Philadelphia, één van de grootste zorginstellingen voor mensen met een verstandelijke beperking, kan daarover meepraten. Vlak voor de financiële crisis in 2008, fuseerde Philadelphia met de EVEAN-groep tot ESPRIA, waar ook de corporatie Woonzorg Nederland deel van uitmaakte. Totale begroting 1,4 miljard euro, 38.000 medewerkers, 224.000 cliënten, 1000 locaties verdeeld over 230 gemeenten. Al snel bleken er grote tekorten bij Philadelphia te zijn. De aankoop van een kasteeltje haalde het NOS journaal. De Raad van Bestuur trad af. De Tweede Kamer gaf de Minister, destijds Ella Vogelaar, opdracht om de fusie te verbieden. In 2009 trad Philadelphia uit ESPRIA. Onder leiding van Greet Prins, de nieuwe bestuursvoorzitter, werden de organisatie en bestuur sterk vereenvoudigd en werd de overhead gesaneerd. Toen in 2010 het eerste kabinet Rutte in het regeerakkoord schreef dat ‘de verpleging en verzorging hun vak terug moeten krijgen zonder overbodige administratieve belasting’, en het Ministerie daarop in 2011 met het Experiment Regelarme Instellingen begon, werden 28 instellingen geselecteerd. Philadelphia was een van die 28. Dit boek, dat terecht, op de achterflap, een managementboek om blij van te worden, wordt genoemd, beschrijft aan de hand van de ervaringen van vele medewerkers en cliënten, hoe het project Regelarm is verlopen. Boeiend beschreven door Johan Faber.
‘Als ik één ding heb onthouden van mijn gesprekken met begeleiders van Philadelphia, de mensen van de werkvloer dus, dan is dat geen algemeen principe van Goede Zorg, geen hoogdravend visioen over de toekomst van langdurige zorg, maar gewoon een praktisch advies. Gebruik. Je. Gezond. Verstand. Het klinkt niet spectaculair. Het klinkt zelfs een tikkeltje banaal. Maar voor veel medewerkers in de zorg is die gedachte bevrijdend. Want in de zorg is ‘je gezond verstand gebruiken’ lange tijd ontmoedigd.’ Bij Philadelphia begon het project Regelarm bij de directeur van regio Oost: Gerrit Leene. Hij was op een avond uitgenodigd bij een locatie in Hengelo. Cliënten wilden hem met een etentje bedanken voor de opfrisbeurt van hun gezamenlijke huiskamer. Toen hij die avond huiswaarts keerde, dacht hij: dit is het! Hier gaat het om, zo'n groepje cliënten dat in harmonie leeft, dat mooie gesprekken voert, dat samen woont als ieder ander gezin. Daar doen we het voor! En vervolgens vroeg hij zich af, wat zijn toegevoegde waarde in dit alles was. En dat van de rest van het management. Hoe maken wij het verschil voor onze cliënten? Zo startte het project Regelarm. En zo begon hij aan een eerste inventarisatie van overbodige of hinderlijke regels. Het bleek dat die niet alleen uit Den Haag of van de Inspectie kwamen. Nee, de meeste kwamen uit de eigen organisatie.
Het boek beschrijft zeer invoelend, hoe vervolgens het project Regelarm in de hele organisatie wordt uitgerold. Doordat Johan Faber dat doet door interviews met een groot aantal medewerkers, ontstaat er een mooi genuanceerd verhaal. Geen verhaal van enkel successen, Nee, veel valkuilen en uitglijders worden vermeld. Want niet iedereen zit, in tijden van krimpende budgetten, te wachten op meer verantwoordelijkheid. En dat was toch het uiteindelijke doel van het project Regelarm: meer vrijheid, meer verantwoordelijkheid en meer (zelf) vertrouwen. Het vervolgproject: zelforganisatie en nog minder regels, moet dit jaar 2017 formeel zijn voltooiing krijgen. Dan zal het natuurlijk niet ''af’ zijn. Dit soort processen gaan altijd door. Het is inspirerend te lezen hoe Philadelphia het aanpakt. Mooi opgeschreven door Johan Faber. Het werkt! is een managementboek om blij van te worden.
Arie Buvens heeft sinds 2003 zijn eigen adviespraktijk: Interim adviespraktijk Buvens Bv.
Na een carrière in de vakbeweging was hij twintig jaar werkzaam in directionele en bestuurlijke functies in de (geestelijke) gezondheidszorg.