang 267
9.7.1 Begunstigingstermijn 267
9.7.2 Wijze van uitvoering bestuursdwang 268
9.8 Aanzegging kostenverhaal 269
9.9 (Zeer) spoedeisende bestuursdwang 271
9.9.1 Wanneer is de situatie voldoende spoedeisend? 271
9.9.2 Toetsing bestuursrechter van spoedeisendheid ex tunc 274
9.9.3 Altijd onderzoek of de overtreder niet toch zelf de overtreding kan opheffen – ook bij spoed 275
9.9.4 Wat als de overtreder aangeeft de overtreding zelf op te zullen heffen? 276
9.9.5 Geen schriftelijke begunstigingstermijn, maar wel een mondelinge kans om de overtreding op te heffen 278
9.9.6 Mag spoedeisende bestuursdwang ook voort worden gezet als de spoed komt te ontvallen? 279
9.9.7 Bij zeer spoedeisende bestuursdwang zo spoedig mogelijk op schrift (artikel 5:31 lid 2 Awb) 282
9.9.8 Wat als de bestuursrechter het achteraf toch niet spoedeisend vindt? 284
9.9.9 Bij twijfel liever een reguliere last 284
9.9.10 Spoedeisende bestuursdwang mag ook een tijdelijke maatregel zijn om erger te voorkomen 285
9.10 Betreden van plaatsen voor de uitoefening van bestuursdwang (artikel 5:27 Awb) 285
9.11 De bevoegdheid tot verzegeling (artikel 5:28 Awb) 287
9.12 Zaken meevoeren, opslaan, vernietigen of verkopen met bestuursdwang (artikel 5:29 en 5:30 Awb) 288
9.12.1 Meevoeren en opslaan (artikel 5:29 Awb) 288
9.12.2 Kosten van het meevoeren en opslaan 290
9.12.3 Verkopen en vernietigen 292
9.13 De toetsing van de wijze van uitvoering van bestuursdwang 295
9.14 Het verzoek om bestuursdwang op te heffen 299
9.15 Bijzondere vormen van bestuursdwang 300
9.15.1 Instortende of gevaarlijke gebouwen 300
9.15.2 Bouwstop 303
9.15.3 Bijtende honden 306
9.15.4 Brand 307
9.15.5 Huisvuil 308
9.15.6 Drugsafvaldumpingen 309
9.15.6.1 Oud recht 309
9.15.6.2 Huidig recht (Omgevingswet) 310
9.15.7 Opiumwetsluitingen 311
9.15.8 Wegslepen voertuigen 312
10 De bestuurlijke boete 315
10.1 Definitie, karakter en inhoud boetebeschikking 315
10.2 Bevoegdheid tot beboeting 316
10.3 Procedurele aspecten opleggen bestuurlijke boete 316
10.3.1 Het boeterapport 317
10.3.1.1 Onderzoek en bewijs bij boeterapport 317
10.3.1.2 Inhoud en vorm boeterapport 317
10.3.1.3 Wie mag een boeterapport opstellen? 318
10.3.1.4 Termijnen boeterapport 319
10.3.1.5 Fouten in het boeterapport 320
10.3.1.6 Toezending en horen bij boeterapport 320
10.3.2 Nemo tenetur – de cautieplicht en zwijgrecht 321
10.3.3 Functiescheiding: constateren overtreding en boeteoplegging moet door twee verschillende personen (artikel 10:3 Awb) 321
10.3.4 Recht op inzage in dossier en taalhulp (artikel 5:49 Awb) 322
10.3.5 Bericht van niet-beboeten 324
10.3.6 Bij een boete lager dan € 340 geen rapport, geen hoorplicht en geen functiescheiding (artikel 5:53 Awb) 324
10.4 Geen boete bij rechtvaardigingsgrond (artikel 5:5 Awb) 324
10.5 Geen boete bij ontbreken verwijtbaarheid (artikel 5:41 Awb) 325
10.6 Geen boete bij overlijden (artikel 5:42 Awb) 329
10.7 Ne bis in idem en samenloop met strafvervolging 330
10.8 Termijnen bij de bestuurlijke boete (artikel 5:45 en 5:51 Awb) 330
10.9 Hoogte van de boete – evenredigheid bij de bestuurlijke boete 332
10.9.1 Wettelijk maximum (artikel 5:46 lid 1 Awb) 333
10.9.2 Evenredigheid bij de bestuurlijke boete 333
