Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Opinie

TD&D: Appels en peren moet je niet vergelijken

In deze rubriek analyseren bestuurskundigen van de TU Delft patronen en wetmatigheden waar veel managementboeken soms aan voorbij gaan of voor vanzelfsprekend aannemen. In deze aflevering legt Ernst ten Heuvelhof uit wat de paradox van vooruitgang is.

Ernst ten Heuvelhof | 13 mei 2015 | 3-4 minuten leestijd

Nederland is een paradijs om te wonen. Welvarend, redelijke overheid, faire rechtspraak, perfect onderwijs, gematigd weer, noem maar op. Alles is erg goed, vergeleken met buitenlanden en ook in historisch perspectief en wij, de huidige bewoners, zijn zondagskinderen. Toch hangt er een wolk van chagrijn over het land. Veel klagers, geen plan deugt, er is geen visie… Hoe komt dat?

Ik heb laatst een paar niet-wetenschappelijke onderzoekjes gedaan, onder enkele volstrekt niet-representatief samengestelde groepjes. Ik heb de kopjes van de financiële pagina van een krant overgetypt. Het ging mij om de kop van het artikel waarin de ontwikkeling van de AEX van de dag ervoor werd samengevat. U kent de kopjes wel: ‘beurs toont licht herstel’, ‘beurs in mineur’, ‘optimisme bij beleggers’, ‘beleggers onzeker’ etc. Ik heb de deelnemers de kopjes laten zien van 10 beursdagen op een rij en hen gevraagd het percentage winst of verlies op te schrijven dat ze associeerden met de krantenkop. Wat bleek? Het aldus opgetelde percentage bleek steeds lager dan de werkelijke beursontwikkeling. Conclusie: journalisten beschrijven de ontwikkeling op de beurs negatiever dan hij in werkelijkheid was en lezers hebben een negatiever beeld van de ontwikkeling van de AEX dan deze in werkelijkheid was. Ziehier ons chagrijn.

De eerste verklaring voor dit fenomeen geeft Gregg Easterbrook in The Progress Paradox. Hij introduceert de progress paradox.

Easterbrook stelt vast dat wij geloven in vooruitgang. Daarom maken wij plannen en ondernemen wij allerlei acties. Maar tegelijk roepen we dat vroeger alles beter was (het onderwijs, de economie, het weer). Dat zou dus achteruitgang betekenen. Hoe is dat nu te verenigen? De verklaring van Easterbrook is dat onze ontevredenheid ontstaat omdat wij de huidige stand van zaken niet afzetten tegen het verleden, maar tegen onze verwachtingen en deze verwachtingen zijn iedere keer weer torenhoog.

De volgende vraag is dan natuurlijk: waar komen deze hoge verwachtingen vandaan? Stel dat we een evaluatie uitvoeren van ons zorgstelsel in 2014. We stellen vast dat er een aantal problemen is, stellen ook vast dat de zorg vooral op nationaal niveau is geregeld en bepleiten daarom decentralisatie. We bepleiten deze decentralisatie door de voordelen van een decentraal stelsel te beschrijven (dichtbij patiënt, maatwerk, korte lijnen, etc). Vervolgens wordt deze decentralisatie ingevoerd en die blijkt na een tijdje dan tegen te vallen (willekeur, ongelijkheid, gebrek aan professionaliteit, etc). Het resultaat: chagrijn met de verzuchting dat vroeger alles beter was.

Wat is hier gebeurd? in de eerste plaats hebben we appels met peren vergeleken: centralisatie met decentralisatie. Maar dat is nog niet alles. We hebben de huidige gecentraliseerde zorgordening vergeleken met een ideale gedecentraliseerde situatie. Met andere woorden: we hebben de huidige situatie, een zure appel, vergeleken met een geïdealiseerde nieuwe situatie, een sappige peer. Wat we dan kiezen, laat zich raden: de sappige peer! Maar die blijkt na een tijdje toch wat melig en we zijn ontevreden, want we hadden op een sappige peer gerekend. De conclusie: iedereen ontevreden. De remedie: vergelijk de huidige situatie niet met een geïdealiseerde nieuwe situatie, maar met de problematische variant van de nieuwe situatie. Geef dwarskijkers veel ruimte om deze nieuwe variant te beschrijven en neem deze variant als uitgangspunt. De toekomst ziet er dan weliswaar minder rooskleurig uit, maar de verwachtingen zullen dichter bij de nieuwe realiteit liggen en de teleurstelling zal minder zijn. Het resultaat: minder veranderingen, en als er wel veranderd wordt, minder chagrijn. Maar ook… minder dromen.

Do’s:

- Beschrijf de bestaande situatie niet te negatief. Noem ook de sterke punten

- Luister goed naar tegenstanders van vernieuwingen en dwarskijkers. Neem hun sombere voorspellingen serieus en geef ze een plaats in het toekomstscenario

Don’ts:

- Zet een huidige, problematische situatie niet af tegen een geïdealiseerde, nieuwe situatie

- Bereid jezelf en anderen erop voor dat vernieuwingen vaak tegenvallen

Over Ernst ten Heuvelhof

Ernst ten Heuvelhof is hoogleraar bestuurskunde aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de Technische Universiteit Delft en aan de faculteit der Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden