Moeilijke transities verdienen optimistische en hoopvolle verhalen. Want hoop kan je aanzetten tot actie. I have a dream, zei Martin Luther King op 18 augustus 1963. Het is nog steeds één van de meest aansprekende - en hoopgevende - voorbeelden van een oproep tot actie. King schetste - met krachtige taal - een beeld van hoe de toekomst eruit kan zien.
Katherine Hayhoe, klimaatwetenschapper, is gespecialiseerd in het gebruik van taal om te praten over verandering. Ze gebruikt taal om weerstanden op te lossen en hoop te bieden. In haar boek Hoop voor de aarde gaat ze alle actuele vraagstukken te lijf: kan ik zelf wat bijdragen? Help ik individueel een verschil te maken? Moet ik bang zijn en me verantwoordelijk voelen? Gesprekken over hoop op een betere aarde gaan over feiten, gevoelens en identiteit. Hayhoe heeft als rode draad dat de daden die je stelt je veranderen. En dat anderen veranderen door wat jij doet en zegt.
Hoop houden en daden stellen staat centraal in het levensverhaal van Jane Goodall (1934 - heden) opgetekend door Douglas Abrams in Het boek van hoop. Goodall is bekend van haar levenslange inzet voor de natuur in zijn algemeenheid en chimpansees in Tanzania in het bijzonder. Ze deed zestig jaar onderzoek naar de chimpanseepopulatie, hun leefgewoontes en de invloed van klimaatverandering. Ze reist nog steeds de wereld rond: als wetenschapper, docent en ambassadeur voor een beter natuurbehoud. Dat Goodall hoopvol blijft heeft vier redenen: ze ziet een krachtig menselijk intellect dat zich in tienduizenden jaren heeft ontwikkeld. Daarnaast ziet ze de veerkracht van de natuur. Moeder Aarde heeft de capaciteit om te herstellen van grote klappen. Verder ziet ze de kracht van jongeren, die wereldwijd opkomen voor de natuur en die volwassenen en politici aanspreken op hun verantwoordelijkheden. De laatste reden is de onverwoestbare menselijke geest. Ook die is in staat oplossingen te bedenken, en niet van opgeven weet ondanks dreigingen en crisis.
Waarde van taal en het verhaal
Al zolang we klanken en beelden kunnen maken, vertellen mensen verhalen. We geven onze geschiedenis ermee door, houden onze cultuur ermee vast, we leren er mee, en ze helpen ons om een beeld van onze de toekomst te ontwikkelen.
Marketeers gebruiken verhalen om merken en producten neer te zetten. Een sympathiek, inlevend en krachtig verhaal, waarmee de luisteraar zich kan identificeren. Je herkent dit als je de marketingclips van Coolblue ziet. Hun verhaal over gemak is verpakt in een humoristisch spel met beelden en woorden. Humor en klantgemak zijn de bouwstenen van het Coolblue-DNA: hun cultuur. We kennen Tony Chocolonely als een sympathiek merk met een activistische houding rond de onfrisse praktijken in de cacao-industrie. Hun verhaal: we gaan naar en wereld met slaafvrije chocolade. Een hoopvol toekomstbeeld.
Niet voor niets zijn de ondertitels van Storytelling van Joost Schrickx en het zeer populaire Storybrand van Donald Miller respectievelijk De weg naar het hart en Hoe een heldere boodschap je bedrijf laat groeien. In beide boeken grijpen de auteurs terug op een paar basislijnen om verhalen op te bouwen: de klantreis (customer journey) en het verhaal van de held. Het verhaal van de held is een archetypische mythe- en verhaalstructuur die is onderzocht en beschreven door Joseph Campbell. Hij publiceerde zijn belangrijkste werk in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. Het is vertaald als De held met de duizend gezichten en in 2020 opnieuw verschenen. Deze structuur is er in een lange (12 stappen) en korte (7 stappen) versie: ‘Een hoofdpersoon (de held) heeft een probleem en ontmoet een gids die hem een plan geeft en hem oproept tot actie die mislukking voorkomt en leidt tot succes’, is de samenvatting van de zeven stappen. Miller noemt die het SB7 Framework. Beter goed gejat dan slecht bedacht, zal hij gedacht hebben. Van een verwijzing naar het werk van Campbell is geen sprake. Miller noemt dit stappenplan een geheim wapen. Dit geheime wapen wordt al meer dan 2500 jaar in stelling gebracht door tienduizenden verhalenvertellers.