10.9.3 De variabele boete (artikel 5:46 lid 2 Awb) 334
10.9.4 Boetebeleidsregels 335
10.9.5 Matiging van een variabele boete 340
10.9.5.1 De Afdeling 340
10.9.5.2 Het CBb 344
10.9.5.3 De CRvB 346
10.9.6 Bij wet vastgestelde boete (artikel 5:46 lid 3 Awb) 348
10.9.7 Lex mitior: wijzigingen in de boetehoogte en strafbaarstelling lopende de procedure (artikel 5:46 lid 4 Awb) 353
10.9.8 Verplichting voor de bestuursrechter om de boete zelf vastte stellen (artikel 8:72a Awb) 354
11 De intrekking van een vergunning 357
11.1 De intrekking van een omgevingsvergunning 357
11.2 De intrekking van een Alcoholwetvergunning 359
11.3 De intrekking van een APV-vergunning 361
12 De handhaving van de openbare orde 363
12.1 Wat is de openbare orde? 364
12.2 Het rechtskarakter van een openbare-ordemaatregel 365
12.3 Het lichte bevel (artikel 172 lid 3 Gemw) 367
12.4 Het noodbevel (artikel 175 Gemw) 369
12.5 De noodverordening (artikel 176 Gemw) 372
13 ‘Naming and shaming’: het openbaar maken van een sanctie 375
13.1 Op grond waarvan? 376
13.2 Karakter van het openbaarmakingsbesluit 377
13.3 Wie is er belanghebbende bij openbaarmaking? 378
13.4 Toetsing rechtmatigheid openbaarmakingsbesluit 379
13.5 Publiceren van naam overtreder (persoonsgegevens) 381
13.6 Wijze van openbaarmaking 383
14 Preventieve handhaving 385
14.1 Alleen als overtreding ‘klaarblijkelijk dreigt’ 385
14.2 Het verschil tussen preventieve handhaving en handhaving ter voorkoming van gevaar voor herhaling 388
14.3 Derde-belanghebbende kan ook verzoeken om preventief te handhaven 390
14.4 Voorbeelden van preventief handhaven 391
15 Sancties combineren 395
15.1 Wanneer is sprake van ‘hetzelfde feit’ of ‘dezelfde overtreding’? 396
15.2 De voortgezette handeling: dezelfde overtreding over verschillende tijdsperiodes 401
15.3 Wanneer kan gesproken worden van dezelfde overtreder? 403
15.4 Twee herstelsancties (artikel 5:6 Awb) 404
15.5 Twee bestuurlijke boetes (artikel 5:43 Awb) 408
15.6 Een bestraffende sanctie en een herstelsanctie 408
15.7 Samenloop van sancties van verschillende bestuursorganen 408
15.8 Samenloop boete met strafvervolging (artikel 5:44 Awb) 409
15.9 Een openbare-ordebevel en een herstelsanctie 410
16 De invordering 411
16.1 De invordering van een dwangsom – de invorderingsbeschikking 411
16.1.1 Feitenvaststelling en motivering: is de dwangsom verschuldigd? 413
16.1.2 De beginselplicht tot invordering en bijzondere omstandigheden 413
16.1.3 De evident onrechtmatige last onder dwangsom is in uitzonderlijke gevallen een bijzondere omstandigheid 415
16.1.4 Bijzondere omstandigheid: geen overtreder of overtreding 417
16.1.5 Bijzondere omstandigheid: hoogte dwangsom en draagkracht overtreder 419
16.1.6 Bijzondere omstandigheid: cumulatie bij invordering 420
16.1.7 Bijzondere omstandigheid: overtreding alsnog (gedeeltelijk) beëindigd 422
16.1.8 Bijzondere omstandigheid: het niet (tijdig) kunnen voldoen aan de last 424
16.1.9 Bijzondere omstandigheid: vertrouwensbeginsel 428
16.1.10 Bijzondere omstandigheid: gelijkheidsbeginsel 429
16.1.11 Bijzondere omstandigheid: gezondheid en persoonlijke omstandigheden 430
16.1.12 Gecombineerde omstandigheden 430
16.2 De invordering van de kosten van bestuursdwang – de kostenverhaalsbeschikking 431