In de lange versie gaat de held op pad en naast actie is er strijd. Hij overwint tegenslagen door bovenmenselijke inspanning. De held keert bovendien terug als een ander mens. Frodo in de Hobbit, Luke Skywalker in Star Wars en Odysseus in de Odyssee. En verder de hoofdpersoon in alle Pixar films. Met deze bril op ga je films en series met andere ogen bekijken.
Millers Storybrand is heel actiegericht: maak dit, werk dit uit. Een soort stappenplan. Schrinkx leert je in zijn boek Storytelling verhalen vertellen en daar structuur en spanning in op te bouwen. Wie is de hoofdpersoon? Waarom moet dit verhaal verteld worden? Wat is het probleem en waar komt dit vandaan? In zijn boek leren we dat een verhaal uit scenes (akten in de klassieke traditie) bestaat die op een natuurlijke wijze geloofwaardig met elkaar verbonden moeten worden. Uiteraard komen ook verhaaltechnieken zoals de cliffhanger (een techniek om spanning op te bouwen en een transitiestap te benadrukken) aan bod. Voor het ontwerpen en vertellen van verhalen is het een zeer waardevol boek.
Kanalen
René Boonstra schreef ook een boek met de titel Storytelling. Zijn boek heeft, naast het verhaal als communicatiestrategie, ook het uitdragen daarvan als onderwerp. Het gaat over het kiezen van het juiste verhaal en mediakanalen, en over creatie en implementatie. Ook in dit boek zijn er twaalf stappen. Die gaan bij Boonstra echter niet over de reis van de held, maar over de stappen in de communicatie: de kernboodschap, de doelgroep en het concept van het verhaal. Het verhaal van de held is wel onderdeel van dit boek, maar hij verdwijnt in een woud van buzz, hashtags, co-creatie en transmedia.
Een veel interessantere aanvulling op de literatuur over storytelling is Het kompas van de held van Rick Willemsen en Titia Wolf. De auteurs draaien het perspectief in het heldenverhaal van de 3e persoon naar de 1e persoon: jij bent de held. Vanuit jouw persoonlijke en professionele waarden vertel je een verhaal aan jouw organisatie, geladen met ethiek. Met het doel om persoonlijk leiderschap te nemen en een innerlijk kompas te vormen. Het kompas van de held leunt op elementen uit storytelling, ethiek en leiderschap.
Het verhaal van jou als held in fases ziet er als volgt uit:
- ontdek je publieke waarden uit maatschappelijke verhalen;
- ontdek professionele waarden uit organisatieverhalen;
- ontdek je persoonlijke waarden en vorm je kompas;
- vertel verhalen vanuit het kompas;
- geef uitdrukking aan je kompas in de organisatie;
- geef uitdrukking aan je kompas in de maatschappij.
Het mooie in dit boek is dat het je leert een transitie te ontwerpen vanuit verschillende waardensets voor zowel jezelf als je organisatie.
Ook leren we in Het kompas van de held de verschillen tussen een missie- en een visieverhaal. Een missieverhaal is intern gericht en gaat over het hier en nu. Wie of wat zijn we, en waar staan we voor? Veel bedrijfsverhalen zijn missieverhalen. Voor een transitie is echter een visieverhaal nodig. En die verhalen herken je aan toekomstgerichtheid. Ze geven antwoord op de vraag wat we willen betekenen of bereiken. Bovendien zijn ze meer maatschappelijk gericht: Welke impact wil ik op de wereld hebben?
Het verhaal van Coolblue is een missieverhaal. Het verhaal van Tony Chocolonely is een visieverhaal.