16.2.1 Feitenvaststelling en motivering 432
16.2.2 Kostenverhaal bij meerdere overtreders 432
16.2.3 Welke kosten kunnen worden verhaald? 433
16.2.3.1 Kosten die te herleiden zijn tot de last 434
16.2.3.2 Noodzakelijke, redelijke en daadwerkelijk gemaakte kosten 436
16.2.3.3 Na de begunstigingstermijn en bij zeer spoedeisendheid geen voorbereidingskosten 440
16.2.4 Kostenverhaal als uitgangspunt en het (gedeeltelijk) afzien van invordering 441
16.2.5 De evident onrechtmatige last onder bestuursdwang is in uitzonderlijke gevallen een bijzondere omstandigheid 442
16.2.6 Ontbreken van verwijtbaarheid en mate waarin algemeen, belang is betrokken 445
16.2.7 Hoogte van de kosten 446
16.2.8 De bijzondere omstandigheid 447
16.3 Aanmaning, dwangbevel en executie 449
16.3.1 Het besluit om aan te manen 449
16.3.2 Het dwangbevel 452
16.3.3 Het inleiden van een executiegeschil 456
16.3.4 De omvang van het geding 457
16.3.4.1 Juridische of feitelijke misslag 459
16.3.4.2 Noodtoestand 461
16.3.5 Het executiegeschil bij niet-onaantastbare besluiten 461
16.4 Beslag bij bestuursrechtelijke geldschulden 465
16.4.1 Conservatoir beslag 465
16.4.2 Executoriaal beslag 468
16.5 Verjaring en verval 469
16.5.1 De reguliere verjaring ex artikel 4:104 Awb 470
16.5.2 De verjaring ex artikel 5:35 Awb bij dwangsommen 471
16.5.3 De vervaltermijn van artikel 5:25 lid 6 Awb bij bestuursdwang 472
16.5.4 De termijn van artikel 5:45 Awb bij bestuurlijke boetes 473
16.5.5 Het voorkomen van de verjaring door het bestuursorgaan 473
16.5.5.1 Het tijdig benutten van de rechtsvordering 473
16.5.5.2 Het stuiten van de verjaring 474
16.5.5.3 De verlenging van de verjaring 476
16.5.6 De verjaring en de derde-belanghebbende 477
16.6 Het besluit om de sanctie te verrekenen 478
16.7 Het besluit om uitstel van betaling te verlenen 482
16.8 Het besluit om de sanctie kwijt te schelden 487
16.9 Het besluit om de wettelijke rente in te vorderen 488
16.10 De concentratiebepalingen: artikel 4:125, 5:31c en 5:39 Awb 490
16.10.1 Welke beschikkingen vallen onder het bereik van de concentratiebepalingen? 492
16.10.1.1 Is artikel 4:125 Awb ook van toepassing op de invorderingsbeschikking? 492
16.10.1.2 Zijn er ook andere meeliftende beschikkingen denkbaar? 493
16.10.1.3 Artikel 5:31c Awb 494
16.10.1.4 Artikel 5:39 Awb 494
16.10.2 Geen formele rechtskracht bij accessoire beschikking bij geconcentreerde rechtsbescherming 495
16.10.3 De betwistingseis 496
16.10.4 Wanneer mag de bestuursrechter terugverwijzen? 496
16.10.5 De rechterlijke herinneringsplicht 497
17 De toezichthouder en zijn bevoegdheden 499
17.1 De toezichthouder 499
17.1.1 De aanwijzing 500
17.1.2 Gevolgen status toezichthouder en gevolgen gebreken in de aanwijzing 501
17.2 Legitimatieplicht toezichthouder (artikel 5:12 Awb) 502
17.2.1 Verzoek om te tonen 503
17.2.2 Gevolgen niet tonen legitimatie 503
17.3 Proportionaliteit van het toezicht (artikel 5:13 Awb) 504
17.3.1 Redelijkerwijs noodzakelijk 505
17.3.2 Ten behoeve van de vervulling van zijn taak 506
17.3.3 Minst bezwarende wijze 507
17.3.4 Ten opzichte van wie? 509
17.3.5 Ten opzichte van wat? 512
17.3.6 Overige normen voor handhavingstoezicht 513
17.4 Het betreden van plaatsen (artikel 5:15 Awb) 514
17.4.1 Binnentreden woning (artikel 8 EVRM) 516
17.4.2 Gevolgen zonder machtiging betreden woning 518
17.4.3 Het betreden van bijzondere plaatsen 518
17.4.4 Wat (en wie) mag de toezichthouder meenemen? 519
17.5 Inlichtingenvorderingen (artikel 5:16 Awb) 519
17.6 Stukken en gegevens inzien en kopiëren (artikel 5:17 Awb) 520
17.7 Het onderzoeken van zaken (artikel 5:18 Awb) 521
17.7.1 Zaken onderzoeken 521
17.7.2 Monsterneming 524
17.7.3 Tegenonderzoek (contra-expertise) 525
17.7.4 Verpakkingen openen 526
17.7.5 Plaats van het onderzoek 526
17.7.6 Het teruggeven van genomen monsters 527
17.7.7 Mededeling resultaten van het onderzoek 528
17.8 Het onderzoeken van een vervoermiddel (artikel 5:19 Awb) 528
17.8.1 Onderzoek vervoermiddel en lading 528
17.8.2 Indringendheid onderzoek 529
17.8.3 Inzage van wettelijk voorgeschreven bescheiden 530
17.8.4 Stilhouden en overbrengen 530
17.8.5 Identificatieplicht 532
17.9 De verplichting om mee te werken (artikel 5:20 Awb) en sancties op het niet meewerken 532
17.9.1 Wie moet er gevolg geven aan een vordering? 533
17.9.2 Gevolgen niet meewerken aan vordering – mogelijke sancties 533
17.9.3 Wanneer is iets een vordering? 534
17.9.4 Hoe duidelijk moet een vordering zijn? 535
17.9.5 Termijn voor het voldoen aan de vordering 536
17.9.6 Uitzonderingen op de medewerkingsplicht 536
17.9.7 Geheimhouders 537
17.9.8 Charged person 538
17.10 Rechtsbescherming tegen toezicht 538
18 Bewijsrecht 541
18.1 Wie moet vaststellen of er een overtreding is? 542
18.2 Waar moet het bewijs aan voldoen? Deugdelijk en controleerbaar bewijs 543
18.2.1 De drie bewijsregels 544
18.2.2 En wat als niet wordt voldaan aan een van de bewijsregels? 545
18.2.3 De bewijsregels bij foto- en videobewijs 547
18.3 Wat mag dienen als bewijs en welke waarde heeft het? 549
18.3.1 Het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar (politie of boa) 549
18.3.2 De bestuurlijke rapportage 550
18.3.3 Andere rapporten van toezichthouders of ambtenaren 551
18.3.4 Foto- en videobewijs 552
18.3.5 De verklaring van de overtreder 553
18.3.6 Het gebruik van geheime stukken 554
18.3.7 Bewijs van een deskundige 554
18.3.8 Bewijsstukken van derden 556
18.3.9 Verklaringen van derden (getuigen) 557
18.3.10 Verklaringen van anonieme partijen 559
18.4 De bewijslast ligt bij het bestuursorgaan: wat moet het bestuursorgaan daarvoor doen? 560
18.5 (Het verschil tussen) ‘bewijzen’ en ‘aannemelijk maken’ 561
18.5.1 Een definitie van de maatstaven ‘aannemelijk maken’ en ‘bewijzen’ 564
18.6 Hoe kan de overtreder bewijzen dat er geen overtreding is? 566
18.7 Bewijs bij invordering 568
18.8 Onrechtmatig verkregen bewijs en de gevolgen daarvan 569
19 Informatiestromen: stukken verstrekken en krijgen 575
19.1 Welke informatie moet de overheid delen met de overtreder? 575
19.1.1 Wat zijn de op de zaak betrekking hebbende stukken? 576
19.1.2 Wat als er op de zaak betrekking hebbende stukken ontbreken? 579
19.2 Informatie die geheim mag worden gehouden 580
19.2.1 Artikel 7:4 lid 6 Awb: het niet ter inzage leggen van stukken in bezwaar 581
19.2.2 Artikel 8:29 Awb: het verzoek om geheimhouding aan de bestuursrechter 582
19.2.3 De gewichtige reden 584
19.2.4 Het beschermen van ambtenaren en getuigen: anonimisering 586