Traditie in fictie
Verhalen vertellen is bij uitstek het domein van fictieschrijvers. Zonder de ketenen van de realiteit, kijken ze onbekommerd in het verleden, heden en toekomst. Daarmee analyseren, inspireren of waarschuwen ze. Met de satire Animal Farm en het dystopische 1984 waarschuwde George Orwell in de jaren ‘40 van de vorige eeuw voor hoe het idee van een commune kan uitgroeien tot een dictatuur. Hij laat zien hoe mensen (over)leven in een maatschappij zonder persoonlijke vrijheid. Als we vandaag over Big Brother praten, als het bijvoorbeeld gaat over de online surveillance maatschappij, gebruiken we een beeld dat Orwell in 1984 heeft geschetst.
Hoe leven we in een toekomst als het water in de zee veel hoger staat, de bossen in onze omgeving door de hitte in brand vliegen of als we het weer willen beheersen door kunstmatige regen te maken? Climate fiction (cli-fi) laat ons zien hoe we om kunnen gaan met veranderingen op een grote schaal. Welke copingstrategie kun je gebruiken?
The Ministry of the Future bijvoorbeeld brengt ons naar een tijdperk na 2029, waarin de bestrijding van klimaatproblemen ondergebracht is in één wereldwijde organisatie. Techniek en internationale afspraken kunnen zo beter worden georganiseerd. Technische oplossingen in het boek zijn bijvoorbeeld geo-engineering, het kunstmatig georganiseerd laten regenen, ingrijpen op stormdepressies, enzovoort. Het Ministerie van de Toekomst krijgt zo grote macht. Maar India besluit om zijn eigen droogte met kunstmatige regelbuien te bestrijden...
Het is geen optimistisch verhaal, maar is het realistisch? India en Pakistan werden begin dit jaar door grote droogte getroffen. Pakistan staat door de vele regenstormen van afgelopen maanden onder water. China experimenteert met kunstmatige regenbuien.
Beeld van een toekomst
Andri Snaer Magnason vertelt In Over tijd en water een generatieverhaal met een tijdsspanne van 250 jaar. Hij kijkt naar het verleden van zijn grootouders (en wat zij zich van hun ouders herinneren) in het IJsland van de 19de eeuw. Met slecht vervoer, een land dat draaide om visserij en een beetje landbouw. En heel veel ongerepte natuur, gletsjers en vulkanen. IJsland is nu een modern westers democratisch land, er is toerisme, en het klimaatprobleem doet zich gelden. Magnason spiegelt de problemen met die van een ander gebied met smeltende gletsjers: de Gangesdelta in Bangladesh en India. Hij verwoordt een mogelijke toekomst voor zijn dochter, als deze negentig is en de leeftijd van haar opa heeft, eind van de 21ste eeuw met verdwenen gletsjers, hoger water en een heel andere manier van leven. Magnason schetst een realistisch en alarmerend beeld, maar zo schrijft hij: ‘Toch is er hoop’.
Optimistisch
De toekomst is omgeven met onzekerheid en onbekendheid. Technieken om grip te krijgen op de (nabije) toekomst zijn bijvoorbeeld het inzetten van data en visualiseren met scenario’s. De wereld is rond van Jo Caudron werd in 2020 uitgeroepen tot Managementboek van het Jaar. Een terechte winnaar met een hoopvol verhaal. Er is nu een herziene uitgave van dit ‘optimistische masterplan voor de transformatie van business en maatschappij.’
De toekomst waar Caudron zich op richt is 2030, nog iets meer dan zeven jaar vanaf nu. Langer, veel langer vooruitkijken kan ook. In de prikkelende boeken Uncharted (Margaret Heffernan) en What we owe the future (William Macaskill) kijken de auteurs respectievelijk 10.000 jaar en één miljoen jaar vooruit. Dit langetermijndenken is een tak van wetenschap en filosofie die gebruikt wordt bij het overdenken van lastige keuzes. Zo hanteert Macaskill het idee van plasticiteit. Sommige beslissingen zijn nog een tijdje beïnvloedbaar, maar eenmaal genomen zijn ze nauwelijks terug te draaien.
Bij keuzes in tijden van transities, de verantwoordelijkheid die dat met zich mee brengt en de verhalen die we elkaar daarover vertellen zijn iets om bij stil te staan. Je kunt kiezen uit verhalen vertellen die hoop geven, optimistisch zijn en aanzetten tot actie. Welk verhaal vertel jij? En met welke actie ga je aan de slag?
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.