19.2.5 Praktische aandachtspunten uitvoering van een artikel 8:29 Awb-verzoek 591
19.3 Hoe kan een overtreder meer informatie en bewijs krijgen? 592
19.3.1 Eigen onderzoek 593
19.3.2 Verzoeken aan de bestuursrechter 593
19.3.3 Het verzoek op grond van de Wet open overheid 593
19.3.4 Het AVG-verzoek 595
19.3.5 Artikel 843a Rv: de civiele exhibitieplicht en inzagevordering 596
19.3.6 Het civiel voorlopig getuigenverhoor als middel in het bestuursrecht 598
20 Rechtsbescherming 601
20.1 Conceptbesluit en horen 601
20.2 (De inwerkingtreding en bekendmaking van) het handhavingsbesluit 603
20.3 Bezwaar en de beslissing op bezwaar 605
20.3.1 De beslissing op bezwaar – rekening houden met gewijzigde omstandigheden 606
20.3.2 De beslissing op bezwaar – fouten herstellen en wijzigen van het handhavingsbesluit 611
20.4 De voorlopige voorziening 614
20.5 Het beroep 618
20.5.1 Hoe toetst de bestuursrechter handhavingsbesluiten? 620
20.5.2 De toetsing van de evenredigheid door de bestuursrechter 622
20.5.3 De tussenuitspraak van de bestuursrechter (de bestuurlijke lus) 625
20.5.4 De einduitspraak van de bestuursrechter 626
20.5.5 In stand laten van de rechtsgevolgen en het passeren van gebreken (artikel 6:22 Awb) 628
20.5.6 Zelf in de zaak voorzien bij handhaving 630
20.5.7 Het nemen van een nieuwe beslissing op bezwaar na een rechterlijke vernietiging 632
20.6 Het hoger beroep 634
20.6.1 De tussenuitspraak in hoger beroep 634
20.6.2 De einduitspraak in hoger beroep 635
20.6.3 Functie en aard hoger beroep 635
20.6.4 Wie mag er in hoger beroep? 636
20.6.5 De devolutieve werking van het hoger beroep 636
20.6.6 De onderdelenfuik, de grondenfuik en de brummenleer 637
20.6.7 (Voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep 640
20.7 Civiel procederen over een overtreding 641
20.8 Bijzondere thema’s 642
20.8.1 Procesbelang bij handhaving 642
20.8.2 Bewijs aanvullen in beroep en hoger beroep 644
20.8.3 Reformatio in peius: geen verslechtering door bezwaar of (hoger) beroep 649
20.8.3.1 Wat mag het bestuursorgaan wijzigen zonder in strijd te handelen met het verbod op reformatio in peius? 651
20.8.3.2 Wanneer is het reformatio in peius-verbod niet van toepassing? 652
20.8.3.3 Wanneer mag er toch een zwaardere sanctie worden opgelegd? 653
20.8.4 Herstelbesluiten (artikel 6:19 Awb) 654
20.8.5 Formele rechtskracht en eerdere sanctiebesluiten 655
20.8.6 Redelijke termijn 657
20.8.7 Rechtsopvolging in procedures 659
20.8.8 Procedurele aspecten van een faillissement van de overtreder 661
21 Schadevergoeding bij handhaving 663
21.1 Schadevergoeding bij een onrechtmatig handhavingsbesluit 663
21.1.1 Onrechtmatigheid en toerekening 664
21.1.2 Relativiteit 664
21.1.3 Schade 665
21.1.4 Causaal verband 666
21.1.5 Via welke procedure? 667
21.2 Schadevergoeding voor onrechtmatig feitelijk handelen door de overheid 667
21.2.1 Waar wordt het feitelijk handelen getoetst en aan welke norm? 668
21.2.2 Procedures 668
21.2.3 Wanneer schadevergoeding? 669
21.3 Schade bij niet handhaven: toezichthoudersaansprakelijkheid 669
21.4 Nadeelcompensatie bij rechtmatige handhaving 671
22 Conclusie 675
Literatuurlijst 677
Trefwoordenregister 689
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan